vrijdag 24 februari 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

7 mei
8.00 uur op, braaf mijn oefeningen gedaan maar plotseling toch een spier verrekt. Het zweet breekt me uit. Op het programma staat een excursie naar een gitarenfabriek en al voel ik me niet lekker: dit wil ik toch niet missen.
    Zodra de bus is vertrokken blijkt de gitarenfabriek op zondag gesloten en daarvoor in de plaats een bezoek aan de ‘Parrot’ accordeonfabriek in de plaats gekomen te zijn.
    We worden ontvangen door een Chinese mevrouw die ons allerlei cijfers over de fabriek geeft, waarna er een schijnbaar willekeurige arbeider van de werkbank wordt geplukt voor een demonstratie. Ik weet niet of ze hier allemaal zo goed kunnen spelen, maar deze vrouw speelt virtuoos een paar Chinese volksliedjes op de duurste Parrot accordeon met 120 basknoppen.

    Na de accordeonfabriek brengt men ons naar een vioolfabriek die echter ook al gesloten blijkt. Op de terugweg naar het hotel krijgt Edwin een acute astma aanval. We maken een tussenstop bij het ziekenhuis waar alles erg mee blijkt te vallen maar we wel een uur moeten wachten wat mijn rug niet ten goede komt. Het weer is plotseling omgeslagen; het is frisjes en vochtig. Terug in het hotel neem ik een heet bad en slik een spierontspanner. Ik ben zweterig vandaag en een beetje oververmoeid.
    Om twee uur vertrekken we naar het complex van de olieraffinaderijen van Tian-Jin, een stad in een stad, met eigen scholen, universiteiten, huizen, hotels, en zelfs eigen politie. Hier is de theaterzaal waar we vanavond zullen spelen.
    Eerst is er weer een officiële ontvangst, ditmaal met blikjes cola, waarbij de nodige beleefdheden uitgewisseld worden. Daarna kunnen we de geluidstest doen. Het is een grote zaal waar zeker 1500 arbeiders in kunnen, maar de geluidsinstallatie is absoluut ontoereikend. Ook het geluid op het podium is slecht, maar daar is weinig aan te doen.
    Er zijn nogal wat klachten van Chinese zijde geweest over mijn manier van aankondigen en daarom is er nu een duidelijk protocol opgesteld: eerst noemt een Chinese in galajurk de naam van het volgende nummer, dan doe ik de aankondiging in het Engels en voor elke aanvullende opmerking van mijn kant is er een tolk die mijn woorden dan weer in het Chinees vertaalt. Als ik me daar niet aan houd, is de paniek groot, maar ja, dan moeten ze maar niet zoveel sterke drank schenken op al die banketten die ze ons aanbieden.
    Ondanks het slechte geluid is ons concert een succes, de meeste arbeiders zitten het hele concert uit en we spelen zelfs twee toegiften. Daarna wordt er weer een bloemstuk het podium opgedragen en een statiefoto gemaakt met hoge Chinezen van de olieraffinaderij en de vriendschapsvereniging.
    De grootste blunder die ik heb begaan is dat ik niet een flink pak visitekaartjes van mijzelf heb meegenomen, want bij elke officiële ontmoeting is het hier de gewoonte daar flink mee te strooien. Ik heb er nu zeker al zo’n vijfentwintig in mijn collectie die ongetwijfeld ooit nog goed van pas zullen komen.
    Na een dodenrit terug naar het hotel met een chauffeur die alle verkeersregels aan zijn laars lapt, gaat iedereen vroeg naar bed. Zelfs de blikjes Chinees bier die we nog snel hadden ingeslagen komen maar half op.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten