maandag 2 september 2019


Willem Jan Otten, Specht en zoon (Libris literatuurprijs 2005)

Specht en zoon wordt verteld vanuit het perspectief van een ‘Zeer Dicht Geweven Vier Maal Universeel Geprepareerd’ schildersdoek op het moment dat het als portret door zijn schilder in het vuur geworpen gaat worden. Eerst hangt het nog bij Van Schendel op een rol in de winkel, totdat het gekocht wordt door Felix Vincent, die portretschilder is, en door het doek zelf Schepper wordt genoemd. Het stuk doek dat Schepper van de rol laat snijden en opspannen is van groter formaat dan waarop hij gewoonlijk zijn portretten schildert, waarmee duidelijk wordt dat hij iets bijzonders van plan is. Hierna volgt een ingewikkeld plot met onverwachte wendingen in de beste B-filmtraditie, dat ik hieronder kort samenvat. (In feite overbodig, immers, wie het boek gelezen heeft kan dit overslaan en wie het niet heeft gelezen ook. Ik vermeld het plot om mijn punt te maken dat dit plot meteen ook het boek behelst; er ís alleen maar plot.)
   
Schilder weet niet goed wat hij met het doek zal aanvangen, hij vertelt Minke - een kunstjournaliste met wie hij ooit iets heeft gehad en die hem komt interviewen - dat hij van plan is er een Piëta op te schilderen, hij krijgt een portretopdracht van de bekende baggerkoning en kunstverzamelaar Valéry Specht, die hem veel meer betaalt dan zijn gebruikelijke honorarium, hij moet diens overleden zoon Singer schilderen om daarmee - volgens Specht - een leven te redden, Schepper zal dus van videotapes en foto’s moeten werken, er kan niet worden geposeerd, Singer blijkt een zwart jongetje te zijn, een adoptiezoon, Schepper stelt voor Singer naakt af te beelden, Specht eist geheimhouding, niemand mag van de opdracht weten en er mogen ook geen foto’s van het voltooide portret worden gemaakt, Schepper schildert het portret in afwezigheid van zijn vrouw, Lidewij, die een paar weken op wintersport gaat, wanneer zij terugkomt toont hij haar het portret, ze vrijen, waarbij, zoals later blijkt, hun eerste kind wordt verwekt, Lidewij verbaast zich over het portret en vraagt Schepper aan wie hij heeft gedacht bij het schilderen, hij antwoordt geïrriteerd dat je toch ook niet vraagt aan wie iemand dacht bij het verwekken van zijn kind, de volgende dag vertelt hij haar over zijn jeugdvriend Tijn, zijn allerbeste vriend, die tijdens een rustpauze bij een fietstocht plotseling zijn broek liet zakken om te laten zien dat hij bij wijze van geslacht alleen een heel klein knopje had, een soort baby-eikeltje, waarna Schepper meteen de vriendschap had verbroken, er wordt gesuggereerd dat Schepper Singer met hetzelfde minuscule geslacht als dat van Tijn heeft geschilderd, dan wordt er gebeld dat Specht het schilderij niet op de afgesproken dag zal komen halen, Schepper pakt het schilderij in, waardoor het doek - de verteller van het verhaal - enige maanden op zichzelf is aangewezen, als het ware ‘on hold’ staat, verpakt in luchtkussenfolie, aan het eind van de zomer is Lidewij hoogzwanger en moet ze wegens complicaties een tijdje naar het ziekenhuis, maar voor ze vertrekt vraagt ze of ze het portret van Singer nog eenmaal mag zien, waarop het weer wordt uitgepakt en het verhaal weer opgepakt wordt, zodra Schepper Lidewij naar het ziekenhuis heeft gebracht, belt Minke of ze hem nogmaals mag interviewen, Schepper blijkt porno te kijken op dvd’s die hij in anonieme zwarte verpakking koopt, Doek hoort hem in het belendende vertrek masturberen, al begrijpt hij natuurlijk niet wat er daar precies gebeurt, Minke is bezig met een artikel over Specht, Schepper vertelt Minke dat Lidewij er niet is, maar verzuimt te vertellen dat ze in het ziekenhuis is om hun kind te baren, ondanks het verbod van Specht, laat hij haar het portret van Singer zien, daarna vrijt hij in zijn atelier met Minke terwijl Doek toekijkt, Minke vertelt Schepper dat Specht dodelijk ziek is, en dat zij heeft ontdekt dat hij het met heel jonge jongetjes deed die hij voor veel geld uit het buitenland importeerde en die hij vermoedelijk door steeds andere portretschilders liet vereeuwigen, ze waarschuwt Schepper dat niemand zal geloven dat Singer al dood was toen hij zijn naaktportret schilderde omdat hij immers altijd naar levende modellen werkt, de volgende dag gooit Minke haar artikel over Specht bij Schepper in de brievenbus, Schepper is ten einde raad en kijkt nogmaals naar de video van Singer die hij projecteert op de achterkant van een grote spiegel in zijn atelier, hij realiseert zich dat Singer op de video niet slaapt maar dood is, Lidewij belt hem vanuit het ziekenhuis dat zij ingeleid gaat worden omdat de weeën zijn begonnen, hij moet zo snel mogelijk komen, vóór hij vertrekt maakt hij een brandstapel in de tuin en verbrandt de videobanden van Singer, de pornobanden en de cheque van € 50.000 die Specht hem heeft gegeven als voorschot op het portret, tenslotte gooit hij ook het portret in het vuur, nu rest alleen de polaroid die Schepper van het portret maakte, Doeks bewustzijn gaat hierna op miraculeuze wijze over op de polaroid van Singers portret, die ook nog eens door Schepper in tweeën is gescheurd, in het ziekenhuis vertelt Schepper aan Lidewij (dit weten wij omdat Doek, die nu Polaroid is in zijn borstzak zit en alles kan horen) dat het portret door de opdrachtgever is opgehaald, Lidewij krijgt hevige weeën waarbij complicaties optreden, zij moet naar de Intensive Care, de bevalling loopt goed af, Schepper wordt vader van een zoon die hij Stijn noemt (Singer plus Tijn = Stijn!), dan komt Specht onverwacht alsnog het portret ophalen, hij zegt dat het verhaal van Minke op leugens is gebaseerd en dat Singer nog leeft, dat hij juist goed voor zijn zoon heeft willen zorgen, maar dat die een junk en een dief was, Singer had zelfmoord willen plegen met een overdosis, maar Specht had hem net op tijd gevonden en kunnen redden, hij had hem het portret willen geven bij wijze van therapie, om Singer te tonen dat er van hem gehouden werd, Schilder toont hem daarop de polaroid, Specht vraagt Schepper tenslotte om het portret nogmaals te schilderen.

Tot zover de plot van Specht en zoon, volgens de tekst op de achterflap ‘een rijke roman over de wens iemand op de wereld te zetten’. Vraag is wat Otten bezield heeft dit verhaal te schrijven en wat hij ons ermee wil vertellen. Is het uiterst opzichtig geconstrueerde plot een vehikel voor een diepzinnig psychologisch drama, of ís er alleen maar plot en wil Otten ons laten zien dat hij hele ingenieuze plots kan verzinnen?
    Het is natuurlijk aardig bedacht om het verhaal door een schildersdoek te laten vertellen, alleen komt Otten er technisch zelf ook niet helemaal uit. Doek heeft al een bewustzijn als hij nog onderdeel van een rol is, onderdeel van een groter geheel, maar klaarblijkelijk heeft de rest van de rol dit bewustzijn niet zodra Doek er vanaf is gesneden. Het was misschien geloofwaardiger geweest Doek te introduceren als reeds opgespannen. Ook problematisch is de wijze waarop het bewustzijn van Doek op metafysische wijze op een polaroid wordt geïncarneerd. ‘Kunnen jullie door een sleutelgat? Ja, wij kunnen door een sleutelgat!’
    Dan die vermeende wens om iemand op de wereld te zetten, hoe zit het daar eigenlijk mee? Van kinderwens lijkt bij Schepper geen sprake te zijn, daar wordt in elk geval nergens in het boek gewag van gemaakt; Lidewij blijkt in verwachting, en dat is dat. Wordt dan de wens van Specht bedoeld, om zijn dode zoon Singer getransformeerd in Scheppers portret te (laten) herscheppen? Maar Singer is niet dood, leren wij aan het eind. Gaat het dan om Scheppers eigen kunstenaarschap? Dat blijkt nergens uit, Schepper is een portretschilder, met als grootste ambitie zijn huis te kunnen afbetalen, een weinig artistieke of creatieve ambitie. Is het dan allemaal een evangeliserende metafoor voor ‘het door God, de schepper, geschapen leven op aarde’? Specht en zoon zit vol met nogal kitscherige verwijzingen naar het Christusverhaal en het vader en zoon motief, maar de zin of noodzaak daarvan weet Otten nergens duidelijk te maken. Waar die andere Nederlandse bekeerling, Gerard Reve in Zelf schrijver worden parallellen trekt tussen het kunstenaarschap en de religieuze vervoering die volgens hem beide gestileerde emoties zijn en als thema de dood hebben, of waar - wat verder weg - Dostojevski in De Grootinquisiteur uit De Broers Karamazov het thema van de vrijheid en de vraag of de mens daar mee om kan gaan, aansnijdt, blijft Otten hangen in vage toespelingen die willen suggereren dat er méér is aan dit boek dan alleen een onderhoudend plot, maar die het niveau van de knipoog nergens overstijgen.
    Ronduit irritant zijn wat mij betreft de namen die Otten zijn personages meegeeft. Valéry Specht, Singer, Lidewij Langebeen, huize Nimmerdor, Fok Duivemelk, Procter Poldermol. Dat klinkt naar kinderboek. Wat is eigenlijk de doelgroep van Specht en zoon? Ik vermoed dat het Ottens ambitie was om middelbare scholieren aan het lezen te krijgen met een grappig plot en in godsnaam geen psychologische diepgang; literatuur, maar tóch leuk.           Otten dient ons louter flat characters op, het doek dat het verhaal vertelt is vanzelfsprekend plat en opgespannen, Schepper komt over als een weinig ambitieuze, weinig empathische, ontrouwe echtgenoot, maar verder komen we nauwelijks iets over hem of zijn zielenleven te weten. Lidewij krijgt nog minder (geen enkel) contour, Specht is een enigma en Singer een anekdote. Dit hoeft allemaal geen probleem te zijn als er een masterplan is waarin alles op zijn plek valt, de schepping als de perfecte misdaad, maar helaas geeft
Otten geen enkele aanleiding dit te veronderstellen. Het blijft daardoor allemaal zo plat als een dubbeltje. In die zin deed Specht en zoon mij denken aan De passievrucht van de pretentieloze Karel Glastra van Loon, voor de verfilming waarvan ik in een ander leven de muziek componeerde. De plot van Specht en zoon zou niet misstaan in de meesterlijke roman Op de rok van het universum van Tonnus Oosterhoff die vrijwel uitsluitend uit bestaande en zelfverzonnen plots bestaat, en waarin het plot van De passievrucht ook een cameo heeft. Oosterhoff stelt in zijn roman het plot als fenomeen ter discussie, dat kun je helaas van Otten niet zeggen.
    Aan de andere kant: "50,000,000 Elvis Fans Can't Be Wrong”. Specht en zoon beleefde tien drukken en kreeg de Libris literatuurprijs 2005. ‘Meesterlijk stilist raakt een zenuw,’ schreef Trouw destijds. En Arjan Peters in de Volkskrant: ‘wie bereidt is Otten te volgen, kómt ook ergens.’ Daar lijkt me geen speld tussen te krijgen.

Klaas ten Holt 2019