Ik bladerde door je oude schriften en
blocnotes op zoek naar, ja naar wat eigenlijk? Ik probeer een beetje op te
ruimen; de ruimte die je nog altijd inneemt hier in huis terug te dringen. Niet
omdat ik van je af wil, maar omdat het me verdrietig maakt.
Ik vond het dagboek dat we kennelijk samen
bijhielden toen Valentijn geboren was, ik was het vergeten. Toen hij nog geen
drie maanden oud was, gingen we naar New York op uitgestelde huwelijksreis.
Valentijn in een draagdoek op mijn buik. We zagen ons al samen in ons eigen
winkeltje op Broadway met stapels van die doeken. Iedereen vroeg hoe we eraan
kwamen, waar je zo’n ding kon bestellen.
Ik vond ook je dagboek over Swip’s geboorte.
Swip huilde veel als baby, we woonden te klein, ik was erg gedeprimeerd, onredelijk
en onzeker over mijn bestaan als componist. Dat leidde tot onze ‘grote’ crisis.
Het heeft niet veel gescheeld of ons huwelijk had het niet overleefd. Ik had
het bijna verpest. Toen vonden we een groter huis en kwam alles weer goed.
Ik las een nooit verstuurde brief aan je
ouders. Een brief waar nog hoop uit sprak op een betere vestandhouding. Maar
goed, je verstuurde hem niet.
Ik las het orginele script van onze eerste
videoclip ‘Winter’, en bladerde door je aantekeningen van een cursus scriptschrijven.
Was ik ook alweer vergeten, dat je dat had gedaan. Ik vond een bundel met
verhalen van jonge schrijvers uit de Haarlemmermeerpolder met een laaiend
enthousiaste opdracht van Nico Scheepmaker. Een bizar verhaal over een
verdrietige seriemoordenaar dat ik helemaal niet kende.
Je prachtige poezenverhalen zijn er ook nog
allemaal. Over onze kleine rode kater Socrates. Een stuk of twintig, misschien
te weinig, of toch net genoeg voor een ruim geïllustreerd kinderboek.
Ik heb het album met onze trouwfoto’s ook maar
een wat minder prominente plaats gegeven. Het staat nu boven in de kast bij de
andere fotoalbums. Ik weet niet precies waarom ik dat gedaan heb.
Gisteren kwam vriendin L. eten. We hebben
samen gekookt, het was heel gezellig. Ze vertelde over een nieuwe liefde.
Hoewel ik blij voor haar ben, maakte het me tegelijk verdrietig. Ik wil ook
liefde. Ik heb wat meer rode wijn gedronken dan goed is voor een Klaas. Ik vond
dat het wel mocht na een weekje op rantsoen met Valentijn in het VU ziekenhuis.
Ik heb een brief van jou aan Lulu in laten
lijsten en bij haar bed gehangen. Er is er ook een aan Swip. Valentijn is de
zijne kwijt. Het zijn niet echt brieven, meer kattebelletjes, maar het is toch
jammer. Misschien vinden we hem nog.
Daarna zijn we even bij je graf gaan kijken.
Ik had er zo’n behoefte aan, bij je te zijn, al ben je er natuurlijk niet echt.
Even bijpraten.