zaterdag 21 september 2013

Rood Hoedje

Vlak voor Bibian dood ging, kreeg ik van haar een hoedje.
In de mei-vakantie van 2012 waren we vanuit Meerle een dagje met z’n allen naar Antwerpen gegaan. In een ‘Western Shop’ lag een rood hoedje in de etalage. Volgens Bibian was het een dameshoedje, maar de verkoper legde uit dat dit soort hoedjes in de jaren veertig in de Verenigde Staten werden gedragen door Jazz- en Bluesmuzikanten.
Het was niet mijn eerste hoed. Jaren geleden kocht ik in een warenhuis in Moskou een ‘vaskresenje’, wat zondag betekent in het Russisch: een zondagse hoed. Het was een soort Soviet versie van de Stetson, een fraai zwart exemplaar. Helaas ben ik die kwijtgeraakt. Later kocht ik een soortgelijk vilten model bij The English Hatter in Amsterdam, dat ik nog steeds bezit.
Ik heb ook nog een fraaie, zeer zwierige donkerpaarse Borsalino, handgemaakt door mijn tante M., en een blauwe ‘Mao’ pet uit China, die ik beide nooit draag.
Omdat ik had bedacht dat ik het eerste jaar na Bibians dood een teken van rouw wilde dragen, vroeg ik haar om een lok van haar prachtige lange haar.
Ze knoopte een vlechtje en knipte dat voor me af. Ik maakte er zilveren sluiters aan, zodat ik het als armband zou kunnen dragen. Het haar bleek alleen te springerig en de sluiters niet stevig genoeg. Omdat ik bang was de lok te verliezen, heb ik er toen maar van afgezien.
Zo kwam ik op het idee van mijn rode hoedje als ‘rouwhoed’. Voor mij had het alles met Bibian te maken: zij haar kroon, ik mijn hoed.
Ik heb mijn rode rouw-hoedje vier seizoenen gedragen, en nu is het genoeg geweest: ik heb het afgezet. Soms droeg ik het met plezier, maar op sommige dagen moest ik mezelf dwingen hem op te zetten, omdat ik er zo verdrietig van werd. Ik was een beetje ‘die man met dat rode hoedje’ geworden. Soms werd ik ermee herkend op straat: Hé, u bent toch Klaas? Ja, dat zie ik aan uw hoedje!
Ik weet niet hoe lang rouw duurt; ik ben er in elk geval nog lang niet klaar mee, maar ik heb gedaan wat ik me had voorgenomen, en ik denk dat het goed is dat ik het nu niet meer draag.
Eigenlijk heb ik het gevoel dat ik nu pas ben begonnen met rouwen. Het eerste jaar is als in een roes voorbijgegaan, en nu de rook is opgetrokken, ben ik er klaar voor: rouw.