vrijdag 25 juli 2014

Twee jaar

Vandaag ben je twee jaar dood. Ik had met de kinderen pintxos willen gaan eten in San Sebastiaan, geen betere plek om aan jou te denken, maar alles is anders gelopen. Ik heb gisteren bij het straatjekeren de achterruit van ons busje verbrijzeld en nu zitten we wat langer vast op een camping in midden Frankrijk. De tranen stroomden me over de wangen van woede en frustratie.
Lulu wilde uitstappen om het muurtje te schoppen waar ik tegenaan was gereden, maar dat kon er ook niets aan doen.
    Het is hier warm en stil.
    Gisteravond heb ik met onze buren, die ons ten eten hadden gevraagd vanwege de autopech, veel rosé gedronken en over je gepraat. Ik heb ze het filmpje laten zien waar je Ophelia zingt in ‘De Nieuwe Anita’; moeilijk om in te schatten of dat ook voor mensen die jou niet hebben gekend zo indrukwekkend is.
    De jongens zijn groot geworden, je zou ze niet herkennen. Ze hebben hun prachtige lange haar kort laten knippen, want dat is nu eenmaal de mode. Pubers onderscheiden zich door er precies als andere pubers uit zien.
    Valentijn heeft de baard in de keel en praat in raadselachtige korte zinnen, afgewisseld met afgemeten lachjes achter in zijn keel. Swip wisselt bewondering voor zijn oudere broer af met grote irritatie. Ik probeer - niet altijd met succes - boven de partijen te staan.
    Lulu is vrolijk en uitgelaten; ze lijkt met de dag méér op je. Ze wil actrice worden en heeft al veel praktijkervaring opgedaan. Haar laatste wapenfeit is een glansrol in een Amerikaanse commercial voor het wasmiddel ‘All’, waarin ze de rol van Lucy uit ‘Peanuts’ vertolkt. Ze deed dat zo goed dat ik haar niet meteen herkende toen ik haar kwam ophalen op de set.
    Ik ben doorgegaan met schrijven, werk hard aan mijn roman die ‘Hotel Alfabet’ moet gaan heten. Na twee jaar stilte heb ik nu ook wel weer zin om te gaan componeren.
    Ik denk dat we het redelijk goed hebben met elkaar. We zijn je niet vergeten, praten over je, kijken naar de filmpjes die we hebben gemaakt en proberen net zo lekker te koken als jij deed.
Ik kom je regelmatig opzoeken op Sint Barbera om je op de hoogte te houden van alles wat we meemaken, ook al zeg je nooit iets terug. Maar dat hoeft ook niet; wat zou je moeten zeggen?
    Straks gaan we met z’n vieren eten in La Cantina in Chateau-Gontier. Zo leef je in ons voort.