zondag 19 februari 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

2 mei
’s Morgens aan het ontbijt een vervelend gesprek over de onverwachte extra kosten waar we van tijd tot tijd mee geconfronteerd worden en de gebrekkige organisatie. De groep is bang dat we in Indonesië nauwelijks zullen spelen of dat er zelfs helemaal niets is voorbereid. Ik ben daar zelf vrij optimistisch over maar beloof contact op te zullen nemen met de Nederlandse ambassade in Jakarta. Dan komt er een golf van kritiek op Jochum, die hier en daar niet helemaal onterecht is, maar wel voorbijgaat aan het feit dat hij zich geheel belangeloos enorm voor het welslagen van onze tournee heeft ingezet, vooral op momenten dat het vervolg van de reis bijzonder onzeker leek te zijn. Men vindt echter dat we het makkelijk zonder hem kunnen stellen en dat ik verder alles zelf maar moet regelen.
    Ik begrijp niet waar deze agressie voor nodig is, maar trek er wel mijn conclusies uit. Ik zal het in elk geval voor Jochum blijven opnemen.
    ’s Middags met Hans Croon de stad in richting de verboden stad. Het is broeierig warm in Beijing en veel straten zijn bijna helemaal overdekt met een haag van groene bomen. Het is druk op straat, overal zijn stalletjes met groente, fruit, limonade, schoenen, kleding, souvenirs, ijsjes en zelfs Chinese pornografie. (zelf spreken ze van art-photography) De meeste Chinezen dragen goedkope confectiepakken en hier en daar zie je nog oudere mannen en vrouwen in Maopakken. Kindertjes met een gat in de achterkant van hun broek bakken midden op de stoep een dikke drol. Het ruikt overigens overal lekker, oriëntaals, behalve wanneer je een van de vele openbare W.C.’s passeert, dan kun je maar beter even oversteken.


    In het hotel is het eten goed en onze kamers zijn uitstekend. Om twee uur hebben we een banket, ons aangeboden door de Chinese Peoples Organization for Friendship with Foreign Countries; Pekingeend natuurlijk. Behalve wij zijn daar een hoop hoge Chinezen van allerlei culturele organisaties, het hoofd van de Chinese Guitar Association en Christina Jansen, medewerkster van de Nederlandse Ambassade. We krijgen heerlijk eten opgediend bestaande uit alle organen en andere delen van de eend; hersens, maag , lever, borst etc. De voorzitter van de vriendschapsvereniging, een beminnelijke en zeer liberale man die jarenlang in Europa als ambassadeur heeft gewerkt brengt toasts uit en vertelt komische anekdotes. Het is allemaal zeer geanimeerd.
    Om zes uur vertrekken we wederom naar de concertzaal in een van de parken naast de verboden stad voor ons tweede en laatste concert in Beijing. Vanavond moeten we goed spelen want er komen allerlei hoge Chinezen en mensen van de ambassade kijken en er zal ook worden gefilmd.
    Ondanks enige technische problemen is het geluid deze keer heel behoorlijk en de zaal is ook goed gevuld. We spelen goed en het publiek is enthousiast. Alle nummers worden vooraf in het Chinees aangekondigd door een schattige Chinese in een galajurk. (vandaag een andere dan gisteren)
    Na het concert komt Dhr. van der Bergh, de Nederlandse Ambassadeur in Beijing ons samen met zijn vrouw feliciteren, Een aardige man, bijna het karikatuur van een ambassadeur. Hij wil verhalen horen en eet ondertussen alle koekjes op.
    De Nederlandse filmploeg legt alles voor het nageslacht vast op video terwijl ik Jochum even apart neem om hem uit te leggen dat hij zich niet zo nadrukkelijk als onze manager moet profileren omdat dit bij sommige van de geachte collegae irritaties opwekt. Hij zegt toe zich dan wel wat meer op de achtergrond te zullen houden. Het is duidelijk dat hij behoorlijk gekwetst is.
    Na afloop eten we met z’n allen in ons hotel, waar ik meen toch nog even terug te moeten komen op de verwijten die mij voor de voeten zijn geworpen. Dat wordt een zinloze discussie waarbij iedereen door elkaar schreeuwt en er niet geluisterd wordt. Heel vervelend allemaal en volgens mij ook volstrekt onnodig. Met een gevoel van naderend onheil ga ik slapen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten