woensdag 24 maart 2021

 


In oktober 1965 gingen mijn ouders, toen 29 en 30 jaar oud, Kees ten Holt (1935 - 1990) en Ursula Roth (1934 - 1981) uit elkaar. Mijn moeder nam mij (5 jaar oud) mee naar Israel, om zich met mij in de nieuwe heilstaat te vestigen in kibboets Lahav in de Negev. Mijn ouders schreven elkaar dagelijks, en al snel werd duidelijk dat ze moeilijk zonder elkaar konden. De volledige correspondentie (in ca. zeventig brieven) is bewaard gebleven.
(afl. 37)
 

 

Lahav, woensdag 1 december 1965, Ursula

lieve Kees,

liefje, sinds vanavond weet ik echt dat ik erg veel van je houd en dat ik een ontzettend lieve man heb die mij nooit heeft laten barsten en waar ik het aan te danken heb weet ik niet, maar hij helpt me nu ook weer en belt me zelfs op. Heus, je hoeft niet bang te zijn, ik zal niet meer veranderen, ik houd van jou en ik wil bij jou zijn en ik wil echt een goed huwelijk met jou hebben. We zullen veel praten en veel doen. We hebben er nu zoveel voor gedaan en alles wijst erop dat er niets kapot is, maar juist veel hersteld. Ik kan er niets aan doen, vanavond is het feest voorbij, ik ben vol hoop. Musaphs pessimisme (Prof. Dr. H. Musaph, behandelend psychiater van Ursula, KtH) begrijp ik heel goed, maar hij gelooft niet in wonderen en ik wel. Dat wil zeggen, liefje, ik geloof dat ik altijd mijn best heb gedaan de waarheid te zoeken en rechtschapen te handelen. Ik probeer altijd zo te leven als ik met mijn geweten verantwoorden kan, en ik geloof hierbij in goddelijke hulp. Ik probeer van alles de zin te zien. En het is oprecht waar dat mijn grote verwardheid en twijfel ook voortkwamen uit het feit dat ik meende dat mijn man, dus jij, mij door God was toegestaan en dat ik misschien heel verkeerd handelde door van je weg te lopen.
    Het is zo moeilijk precies te zeggen wat er met mij aan de hand is. Ik wil namelijk helemaal niet zozeer terug naar Amsterdam, het leven hier (niet zo precies de kibboets maar in Israël) trekt mij zeer aan. De mensen hier zijn ontzettend aardig voor ons, het zijn echt goede mensen die hun best voor je doen. Ik zie er tegenop om te zeggen dat ik wegga, maar ik geloof dat ze het zullen begrijpen. Ik hoop het tenminste, en ieder van hen die ooit in Amsterdam komt zal zeker bij ons gastvrij ontvangen worden. Ik heb zoveel nagedacht. Natuurlijk is het moeilijk je los te maken van de plaats waar je bent opgegroeid, maar al deze gevoelens zijn weg te redeneren, of in ieder geval verdwijnen ze na verloop van tijd. B.v. het verlangen naar een terras of kennissen of een bad. Maar dat was het niet zozeer. Iedere keer dat Klaas erg moeilijk was, (op verschillende manieren) werd ik zo neerslachtig, ik begon meteen te huilen, ik kon gewoon niet ophouden of me beheersen. Ik had zo’n buikpijn, en nog steeds iedere ochtend heb ik geen zin in de nieuwe dag, er zijn allerlei redenen voor, b.v. dat ik niet werk; ik lummel maar wat rond. Maar in de eerste plaats begrijpt iedereen het, en in de tweede plaats heb ik al tweemaal een andere oplossing bedacht en vandaag alweer een nieuwe: ik heb om naaiwerk om mee naar huis te nemen gevraagd.
    Alles en alles vraagt om denkkracht, en heus ik weet wel als ik dóórzet, wat Musaph me zei, dan raakt Klaas wel gewend aan de kinderen en aan het leven hier. En op een dag komt er dan misschien iemand die ik wel zou willen. Maar om dit alles gaat het niet, het gaat om het niet willen verbreken van een oude innige band, er is een verschuiving gekomen, ik zie dingen die ik eerst naar achteren schoof en ik zie ook een afgrond voor me, van een breuk, een nooit te versluieren breuk, een verleden wat nooit te vergeten is omdat het niet vergeten moet worden omdat het een deel van mezelf is geworden.
    Ik zie onze seksuele moeilijkheden nu helemaal niet als opgelost, helemaal niet, maar er is nu wel een wil om ze op te lossen. Want ik weet nu dat ik eigenlijk niets anders wil dan jou en ons gezin bij elkaar te houden. Ik begin me nu pas echt met je verbonden te voelen, omdat ik weet dat wij verbonden zijn door innige geestelijke en lichamelijke banden met als vrucht Klaas, die wij samen moeten opvoeden. Er is een spreekwoord dat zegt “de lucht van Israël maakt wijs”, het is gewoon waar. Het is goed dat ik hier naartoe ben gekomen. Heus, er zit een lijn in ons leven, wij leven niet zomaar erop los. Natuurlijk wél in de ogen van anderen. Je kunt ook zeggen: ze is van hem weggelopen, maar ze is weer bij hem teruggekomen, en ze leefden nog lang en gelukkig. Dat zeg ik, ik wil geen mislukkeling zijn, en ook geen tragisch leven leiden, ik wil leren te leven.
    Ik ben erg gelukkig met je telefoontje, er is niet veel meer gezegd dan ‘Hallo, ik versta je niet,’ maar het geeft niet. Het ging erom dat jij nog van me houdt, en dat sprak er uit, en wat me zeer verwarmde was de mededeling dat Jan en nog iemand (heb ik niet verstaan, schrijf me dat nog, was het Hans?) er ook aan meebetaald hebben, dat je zulke goede vrienden hebt.
    Haast je niet met het geld, ik houd het nu wel uit. Er is een ontzettende last van me afgevallen. Toen ik die brief postte, zei ik bij mezelf ‘dit is een kostbare brief,’ hij kreeg mijn beste wensen voor een behouden overtocht mee. Hij heeft je ontzettend vlug bereikt. Ik heb hem zondagochtend verstuurd en met expresse. Ik zal Musaph nog een keer schrijven, ik zal even afwachten wat hij schrijft, maar op mijn besluit kom ik niet terug, ik wil het eigenlijk niet eens meer zeggen.
    Ik zal mijn resterende tijd hier goed gebruiken, goed nadenken in zeer positieve zin. Het komt niet altijd op tijd aan om iets in te kunnen zien, het is een inzicht, een geschenk, een stap, een sprong, een licht dat je ziet, een inspanning die ineens resultaat afwerpt, een barrière die wordt weggenomen.
    Liefje, nu ga ik naar bed. Op mijn schoot ligt “Jet”, de nieuwe poes die ik vandaag van Nomi kreeg. Ik heb veel zin om haar mee te nemen, want het is een loeder, net iets voor Marie. En mooi is ze ook. Wit met zwarte vlekken.
    Kees, ik denk dat ik hier als reden voor mijn weggaan zal opgeven dat jij me opbelde dat ik thuis moest komen en dat ik het doe omdat ik nu ook vind dat ik ons gezin bij elkaar moet houden. Ik denk namelijk dat ze dat het beste zullen begrijpen. Vind je dat goed?
    Liefje, schrijf me gauw, veel liefs van Ursula.

P.S.
de telefoonlijn van Be’er Sheva was stuk, daarom werd de verbinding verbroken, ik heb nog een hele tijd ruzie in het Duits (dat is de beste taal ervoor) gemaakt met de telefonist. ‘Waarom schreeuwt u zo, mevrouw? Schreeuwt u toch niet zo. Shalom, shalom, de lijn is stuk. U kunt niet meer spreken, shalom.’


Geen opmerkingen:

Een reactie posten