Free Palestine
Met mijn dochter loop ik door de Ruysdaelstraat tegen de stroom in het rood geklede demonstranten in die van metrohalte De Pijp op weg zijn naar het Museumplein. Wij zijn de enigen die de andere kant op gaan, want op weg naar de Jumbo om boodschappen te gaan doen, wat me een ongemakkelijk gevoel geeft. Het zijn gewone mensen, mannen en vrouwen, jong en oud, maar ze kijken allemaal op dezelfde manier, dezelfde gedeelde verontwaardiging vermengd met trots aan de goede kant te staan, het gelijk aan hun kant te hebben en de geruststellende zekerheid dat iedereen om hen heen dat ook vindt, dat staat in al die ogen geschreven. Dit is het moment waarop individuen een massa worden, transformeren naar iets dat het persoonlijke overstijgt, een proces dat de Griekse componist Xenakis ook al fascineerde: wanneer verandert een verzameling nog onderscheidbare eenheden in een massa, een nieuwe entiteit, een lichaam waarbinnen andere regels gelden, het persoonlijke wordt opgeofferd aan de regels van het collectief, de eigen verantwoordelijkheid niet meer geldt, de ingeslagen richting blind wordt gevolgd.
Maar mijn dochter en ik dus niet, wij zijn samen op weg naar de Jumbo.
‘Moet je niet gaan demonstreren?’ vraag ik haar, omdat ik weet dat zij er anders over denkt dan ik.
‘Eigenlijk wel,’ zegt ze. ‘Normaal gesproken was ik wel gegaan.’
Maar vandaag is niet normaal. Het is uit met haar vriendje en alles staat in het teken van haar verdriet. Ze weet heel goed dat ze de juiste beslissing heeft genomen, maar tegelijk is ze daar kapot van. De verlammende angst om weer alleen te zijn, niet meer bij iemand te horen, niet langer meer opgenomen te zijn in een groter geheel, doet vaak meer pijn dan het gemis zelf.
‘Ik weet precies waar je nu bent,’ zeg ik tegen haar. ‘Ik ben daar ook geweest. Liefdesverdriet is het ergste wat er is.’
‘Ik wil er niet over praten, papa.’
‘Nee.’
Weer thuis kijk ik uit het raam naar de lange stroom mensen op weg naar het Museumplein. ‘Free Palestine,’ klinkt het uit de verte. Zouden ze beseffen wat ze daarmee zeggen? Wat de consequentie van hun woorden zou kunnen zijn? Maar wat doet dat er hier vandaag ook toe, het zijn fijne woorden om te scanderen, en het klinkt geweldig uit zoveel kelen. En de meerderheid heeft altijd gelijk, zoals Johan en Cornelis de Witt lang geleden al eens ondervonden. Ook toen bleek later pas dat het misschien toch net een beetje anders zat dan hoe het de woedende Haagse demonstranten was voorgehouden.
Maar massa’s zijn altijd ongenuanceerd, kennen geen twijfel en laten zich noodzakelijkerwijs bespelen. Het gevoel deel te zijn van een groter geheel, je daar aan over te hebben gegeven, doet iets met je wil, met je besturingssysteem. Het is verslavend en bovendien genetisch ingebakken. En het fijne is, mocht ooit blijken dat het misschien toch anders was dan je toen dacht, toen je daar met je rode trui of je keffiyeh tussen al die mensen stond te roepen en te zingen, dan geldt er een soort ontoerekeningsvatbaarheid voor jou als individu. Je bestond toen immers even niet, opgegaan als je was in een lichaam van gelijkgestemden, volkomen vreemden van elkaar, maar verbonden door een abstract idee - want wie overziet werkelijk de geschiedenis, beheerst alle parameters - , gehypnotiseerd door de ritmische herhaling van een aangereikte boodschap. En de geschiedenis leert dat zo'n boodschap fluïde is, want het gaat meer om de herhaling dan om de boodschap zelf, waarvan de herkomst altijd duister is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten