dinsdag 11 september 2012

Vintage

 
In de zomer van 1976 werkte ik acht weken voor de firma Beiersdorf die kantoor hield aan de Amstel, achter de Nederlandse bank. Ik moest een kaartsysteem dat iemand uit de kast had laten vallen opnieuw op alphabet zetten. Halverwege ontstond er een meningsverschil over hoe ik de kaarten moest sorteren en kon ik overnieuw beginnen. Ik sorteerde op klant, maar het moest juist op bedrijf, of andersom. Mij maakte het niets uit, ik wist wat ik verdiende – iets meer dan waar ik feitelijk recht op had, want ik had over mijn leeftijd gelogen; het was nog vóór de invoering van het fiscaal nummer – en ik had uitgerekend dat ik in acht weken een Fender Stratocaster (electrische gitaar) bij elkaar gespaard zou hebben.
Na die acht weken stapte ik met zestien nieuwe briefjes van honderd in mijn portemonnee muziekwinkel Sacksioni binnen en vroeg om een Strat. Ik wilde een witte met een maple hals, net als Jimi Hendrix in Woodstock had bespeeld.
Die hadden ze niet op voorraad, maar ze konden hem wel voor me bestellen. Zodoende moest ik nog twee maanden wachten op het door mij fel begeerde instrument.
Ik heb er niet heel erg lang plezier van gehad, want een jaar of vier later – ik speelde inmiddels in diverse bandjes – werd er ingebroken in onze oefenruimte. Omdat ik de enige was met ‘professionele’ spullen, werden alleen mijn gitaar en versterker meegenomen. Niet verzekerd natuurlijk. Weg.
Mijn fraaie witte Strat was inmiddels kobalt blauw overgeverfd en voorzien van een oranje slagplaat, nadat ik hem daarvoor eerst nog eigenhandig zilver had gespoten en er andere pick-ups op had gezet. Dat deed je namelijk in de tachtiger jaren met dure gitaren.
Ik speel nog altijd op een Strat. Op een nieuwe. Er is een hele cultus ontstaan rond zogenaamde ‘vintage’ instrumenten. Oude gitaren, liefst uit de vijftiger of zestiger jaren van de vorige eeuw, wil men ons doen geloven, klinken beter dan nieuwe. Wie ze vervolgens bespeelt maakt kennelijk niet uit. Een oud instrument heeft nou eenmaal een warmer en doorleefder geluid, zo wil de mythe.
Ik herinner mij een interview met Hendrix waarin die zich hier al over beklaagt. Hij kocht zijn gitaren gewoon nieuw in de winkel. Probeerde er een paar en koos het instrument dat hem het beste beviel. Op het net vond ik ooit een dubbel blinde test waarbij een Stradivarius en een Guarneri werden vergeleken met moderne violen. De Strad kwam als slechtste uit de test, een tachtigerjaren model als beste.
Ik heb mijn instrumenten altijd intuitief gekozen vanwege het model of de kleur, en ook vrijwel altijd ‘nieuw’ gekocht. Soms duurde het even voor ik er een fatsoenlijk geluid uit kreeg, maar ik heb er nooit spijt van gehad. Ik zie het juist als een uitdaging een gitaar naar mijn hand te zetten. In de winkel zitten er toch altijd de verkeerde snaren op en moet je op een rare versterker spelen terwijl de verkoper je niet met rust laat en de andere klanten ongevraagd commentaar leveren. En als je er maar lang genoeg op speelt wordt hij vanzelf vintage.


1 opmerking:

  1. een waarheid als een koe
    wij zijn langzamerhand
    ook vintage.........

    BeantwoordenVerwijderen