Volgens mij bestaan er twee soorten
componisten. De ene soort is in harmonie geïnteresseerd en denkt vertikaal, de
andere soort is in melodie geïnteresseerd en denkt horizontaal. Combinaties
komen bijna niet voor; de enige die ik kan verzinnen is Bach, maar die valt
sowieso buiten elke categorie.
De vertikalen schrijven dus vooral akkoorden,
samenklanken, en componeren van akkoord naar akkoord. Dat zijn ook de
componisten die in orkestratie zijn geïnteresseerd. Om hun akkoorden te
verfraaien en gewichtiger te maken verzinnen ze de meest exotische combinaties
van instrumenten, of schrijven ze soms zelfs compleet nieuwe instrumenten voor
die ze zelf vervaardigen of door anderen laten bouwen. Ze creëren een soort
muzikale toren van Babel. Het symfonieorkest is hun medium bij uitstek. Dit
soort componisten wordt al snel – door geïmponeerde concertbezoekers - met termen
als ‘geniaal’ betiteld.
Hun partituren staan vol aanwijzingen als:
zich verliezend, aanzwellend, nóg luider, ondraaglijk luid, etc. Er wordt veel
gebladerd in orkestratieboeken en partituren van beroemde collega’s. Als je –
zoals ik – meer in het horizontale aspect van muziek bent geïnteresseerd, valt
er aan hun muziek niet zoveel te beleven. De symfonieën van Mahler vormen het
absolute en intimiderende hoogtepunt. Een orgasme van klankerupties, of, dat
kan dus ook, een hoop gebakken lucht.
De horizontalen houden van melos en
contrapunt. Het mysterie van de spanning tussen de ene noot en de andere noot;
de relatie tussen de ene stem en de andere stem. Wat er dan ‘toevallig’ onder
en boven elkaar klinkt is het resultaat van de stemvoering en ook alleen in die
context te begrijpen. Een vertikale analyse van elke tel kan dan soms vreemde
samenklanken opleveren, die alleen relevant zijn in de context van het verloop
van alle stemmen.
Componisten van deze categorie verstaan hun
vak natuurlijk ook, maar zullen toch minder belang hechten aan de orkestratie
van hun muziek. Stravinsky zei ooit dat hij orkestreren heel gemakkelijk vond:
‘Je verdeelt alle noten over het orkest en je moet er alleen maar voor zorgen
dat je voor alle instrumenten noten voorschrijft die binnen hun bereik vallen.’
Dat bedoelde hij natuurlijk ironisch, hij kon meesterlijk en heel origineel
orkestreren, maar het zegt wel iets over zijn houding als componist. Waar voor
hem het zwaartepunt lag.
Componist Guus Janssen, die ik hierbij voor
het gemak maar even tot horizontalist bombardeer, vertelde mij eens dat hij een
compositie (van hemzelf) pas ‘vertrouwde’ als deze ook in een andere bezetting
tot haar recht kwam. Het ging hem dus om de noten, en niet om de kleurtjes.
Ik heb zelf stiekem altijd het gevoel dat de
vertikalen, de kleurenzwelgers dus, gewoon iets missen, en dat gemis proberen
te camoufleren met een caleidoscoop aan suggestieve klankschakeringen. Het
lijkt heel wat, maar het is eigenlijk niet zo veel. Dat heeft iets onmachtigs,
iets impotents zou je kunnen zeggen. Mannetjesmuziek. De horizontalen
daarentegen, hebben niets te verbergen, en zeggen gewoon wat ze willen zeggen.
Dat vergt een andere, meer aardse levenshouding.
Oef, heavy stuff....Ik begrijp het allemaal niet zo heel goed, maar ik proef er wel duidelijk uit dat jij een echte "vakidioot" bent (en dat bedoel ik positief) en dat jouw manier van muziek maken en componeren voor jou zo'n beetje gelijk staat als ademen. Een soort primaire levensbehoefte. Dat is echt bijzonder. Misschien helpt 't je.
BeantwoordenVerwijderendan behoor ik tot
BeantwoordenVerwijderende horizontale
heb niets te verbergen
ben heeeeeel aards
ook al componeer ik niet
http://www.youtube.com/watch?v=XuxUE5FnLCM&feature=related
Verwijderende eenvoud van het instrument
daar ligt zijn/haar kracht
de klank
en de woorden er onder
moest ineens aan jullie denken
verleden en heden
komen tezamen
:-) Hou ik van, zulke zelf-ontdekte structuren hoe de wereld / de mensen / de componisten in elkaar zit(ten).
BeantwoordenVerwijderenGa zo door. Ik volg je blog met groot genoegen.