zaterdag 25 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

5 juni
Ik sta vroeg op, doe braaf de oefeningen voor mijn rug die ik met ijzeren discipline bijna elke dag heb gedaan en om negen uur ga ik met Dicky (onze geluidstechnicus) naar een autoverhuurbedrijf om een open jeep op te halen die hij daar gisteren al had gereserveerd. Het blijkt de laatste die ze nog hebben, dus we hebben geluk gehad. Voor 30.000 roepia (± ƒ 40,-) is hij de hele dag van ons.
    Om elf uur vertrekken we met Hans en Darja richting Den Passar. We proberen om de stad heen te rijden want we willen de bergen in ten noorden van de stad, maar door de slechte bewegwijzering raken we toch verzeild in de files en de verkeerschaos. Zodra we daar weer uit zijn, wordt het rustig op de weg, en hoe hoger we komen hoe schoner het landschap. Veel groene, groene rijstvelden met verschillende soorten palmen en vetplanten. Voorlopig is de hemel nog strakblauw; het is warm en droog hier op Bali.
    Voorbij de rijstvelden beginnen de bossen met vele soorten hoge bomen met luchtwortels en lianen, enorme bamboestengels en nog meer palmen. Overal waar we stoppen worden we onmiddellijk omringd door kooplui van alle leeftijden die ons houtsnijwerk en batik te koop aanbieden voor prijzen die ver onder die in de steden en de hotels liggen. Ergens in de bergen stoppen we bij een open plek in het bos, omringd en bijna overwoekerd door hele hoge bomen. Hier staan verschillende houten stellages en offerandes en grote houten roosters waar de Balinezen hun doden op cremeren. Hier hoor je alleen nog het ruisen van de palmen in de wind.


    Een klein gerimpeld mannetje komt ons vertellen dat we hier maar niet moeten blijven, beter kunnen we een foto van hém maken terwijl hij met blote voeten in een palmboom klimt, of eentje samen met zijn tandeloze vrouw die alleen een gebatikte lendendoek draagt.


    ’s Middags valt er weer een korte, maar hevige stortbui terwijl ik de jeep bestuur over de smalle kronkelweggetjes en de haarspeldbochten bergafwaarts. Het is duidelijk dat we hier veel te kort zijn, in dit aardse paradijs. Wanneer je maar even van de stranden weggaat zie je vrijwel geen toeristen meer, die alles gelijkmaken en verpesten, maar tegelijk wel de belangrijkste bron van inkomsten zijn.
    We komen door allerlei dorpjes waar de mensen zich in de rivier staan te wassen en waar je overal zeer rijk versierde tempeltjes en beelden ziet. Tanige, gespierde mensen, die er heel wat gezonder uitzien dan de volgevreten en altijd ontevreden kijkende Australiërs en Hollanders die de luxehotels bevolken.
    Als we om een uur of zes weer terug in het hotel zijn, horen we het verschrikkelijke nieuws uit China. Dat er iets ging gebeuren was wel duidelijk, maar dit had toch echt niemand verwacht. Volgens mij zijn de studenten op het Tiananmenplein puur het slachtoffer geworden van een ordinaire machtsstrijd binnen de partijtop. Hiermee is in elk geval de klok voor de democratie weer een jaar of tien achteruit gezet. Veertienhonderd doden en duizenden gewonden, actievoerend voor een zaak waar geen weldenkend mens het mee oneens kan zijn: bestrijding van corruptie, vrijheid van meningsuiting, etc. Op 4 mei leek alles nog zo hoopvol en veelbelovend.
    Niemand heeft meer zin in het concert van vanavond. Het is ook wel jammer dat nou net het laatste concert van onze tournee in een stomme discotheek in het Bali Hyatt moet zijn, waar niemand in ons geïnteresseerd is, maar het is nou eenmaal niet anders en het doet niets af aan de fantastische reis die we hebben gemaakt. Veel erger dan gisteren kan het niet worden.
    Er zit ditmaal bijna niemand in de discotheek en ik kort de setlijst drastisch in. We spelen onze partijen vlekkeloos maar ongeïnspireerd. Na afloop drinken we nog wat koud Bintang bier in de lege discotheek waar de vierkwartsmaten als mitrailleurschoten in de ruimte weerkaatsen. Morgen begint de lange reis terug naar Amsterdam.



vrijdag 24 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

4 juni
Met mijn rug gaat het nog steeds niet goed, maar het is wel uit te houden.
    ’s Morgens worden we naar het vliegveld gebracht vanwaar we met een Douglas straalvliegtuig in een uurtje naar Bali vliegen, waar we onze laatste twee concerten in de discotheek van het Bali Hyatt hotel zullen geven. Ik vrees dat het weer net zo vervelend zal zijn als in het Sahid Jaya in Jakarta, maar misschien valt het mee.
    We hebben schitterende kamers met openslaande deuren die direct op het strand uitkijken en een paar van de twintigduizend eilanden waaruit Indonesië bestaat. Het is opnieuw een super de luxe hotel, maar alles wordt voor ons betaald. Er slenteren voornamelijk rijke Australische proletenkoppen over het strand en door de gangen van het hotel.
    Morgen is de laatste dag van onze tournee en ik vind dat ik tevreden mag zijn. We hebben in drieënvijftig dagen drieëntwintig concerten gegeven waarvan de meeste leuk en succesvol en we hebben ook aardig wat kilometers afgelegd. Ik ben nu verder van huis en Riëtte dan ik ooit in mijn leven ben geweest.
    We eten overheerlijk in het restaurant waar we kunnen bestellen wat we willen en om half acht doen we de soundcheck in de Bali Hyatt disco. Het geluid is goed, maar we zijn hier duidelijk op de verkeerde locatie neergezet. Ik bereid me voor op een vervelend publiek en loop nog wat over het verlaten strand waar je nu alleen het rollen van de branding en het ruisen van de wind door de palmen hoort. Wat een paradijs zou het hier kunnen zijn zonder dit soort foute hotels en zonder massatoerisme.
    Om een uur of elf begint ons concert in de discotheek war niet veel publiek is. Het Indonesische gedeelte van het publiek vindt het leuk en klapt braaf na elk nummer, maar een groep Hollandse Australiërs wordt steeds rumoeriger. Wanneer ik er genoeg van krijg nodig ik ze uit om liever een duik in het zwembad te gaan nemen en dan liefst langer dan tien minuten onder water te blijven. Veel meer dan fuck you komt er niet uit, maar Hollanders staan ook niet per se bekend om hun gevatheid.
    Ik laat me niet van de wijs brengen, al merk ik dat de rest van de groep het er moeilijk mee heeft, en we spelen onze volledige set uit. We spelen behoorlijk goed, zij het hier en daar wat krampachtig, maar dat was wel te verwachten. Wanneer na ons concert de monotone dreun van de disco weer begint taaien de landverraders al snel af. Ze vervelen zich hier kennelijk al net zo als ze dat hun hele leven al doen. De manager van de disco is tevreden en wil absoluut dat we morgen weer spelen. Als hij het wil, wil ik het ook.
    Na afloop drinken we nog wat, maar ik maak het niet te laat. Morgen zullen we een jeep huren en het eiland een beetje verkennen. Over drie dagen ben ik weer thuis bij Riëtte waar ik hoor en die ik nooit zo lang alleen had mogen laten.

woensdag 22 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

3 juni
Het is een mooie dag en met Vincent en Roos huur ik twee Honda motoren voor 7000 roepia p.p. voor de hele dag - niemand vraagt naar een rijbewijs - waarmee we naar zee rijden, zo’n veertig kilometer buiten Yogya.
    Het verkeer is levensgevaarlijk en mijn motor is slecht afgesteld, waardoor hij steeds afslaat als ik moet stoppen voor een verkeerslicht. Zodra we Yogya uit zijn kunnen we harder rijden en scheuren we langs de sawa’s en de palmbossen. Aan zee is het heel warm, maar niemand gaat het water in vanwege de zeer sterke onderstroming die je overal langs de zuidkust van Java hebt.
    We eten wat in een restaurantje en lopen toch een klein stukje de zee in. Oude vrouwtjes met door de zon gelooide gezichten verkopen kokosnoten met heerlijk kokoswater erin.
    Na een uur rijden we weer terug naar Yogya omdat we vanavond weer moeten spelen. In Yogya begint het plotseling hard te regenen en slaat mijn motor af. Uiteindelijk krijg ik hem helemaal niet meer aan de praat en moet ik hem terugduwen naar het motorverhuurbedrijf. Daar krijgen ze hem ook niet gestart, maar goed dat is hun probleem. Drijfnat kom ik terug in het hotel, maar ik heb wel een fantastische (verjaar)dag gehad. Voor het eerst motor rijden op een slecht afgestelde Honda in het beruchte Indonesische verkeer waar je ook nog links moet rijden, dat lijkt me een aardige vuurdoop.

    ’s Avonds spelen we ons tweede concert in het Karta Pustaka, waar het nu iets drukker is dan gisteren, maar toch niet helemaal uitverkocht ondanks de ongelofelijk positieve recensie in de Jakarta Post. We schijnen concurrentie te hebben van een bokswedstrijd in de stad.
    We spelen opnieuw heel goed en hebben ook veel succes. De mensen kijken hier toch minder vreemd aan tegen onze muziek en zijn duidelijk wat meer gewend.
    Na afloop zijn er de cadeautjes en de speechen en doe ik nog een interview met een hopeloze radioamateur.
    Na een late maaltijd in het hotel en een paar baantjes in het zwembad lig ik om half twaalf in bed. Ik slaap hier goed.


In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

2 juni
’s Morgens met Franky en Roos naar de MD Moeljodihardjo zilverfabriek, in een gedeelte van Yogya dat Silvercity wordt genoemd. Overdag zijn hier kleine en grote zilverfabrieken waar ze sierraden en souvenirs maken. Ik koop wat ringen en kettingen, alles is spotgoedkoop en over de prijzen valt te onderhandelen.
    Om vijf uur doen we de geluidstest in het Karta Pustaka, een centrum dat de Nederlandse cultuur in Yogya uitdraagt, en moeten we nog tot half acht wachten tot ons concert begint.
    De zaal is driekwart gevuld en we hebben veel succes. Door het vele spelen raken we steeds beter op elkaar ingespeeld en dat is te horen ook. Na het concert krijgen we bloemen en eten we een late maaltijd in het hotel. Om twaalf uur wordt ik jarig, in de veronderstelling dat niemand er iets van weet. Net als ik iedereen een drankje wil aanbieden, krijg ik van Corrie een klein pakje met een mooie brief en wordt er gezongen. De band heeft voor wodka en bacardi rum gezorgd en die missen hun uitwerking niet: naaktzwemmen tot grote hilariteit van het hotelpersoneel. Om een uur of één lig ik in bed. Ik heb nog steeds spierpijn en neem een spierontspanner en een valium in de hoop dat ik er morgen geen last meer van heb. 

dinsdag 21 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

1 juni
’s Morgens wordt ons een excursie naar de Borobodur aangeboden, ongeveer een uur buiten Yogya met de bus. Er is bijna geen wolkje aan de lucht en het is warm geworden. Eerst maken we nog een tussenstop bij een ander tempeltje waar we overvallen worden door verkopers van souvenirs en prullaria en manke of anderszins invalide bedelaars. Ik wijs steeds naar Edwin en zeg dat hij veel geld heeft en alles koopt. Dat helpt, en daarbij koopt Edwin ook alles. Het tempeltje is mooi, maar wordt toch wel een beetje ontsierd door de vele kraampjes er omheen.
    Dan rijden we door naar de Borobodur, een boeddhistische tempel uit de negende eeuw, een van de mooist en grootste buiten India, en pas in de vorige eeuw ontdekt door Thomas Stamford Raffles (luitenant-gouverneur van Java en schrijver van The history of Java 1817), toen India korte tijd in Engelse handen was, vlak na de Napoleontische tijd.


    Ook hier barst het van de souvenirwinkeltjes, maar voorbij de trap naar de tempel wordt het rustiger. Het toeristenseizoen is nog niet echt begonnen en er is dan ook bijna niemand op de prachtige tempel, trapsgewijs gebouwd in negen verdiepingen, overal versiert met reliëfs en beelden en grote, donkere, stenen wierookbranders in de vorm van klokken, met boeddha’s erin. De top van de tempel ziet er ook uit als een grote klok, maar alles van grove, donkere steen.
    Je kijkt uit op de bergen en de palmbomen en de vrijwel strakblauwe lucht met wat schaapswolken die regen voorspellen. Ik koop een beschilderde parasol en twee leren tassen in een van de vele kraampjes.
    We lunchen in het hotel en de rest van de middag hang ik een beetje in het zwembad en op mijn kamer. Ik voel me licht rozig van de zon. Om een uur of vier valt er weer een korte, maar zeer hevige stortbui die wat verkoeling brengt.
    Na het avondeten slenter ik een flink eind langs de vele winkeltjes op Malioboro street en kan ik het niet laten toch weer van alles te kopen. Een jongen spreekt me aan en vraagt of ik een toerist ben. Hij is student en bijna klaar met zijn studie, en wil hier weg; om persoonlijke redenen kan hij hier niet blijven. Ik moet naar de redenen raden.
    ‘Heb je problemen met je ouders?’ Goed gegokt.
    ‘Gaat het om een relatie die je ouders niet goedkeuren?’ Weer raak. We moeten eerst een zijstraatje in voor hij vertelt wat ik al had begrepen: hij is homoseksueel en dat is hier niet geaccepteerd. Naast zijn studie heeft hij ook nog een kapperszaak en hij hoopt in Europa als kapper te kunnen werken en dan een opleiding als modeontwerper te kunnen volgen. Volgen hem zijn tussen de vijfennegentig en de negenennegentig procent van alle mensen in de modewereld homoseksueel en dat spreekt hem wel aan. Hij is pas drieëntwintig, maar ik denk dat hij in Europa een goede kans maakt om werk te vinden, hij lijkt me een handige jongen. Hij leeft van zijn werk als kapper waarmee hij 400.000 roepia per maand (ca. ƒ 500,-) verdient en hij wil niet dat ik de drankjes betaal die hij me aanbiedt.
    Hij zegt dat hij zijn seksuele contacten altijd op straat opdoet, soms wel drie verschillende in een week en dat het hem erg ongelukkig maakt. Hij had gehoord dat homo’s in Holland kunnen trouwen, maar volgens mij is dat niet, of nóg niet zo; wél in Denemarken. Hij heeft een vriend in Amstelveen, en in oktober komt hij naar Nederland.
    Ik ga weer terug naar mijn hotel, drink nog wat en lig om half twaalf in bed.


maandag 20 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

31 mei
Om vier uur op met de smaak van het bier nog in mijn mond. Mijn soms slecht gedisciplineerde ensemble doet overal veel te lang over en ik raak een beetje in paniek dat we de trein zullen missen. Gelukkig zijn we op tijd, en in het half donker vertrekken we met de tweede klas trein vanaf het station van Bandung naar Yogya.
    Vooral de eerste helft van de reis is onvergetelijk. Er hangen nog mistflarden rond de bergen en het land ligt half verscholen in de ochtendnevel. Wanneer de zon opkomt veranderen de kleuren en verdwijnt de mist. Wat een groen land is dit! Overal kokospalmen, bananenbomen, papaya’s en rijstvelden. De trein rijdt door de dalen en boort zich soms door een berg. Als de zon klimt wordt het warm in de trein waar je gelukkig van alles kunt bestellen, tot nasi goreng aan toe. Bij elk stationnetje wordt onze coupé overspoeld door kleine zelfstandigen die van alles te koop aanbieden of alleen maar bedelen.

    De deuren blijven de hele reis open en het is heerlijk om op de trap in de open deur te zitten met de koele wind in je gezicht terwijl het landschap aan je voorbij glijdt. vooral de vele hoge bruggen zijn op die manier spectaculair omdat je recht de diepte in kunt kijken. Tegenover me zit een meisje uit Singapore dat hier voor vakantie is. Ze is lerares Engels en ze heet Money. Ze kent de namen van alle planten en bomen die we passeren en vertelt over Singapore, een stadstaat waar alles om geld draait. Nice for shopping.
    Om drie uur komen we behoorlijk gaar aan in Yogya, waar we gelukkig van de trein gehaald worden en naar het Batik Palace hotel gereden. Dit keer niet zo luxueus, maar wel heel mooi en met het zwembad tegenover mijn kamerdeur. Er is een goed restaurant en alles is zeer betaalbaar.
    ’s Avonds maak ik een wandeling over Malioboro street, langs de duizenden winkeltjes en kraampjes. Hier zijn vuurspuwers, fietstaxi’s, hoertjes, eettentjes, alles voor de toerist. Ik koop alleen een wajangpop. Op de terugweg maak ik een praatje in de poolroom naast het hotel waar om geld wordt gespeeld. Om een uur of twaalf lig ik in bed.

zondag 19 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

30 mei
Half acht op. Ik begin weer een beetje last van mijn rug te krijgen. Engels ontbijt en dan met de bus eerst langs het Erasmushuis waar we eindelijk uitbetaald zullen worden. drieënhalf miljoen roepia’s, ongeveer vijfhonderd gulden de man, plus nog wat extra om wat onkosten van te betalen. Er komt een telefoontje dat Franky een Volendams kostuum heeft geleend en niet teruggebracht. Het lijkt een grap maar het blijkt wáár. Wat moet die idioot in godsnaam met een traditioneel Volendams kostuum?
    Vanuit het Erasmushuis brengt de bus ons over de nieuwe tolweg naar Bandung. Een schitterende tocht langs de sawa’s, steeds hoger de bergen in. Wel valt er af en toe een regenbui. De natuur is over de hele wereld in de war, het hoort hier de heetste tijd van het jaar te zijn. Dat noemen ze het ‘broeikaseffect’; als gevolg van de enorme vervuiling wordt de aarde langzaam warmer met alle gevolgen van dien.
    In Bandung logeren we in het Savoy Homann Hotel, het zoveelste luxe hotel. De servicekosten vallen gelukkig erg mee, en nu heeft iedereen weer wat geld! Het regent en we hebben maar weinig tijd want om zes uur moeten we al weer sounchecken. Ik bestel sate ayam en gado gado op mijn kamer, erg lekker.
    Het zaaltje ziet er keurig uit en de geluidsinstallatie valt mee. Het enige dat mij stoort is een groot portret van Suharto links boven het podium en een van een andere hoogwaardigheidsbekleder rechts. Als er even niemand is, haal ik de portretten weg en verstop ze achter een oude piano in onze kleedkamer. Als ik speel ben ik de baas op het podium.
    Het concert begint om half acht na speeches van de Nederlandse consul en twee Indonesische officials. De zaal zit vol met Hollanders en de gemiddelde leeftijd is hoog; ik vrees het ergste. Het publiek is echter laaiend enthousiast en ik moet zeggen dat we ook bijzonder goed spelen. Na afloop zijn er weer speeches en krijgen we prullaria aangeboden van de vrouw van de consul. De politie wil onze werkvergunning zien, die niet in orde blijkt te zijn. Gelukkig is de consul er om te bemiddelen, en hij beloofd voor de vereiste papieren te zullen zorgen en die naar Yogya te zullen sturen. De zorgen blijven dus tot het laatst.
    We drinken nog wat in het café van het hotel waar live muziek is. Om elf uur taai ik af want we moeten morgen al om vier uur op om de ochtendtrein naar Yogya te halen.

zaterdag 18 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

29 mei
Om half acht op, Engels ontbijt in het hotel. Om negen uur heb ik een afspraak op de Nederlandse ambassade met van der Berg om de laatste problemen rond onze reis te bespreken en te horen wanneer we onze ƒ 50,- sejours eindelijk krijgen. Alles blijkt nu geregeld en in orde, het geld zullen we morgenochtend vroeg krijgen. We hebben nu alle tickets in ons bezit en in principe kan er niets meer mis gaan en komen we in elk geval niet meer voor onverwachte financiële verassingen te staan.
    Toch nog niet helemaal gerust gaan we terug naar het hotel waar ik de tijd tot de geluidstest op bed doorbreng. Zolang ik niet zeker weet dat alles nu in orde is, kan ik de energie niet meer opbrengen om iets te ondernemen.
    De geluidstest is veelbelovend, ze hebben zonder meer de beste apparatuur die we de hele toernee hebben gehad. Om half zeven eten we in het Erasmushuis met van der Berg. Ons concert had om half acht moeten beginnen, maar dat wordt een half uur later omdat Hans - die zijn vriendin van het vliegveld is gaan halen - pas om acht uur terug is. Ondanks een paar kleine technische mankementen spelen we goed en het publiek - de zaal is voor twee derde gevuld - is zeer enthousiast en vraagt om méér.
    Dat hadden we wel nodig, nu zijn we pas echt in Indonesië, want we zijn hier om muziek te maken.
    Na afloop drinken we nog wat in het Erasmushuis met van der Berg en zijn collega, de zeer vormelijke, maar heel sympathieke meneer Verstrijden, die eigenhandig de publiciteitsposter voor ons concert heeft ontworpen, geïnspireerd op Sneeuwwitje en de zeven dwergen.
    Ik doe twee interviews met enthousiaste journalisten en om een uur of twaalf lig ik alweer in bed; de laatste nacht in Jakarta in het ellendige Sahid Jaya hotel. 

vrijdag 17 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

28 mei
Om elf uur komt  van der Berg ons halen voor een rondleiding door het oude Batavia en een lunch in een restaurant op een schop in de haven. Het hoofdkwartier van de voormalige V.O.C. staat er treurig bij, slecht onderhouden en de met de verf bladderend. Het is tegenwoordig een museum, maar meer dan wat stoffige Friese staartklokken, servieskasten, antiek meubilair en schilderijen krijgen we niet te zien. Het schijnt dat een nieuwe conservator een en ander wil gaan opknappen maar nu is het een armetierige vertoning.
    In de haven is een museum over de stoomvaart tussen Nederland en Indonesië, met veel prachtige foto’s van het leven aan boord van de luxe stoomschepen in de vorige eeuw en aan het begin van deze eeuw. De haven is zelf ook mooi, met grote houten vissersboten en overal winkeltjes en kraampjes.

                    Spot the Slowhand...

    Het restaurant op het schip is Chinees en we krijgen een variant van de Pekingeend. Goed eten. Dan brent van der Berg ons nog naar een pretpark waar we in vijf minuten op uitgekeken zijn.
    Terug in het hotel ga ik weer naar bed, slapen tot het avondeten.
    Vlakbij het hotel is een grote overdekte hal waar het vol zit met kleine restaurantjes die allemaal hun eigen muziek draaien en waar je dus niet in het midden moet gaan zitten. We bestellen saté ayam, gado gado, nasi rames en bier en we krijgen goed en veel te eten. We nemen ook nog maar een paar flessen bier mee naar het hotel, want het prijsverschil is schrijnend. Op weg terug naar het hotel worden we verrast door een wolkbreuk, en geheel doorweekt komen we binnen. Het lijkt wel of de regen ons achtervolgt. Op de kamer van Vincent en Dicky drinken we het bier op en spelen we een paar spelletjes kaart.
    Om een uur of twaalf lig ik in mijn bed, maar ik heb spierpijn aan mijn schouders en mijn heup en kan niet in slaap komen. Ik slik dus maar een valium en bedenk dat ik bijna weer thuis ben bij Riëtte van wie ik het allermeeste hou in de hele wereld. God wat mis ik haar. 


donderdag 16 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

27 mei
Om negen uur wakker, nog niet helemaal uitgerust, met een gevoel van naderend onheil. Samen met Hans ontbeten, de rest slaapt nog. Om een uur of elf komt dhr. van den Berg, cultureel attaché van de Nederlandse ambassade in Jakarta om een en ander over ons verblijf hier met ons door te spreken. We krijgen een zakgeld van ƒ 50,- per persoon per dag waarvan we onze maaltijd moeten betalen, en dat kan ook makkelijk, volgens hem. Alles is verder voor ons geregeld en betaald. Er valt een last van mijn schouders.
    Met Vincent en Dicky ga ik naar het Erasmushuis om de geluidsinstallatie te inspecteren, maar ook die ziet er behoorlijk uit. Het Erasmushuis is een instelling die de Nederlandse cultuur in Indonesië probeert uit te dragen.
    Terug in het hotel ga ik een uurtje zwemmen en in de brandende zon liggen die loodrecht aan de hemel staat. Daarna probeer ik nog wat te slapen tot de soundcheck in het hotel.
    Ik kan me nauwelijks voorstellen dat het leuk is om hier in de hotellobby te spelen, maar we zullen zien. Ik heb nog helemaal niet het gevoel dat ik in Indonesië ben.
    Om half zes doen we de geluidstest in de lobby waar wat licht geïrriteerde hotelgasten, voornamelijk Nederlanders van boven de vijftig, ons meewarig gadeslaan. Het hotel schijnt echter een traditie van live jazz te hebben en vanavond zal er zeker publiek voor ons zijn.
    Na de geluidstest eet ik een nasi rames speciaal in het restaurant van het hotel die ik in Nederland veel beter gegeten heb. Ik erger me door aan het onbeschofte gedrag van de bejaarde Hollanders die hier de superieure blanke uithangen en vinden dat iedereen Nederlands moet kunnen verstaan.
    Om tien uur moeten wij spelen. Eerst speelt er nog een ander ensemble - volgens de manager van het hotel brengen ze hier alleen top amusement - een derderangs coverbandje met twee zangeressen die duidelijk niet op hun stem zijn uitgezocht. Ze hebben nauwelijks succes, maar er zit dan ook bijna niemand in de lobby en hun repertoire is bedoeld als behang voor de conversatie van de hotelgasten. Als wij spelen is het iets drukker en er wordt in elk geval geapplaudisseerd, maar al na twee nummers grijpt de manager in. Onze muziek is veel te moeilijk, er is geklaagd, we moeten stoppen.
    Een gedeelte van het publiek is woedend en wil dat we verder spelen, maar dat weiger ik; ik vat het maar op als een compliment. Ik hoor hier niet en in Nederland zou ik voor een soortgelijk publiek ook niet willen spelen. We drinken nog maar wat op de hotelkamer. Ik maak het niet te laat. 

woensdag 15 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

26 mei
Om zeven uur op in Hong Kong. Hoewel ik gisteren weinig gedronken heb, voel ik me gebroken. Mijn schone kleren en mijn tandenborstel zitten in mijn koffer die ik pas in de aankomsthal terug krijg, te laat om er nog wat aan te hebben. We nemen drie taxi’s naar het vliegveld waar we een vies Western breakfast in het Paraquite restaurant nemen. Het is hier één uur vroeger en we hebben nog uren de tijd.
    Hans moet naar het Nederlands consulaat om zijn paspoort te laten verlengen. Toch maar even de stad in, met de Star Ferry naar Hong Kong Island. Het is bewolkt en het waait, maar het uitzicht is magnifiek; langs de kust een woud van torenflats, de een nog bizarder van vorm dan de ander, en daarachter de bergen met als hoogste Peak Hill, waar de rijken hun villa’s hebben.
    We slenteren wat door een van de vele luxe shoppingarcades
    voor kleding en sierraden en gaan dan maar weer terug naar het vaste land met zijn winkelstraten overdekt met duizenden veelkleurige lichtreclames waar je goedkoop - al zijn de prijzen hier inmiddels ook omhoog gegaan - de nieuwste snufjes op het gebied van elektronica kunt kopen. Dan maar weer terug naar het vliegveld waar we nog een paar uur op onze vlucht naar Singapore moeten wachten.
    Op Singapore airport moeten we opnieuw een paar uur wachten en doodop en gebroken landen we om kwart over tien in Jakarta, aan de andere kant van de evenaar. Gaat de zon hier dan in het Westen op? Geen idee eigenlijk. Het daget in het Westen?
    De ontvangst is formeel, niet erg hartelijk, en men brengt ons naar het zoveelste luxehotel - het Sahid Jaya - waar we bij aankomst al meteen in de zaal waar we twee keer zullen spelen staan, namelijk de hotellobby. Ik ben te moe om me nog ergens over op te winden, neem een bad en ga slapen.

dinsdag 14 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

25 mei
Voor het eerst tot elf uur uitgeslapen. Ik heb een kater. Annelie is vanmorgen vroeg naar Beijing vertrokken. Het bezoek van onze koningin aan China is afgelast. Ik denk dat als wij nu in Beijing hadden moeten spelen, onze concerten ook waren afgelast. De sfeer rond de studentendemonstraties wordt steeds grimmiger. Het gaat de verkeerde kant op nu het politbureau meer en meer voor de harde lijn kiest. Het regent niet meer maar de hemel zit potdicht. Ik zal blij zijn als we veilig in Indonesië zijn.
    Vandaag is een dag van op bed liggen en wachten. Ik dwing mezelf om te eten maar kan eigenlijk geen hap door m’n keel krijgen. ’s Middags komen onze begeleiders van de Cantonese vriendschapsvereniging uitgebreid afscheid nemen. Ze willen graag dat we volgend jaar terugkomen en dat ik een paar maanden kom lesgeven. Om zeven uur brengen ze ons naar de haven voor de boot naar Hong Kong. We hebben drie bedompte vierpersoonshutten. Het is al donker als het schip vertrekt en ik blijf tot een uur of twaalf aan dek hangen; drink een paar blikjes bier.
    In mijn hut val ik meteen in slaap.

maandag 13 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

24 mei
Het is zwaar bewolkt en het regent. Op de televisie vertonen ze Butch Cassidy and the Sundance Kid. Om half elf nemen we afscheid van Jochum en Willem die ons niet naar Indonesië zullen vergezellen. Het is onze laatste dag in Canton en de laatste kans om nog iets van de stad te zien.
    Twee Chinese studentes die ik bij ons concert van 16 mei hier in Canton heb ontmoet, willen ons nog een keer ontmoeten en nemen ons ’s middags mee naar een museum op een berg in een parkje tegenover het hotel. Mooi museum met veel oude gebruiksvoorwerpen en sierraden, mar nergens een Engelstalige uitleg.
    De studentes giechelen alleen maar bij alles wat ik vraag of zeg. Later drinken we nog wat op onze hotelkamer en gaat het over hoe je hier aan een partner komt, en of er vaal gewisseld wordt van partner. Tegenwoordig kan een vrouw hier ook zelf het initiatief nemen als ze een man leuk vindt, maar veel mannen reageren toch nog met geschokt. Men wisselt tegenwoordig ook vaker en makkelijker van partner dan vroeger en er wordt ook minder getrouwd.
    Onze studentes hebben allebei nog geen vriendje omdat ze geen leuke jongen kunnen vinden. Óf ze zijn alleen leuk om mee te praten maar niet om mee te vrijen, of omgedraaid. Ze kunnen zich niet voorstellen dat ik al vijf jaar niet meer in een discotheek ben geweest. Ik zelf eigenlijk ook niet.
    ’s Avonds wordt ons een afscheidsbanket aangeboden door de vriendschapsvereniging in wat het beste restaurant van Canton heet te zijn. Ik bereid me al voor op slangen of apen die voor onze ogen wreed om zeep worden geholpen, maar het valt mee. Eigenlijk is het niet veel meer dan een soort veredelde borrel, en onze gastheer is er vooral op uit om uitgenodigd te worden voor een tegenbezoek aan Nederland. Op het laatst wordt zijn gemis een beetje gênant.
    Terug in het hotel krijg ik ruzie met Franky die zich bijzonder onredelijk opstelt, er valt niet met hem te praten; ook al bewijs je hem zijn ongelijk, hij zal nooit toegeven. Erg vermoeiend, maar ook wel grappig.
    Om drie uur is de Europacup finale op televisie en die wil iedereen natuurlijk zien. Ik haak af na de eerste helft; ik ben doodmoe en heb toch weer teveel gedronken.

zondag 12 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

23 mei
Het is eindelijk opgehouden met regenen en het ziet er naar uit dat het een mooie dag gaat worden. Er zijn ons fietsen beloofd zodat wij onze laatste ochtend in Zhou Quing kunnen gebruiken om nog wat van de prachtige omgeving te bekijken.
    De Chinese gastorganisatie maakt zich ernstige zorgen over ons welzijn en stelt alles in het werk om ons van dit onzalige idee af te brengen; fietsen is levensgevaarlijk, we zouden in de modder kunnen vallen, in een traffic jam terecht komen en ook zijn er thieves en pickpockets gesignaleerd.
    We laten ons niet van de wijs brengen en uiteindelijk krijgen we onze zin. Het is nu echt stralend weer geworden en het gezelschap verspreid zich landinwaarts. Overal wordt rijst verbouwd en zijn eendenkwekerijen. Het land is wel flink overstroomd en er zijn heel wat huizen half onder het water verdwenen. Wat een sensatie om zo ver van huis op een fiets te zitten.


    ’s Middags worden we teruggebracht naar Canton waar we nog twee dagen in het China hotel zullen logeren. In Canton regent het. Er zijn studentendemonstraties aan de gang die de hele nacht zullen duren. Het gerucht gaat dat prime minister Li Peng zijn ontslag heeft ingediend. Ik loop een stukje met de studenten mee door de regen. Opgewonden jongens en meisjes van tussen de zeventien en de vijfentwintig jaar.
    Sommigen kijken me wantrouwig aan maar anderen bedanken me juist uitbundig voor mijn participatie. Een jonge Chinees vraagt of ik een foreign agitator ben, hij had op de televisie gehoord dat die achter het oproer zitten.
    Ik vraag me af wat ik hier eigenlijk doe, behalve mijn nieuwsgierigheid bevredigen en ik denk dat het ook precies dát is. Vanuit mijn luxe hotelkamer uit het raam kijken is het alternatief. Ik zit er liever middenin.
    Er is een grote delegatie sympathisanten uit Hong Kong aangekomen die de hele nacht mee zullen demonstreren. Nu zijn die nog beter gekleed en beter geïnformeerd, maar als Hong Kong straks aan China wordt overgedragen, zitten ze in hetzelfde schuitje. Om een uur of twee val ik in slaap.

zaterdag 11 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

22 mei
Landerige dag in het hotel; het blijft maar regenen. Om half zes vertrekken we naar de theaterzaal in Zhou Quing voor de geluidstest. Het zal een benefietconcert worden voor de bestrijding van de jaarlijkse overstromingen, en dat is nodig ook, want in de orkestbak voor het podium staat ruim een meter water. Het zal ook ons laatste concert in China worden, dus iedereen is een beetje gespannen.
    Als voorprogramma hebben we een lokaal topveertigorkest met twee zangeressen en een zanger die in glimmend fluweel de verschrikkelijkste smartlappen ten gehore brengen. Het publiek reageert lauw.
    Dan is er nog een tombola waarbij twee fietsen worden verloot en daarna moeten wij aantreden. Het concert wordt op video vastgelegd voor de lokale televisie. Boven het podium hangt een groot spandoek met Welcome you, the guitar virtuosi from the Netherlands. Hoewel we weer eens met slechte apparatuur moeten werken en het podiumgeluid echt heel beroerd is, spelen we toch overtuigend en reageert het publiek zeer enthousiast. Wanneer we ons ook nog solidair verklaren met de stakende en demonstrerende studenten kan de avond niet meer stuk. Het valt me nog mee dat de tolk van de vriendschapsvereniging alles braaf vertaald.
    Na afloop is er weer een bloemstuk, een statiefoto en een late maaltijd bij Annelie op het balkon. Ik drink toch weer meer dan ik had gewild; dat is de terreur van de groep.

vrijdag 10 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

21 mei (pinksteren)
Het regent nog steeds maar het waait niet. In gedeelten van Beijing schijnt de noodtoestand uitgeroepen te zijn en Hong Kong is één grote demonstratie van sympathisanten van de Chinese studenten. We rijden met de bus terug naar Zhou Quing waar we een benefietconcert zullen geven ten behoeve van de bestrijding van de jaarlijkse overstromingen in de regentijd. Mistflarden hangen om de bergtoppen, de hemel is grauwgrijs en hier en daar zelfs zwart en overal is water. Op het land wordt gewoon gewerkt en ook de brommertjes volgeladen met eenden rijden af en aan. Oude vrouwtjes duwen in de modder langs de kant van de weg een fiets overladen met vrachten oud papier, glasscherven of ander afval of lopen gebukt onder een juk met vrachten bamboestengels.
    In Zhou Quing krijgen we weer een lunch aangeboden in het zelfde luxe rothotel en probeer ik Chinese Airlines in Hong Kong te bellen om onze vlucht naar Jakarta te bevestigen. Als eindelijk de verbinding tot stand komt krijg ik een antwoordapparaat dat meedeelt dat ze de drukte niet aankunnen maar dat ik het moet blijven proberen.
    Dan brengt men ons naar een prachtige villa, midden in het gebied van de Seven Star Cracks waar we twee dagen zullen logeren. We maken een natte wandeling door het natuurgebied met kunstmatig aangelegde meren en grillige bergen en bamboebossen. De beroemde grotten zijn ondergelopen en onbegaanbaar en ook de bruggetjes over de meren zijn half onder het wateroppervlak verdwenen. Wij hebben echter geen bezwaar tegen natte voeten want we zijn toch al doorweekt. Terug in het hotel begint het echt hard te regenen, maar waaien doet het niet.


    Om zeven uur krijgen we een banket aangeboden door de viceburgemeester van Zhou Quing, een niet overmatig sympathieke Chinees die het steeds maar over joint ventures heeft. Een joint venture met een goed merk tandpasta zou voor hem geen overbodige luxe zijn. Hij brengt de ene toast na de andere uit en beweert een groot drinker te zijn. Hij laat zijn glas echter steeds uit een andere fles dan het mijne bijschenken en na de vijfde Chinese Brandy vertrouw ik het niet meer en wissel ik onze glazen om. Onze gastheer blijkt zijn fles met slappe thee te hebben laten vullen; nu is het ook meteen afgelopen met de toasts. Het eten is goed, al hebben we hier wel beter gegeten. Terug in het hotel drinken we nog wat op het balkon van Annelie. Morgen moet ik maar eens een dagje alcohol vrij nemen. Om half twaalf lig ik in bed en val meteen in slaap.

woensdag 8 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

20 mei
’s Morgens hebben we excursie naar de mijn, een weinig spectaculaire kuil die ze op pyriet aan het afgraven zijn; het is gewoon dagbouw. We worden uitgebreid gefilmd door een lokale tv-ploeg. De Seven Slowhands bezoeken de pyrietmijn van Yun Fu! Overal staan borden met Welcome you, the modern rock group from Holland. Na de mijn sla ik de vertoning van de video over het ontstaan van de mijn over, maar ga wel mee naar de druipsteengrot in een van de bergen; zeer de moeite waard, heel spectaculair, afgezien van de kerstverlichting die de Chinezen overal hebben opgehangen. Wanneer ze ons terug naar het hotel brengen begint het zachtjes te regenen.
    Tot de soundcheck om half zes doe ik helemaal niets; het is nu hard gaan regenen en het ziet ernaar uit dat dat voorlopig wel zo zal blijven; er schijnt een tyfoon aan te komen.
    We worden met de bus naar de concertzaal gebracht waar men onder leiding van onze geluidstechnicus Dicky Schuttel de hele middag snoertjes heeft gesoldeerd om de apparatuur voor ons bruikbaar te maken. Het geluid op het podium is slecht, we zullen ons er doorheen moeten slaan vanavond. Er is een voorprogramma van lokale ensembles van kinderen van mijnwerkers en om half tien begint ons concert. We spelen bijzonder slecht en volgens mij ook slechter dan nodig onder deze moeilijke omstandigheden, maar het publiek is gelukkig erg enthousiast. Na afloop vliegen in de kleedkamer de verwijten over en weer, maar ik laat me niet intimideren; ik weet precies waar het aan schort en ook dat daar in deze line-up niets aan te doen is.
    Later in het hotel wil John me even spreken en dwingt hij me om me uit te spreken waarom ik hém altijd moeten hebben. Hoewel ik me realiseer dat het volstrekt zinloos is, vertel ik hem precies hoe ik over zijn manier van spelen denk, maar al zou hij er iets aan willen doen, dan nog zou het hopeloos zijn. Hij zit zo totaal vast in het wereldje dat hij voor zichzelf heeft gecreëerd, daar komt hij nooit meer uit. Ik had dit al veel eerder moeten inzien en hem niet mee moeten vragen. Ik val hem nu alleen maar aan omdat ik kotsgenoeg heb van zijn gezeur over de omstandigheden waarin hij moet spelen; die zijn voor iedereen hetzelfde, alleen kan hij er niet mee omgaan omdat hij niets heeft om op terug te vallen. Het ligt voor hem altijd aan iemand anders. *)
    Uiteindelijk bind ik weer in, maar vooral voor mijn eigen gemoedsrust. Op de kamer van Annelie drinken we nog wat en om een uur of twee ligt ik in bed. Buiten regent het. 


*) disclaimer: John is natuurlijk een fantastische gitarist en een zeer aimabele man; klaarblijkelijk had mijn drie-en-dertig jaar jongere ik het die dag nodig om zijn frustraties op die arme John af te reageren; dus als John mij nu voor eeuwig haat, neem ik daar graag de volledige verantwoordelijkheid voor.

dinsdag 7 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

19 mei
’s Morgens ruzie met Edwin die nog half verdoofd van de valium aan het ontbijt zit. Ik had hem moeten laten weten dat ons vertrek een half uur was uitgesteld, dan had hij nog een half uur langer kunnen slapen. Het zal nooit meer gebeuren, Edwin.
    Om tien uur vertrekt de bus richting Yun Fu, een klein stadje in de bergen waar ze een grote pyrietmijn hebben en waar wij een concert voor de arbeiders zullen geven. Het wordt een rit van zes uur, waarvan een groot gedeelte in de file in de buitenwijken van Canton. Zodra we de stad uit zijn wordt het steeds heuvelachtiger en mooier. Overal rijstvelden met boeren met karbouwen en bendefokkerijen. Deze eenden worden op brommers naar de stad vervoerd, samengepakt in kooitjes achterop en nog een tros bij elkaar gebonden aan het stuur, half versuft met hun koppen naast het voorwiel bungelend. Je kan in China maar beter niet als dier worden geboren, en misschien zelfs maar beter helemaal niet.
    Halverwege maken we een tussenstop voor de lunch in Zhou Quing, waar we de tweeëntwintigste een concert zullen geven. Ook hier een studentendemonstratie die overigens ordelijk verloopt. Langs de kant veel sympathisanten. Als er zelfs in dit gat wordt gedemonstreerd, zegt dat wel iets over de omvang van de acties in de rest van China.
    Om vier uur arriveren we in het in drie jaar tijd uit de grond gestampte mijnwerkersparadijs - als we de propagandafolder moeten geloven - Yun Fu, waar we in een mooi gelegen hotel worden ondergebracht, tussen een paar smalle, grillige, hoge bergen waarvan er twee al bijna helemaal zijn afgegraven voor de pyrietwinning.
    ’s Avonds wordt ons een disco met de ‘workers’ beloofd en zal ons optreden in Canton op televisie worden uitgezonden. Het dorp heeft een eigen ontvanger en kan zodoende zelf uit het aanbod van Canton en Hong Kong een keuze maken, en bepalen wat wel en niet geschikt is voor de tere arbeiderszieltjes. De disco heeft een flinke geluidsinstallatie en een hoop lichteffecten. Na elke plaat is het wel even zoeken naar de volgende, maar dat geeft het publiek de tijd om uit te rusten van al die moderne dansstijlen. Populair zijn de tango, de wals, de jive, de cha-cha en de disco. De lokale jeugd is verbijsterd hoe slecht wij die stijlen beheersen, maar onze ‘free style’ disco vinden ze heel apart. Ik probeer nog iets uit te leggen over een ‘lost generation’, maar dat maakt weinig indruk.
    Om half tien zijn wij zelf op de televisie en het concert blijkt goed gefilmd. We hebben inderdaad heel goed gespeeld. Ze zenden bijna het hele concert uit. Het is wel een aparte ervaring om op de Chinese televisie naar jezelf te zitten kijken. Na de uitzending gaat de disco verder en vraagt men ons een paar liedjes te zingen. Ik doe Merry go round en Vincent en Hans Late Again. Die rare gitaarmuziek van mij vinden ze wel leuk, maar liever hadden ze toch dat we alleen maar liedjes van The Beatles zouden spelen. Later drinken we nog Chinees bier op de kamer van Franky en om een uur of één val ik als een blok in slaap. 

maandag 6 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

18 mei
Om zeven uur op want om acht uur hebben Annelie en ik een live interview met de Shanghai televisie. Het blijkt een soort vijftigerjaren talkshow met het goedkoopste decor dat ik ook heb gezien; wat een armoede. Mijn tolk is bloednerveus want het is haar eerste televisieoptreden en ze is bang dat ik rare dingen zal zeggen. Ik begin echter niet over het decor en ook niet over de plastic bloemen of het glaasje warm water dat ons als verfrissing wordt aangeboden, maar zeg gewoon wat er van me verwacht wordt. Om tien uur ben ik weer terug in het hotel.
    Ik voel me niet zo goed en ga weer naar bed, slapen tot een uur of één. ’s Middags heb ik een interview met een of andere krant en om half vier een met Jochum voor de wereldomroep. Om half vijf vertrekken we naar de Canned Food factory waar wij een get together met de fabrieksarbeiders zullen hebben. Niemand is enthousiast, want wat moeten we in godsnaam in een blikvoer fabriek?
    Bij aankomst is er eerst een thee, waarbij de gebruikelijke beleefdheidsfrasen worden uitgewisseld en de exportcijfers even doorgenomen. Dan krijgen we allemaal een wit douchekapje op en brengt men ons naar de workshop van de fabriek. Er begint mij iets te dagen. De Chinezen vertalen workshop met werkplaats en hebben, toen ze hoorden dat wij graag workshops wilden doen vermoedelijk begrepen dat wij graag fabriekswerkplaatsen wilden bezoeken. Dat verklaart het industriële karakter van ons programma in veel steden. Nu goed, we bezoeken de workshop waar aan de lopende band sardineblikjes worden gemaakt en schuifelen achter onze gids aan die de eindeloze jaaromzetten en exportcijfers van de fabrieksmanager voor ons probeert te vertalen. De manager wil met mij op de foto terwijl we allebei een blikje sardines vasthouden, maar dan heeft hij aan mij een slechte.
    Na de workshop is er een banket waarbij wij tot grote verwarring van de Chinezen onze douchepetjes ophouden. Het eten is redelijk en de toasts vliegen over en weer. De manager heeft de dag van zijn leven en drinkt meer dan goed voor hem is.
    Dan begint het avondprogramma. Eerst speelt het half traditioneel Chinese, half Westerse ensemble van de fabriek het Anthem of the Factory. De traditionele helft speelgoed op pipa’s (een soort eensnarige viool), liggende harpen, een cello, diverse soorten fluiten en percussie instrumenten, de Westerse helft heeft nog wat moeite met hun instrumenten: een trombone, een saxofoon, een drumstel en een accordeon van het merk Parrot. Vooral de trombonist speelt of hij permanent in shock is. Er worden ons allerlei bekende en onbekende liedjes voorgeschoteld waarbij steeds de traditionele Chinese volksliedjes het beste uit de verf komen en ook verreweg het leukst zijn.
    Een jonge arbeider zingt a capella voor ons het lied Yesterday (volgens hem van John Lennon, die hier i.v.m. het studentenprotest een cultstatus heeft) met bijna alle klemtonen verkeerd. Speciaal voor ons heeft de fabriek twee zangers van de Shanghai opera ingehuurd, die twee liefdesballades uit het klassiek repertoire ten gehore brengen, schitterend aangekleed en met alle voorgeschreven gebaren en gezichtsuitdrukkingen. Ze zijn zó goed dat ik me geneer dat zij hier voor onze lol in deze lelijke fabriekskantine moeten spelen, maar ik geloof dat ze er zelf helemaal niet mee zitten.
    Dan is het de beurt aan The Five Slowhands (John is nog steeds herstellende van zijn voedselvergiftiging en Edwin heeft last van hyperventilatie). And then there were five…
    We spelen de helft van ons programma op de slechtste apparatuur tot nog toe, maar de fabrieksarbeiders vinden het prachtig. Verschillende personeelsleden zingen nog wat en ook het orkest speelt nog een paar traditionals. Vincent en Hans doen Late Again (van Stealers Wheel) en Something. Later doet Franky nog een hilarische meezinger. Behoorlijk aangeschoten en in een opperbeste stemming worden we teruggebracht naar ons hotel.

 In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

17 mei
’s Morgens met Jochum, Willem en Hans de stad in om kaartjes voor de boot naar Hong Kong te kopen. We bezoeken twee kantoren waar ze die verkopen, maar niemand spreekt een woord Engels. Hoewel we met handen en voeten wel duidelijk kunnen maken wat we willen, durf ik het toch niet aan om zoveel geld uit te geven aan onduidelijke tickets. Onze Chinese gastheren moeten ons maar helpen. Vanaf de haven lopen we terug naar het hotel door de drukke winkelstraten en markten van Canton. Wat een drukte en wat een mensen.
    Ik breng de middag door in het hotel en ’s avonds ga ik met Jochum, Willem en Hans met de taxi naar Culture Park, een soort pretpark met een draaimolen, een rolschaatsbaan, een monorail, Chinese opera, film, een stijle wand waar jongetjes zonder helm levensgevaarlijke capriolen uithalen op glimmende motoren en ander fraais. Als we om half twaalf terugzijn in het hotel kunnen we vanuit ons raam nog net het laatste staartje van een studentendemonstratie zien. De acties hebben zich nu echt door heel China uitgebreid en de spanning stijgt. Aan de eisen van de studenten is nog steeds niet voldaan.

zondag 5 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

16 mei
’s Morgens is de lucht al weer geklaard en als we naar de concertzaal vertrekken blijkt daar van een workshop helemaal geen sprake te zijn; er is van Chinese zijde helemaal niets georganiseerd. Ook het niveau van de gitaristen die ook zullen optreden had ik aardig ingeschat.
    Wel doet de organisatie moeilijk over de volgorde van het programma, want men is bang dat het publiek onze muziek niet zal waarderen en massaal de zaal zal verlaten. Ze beweren zelfs dat er politie nodig zal zijn om de mensen binnen te houden. Ik houd mijn poot stijf en weiger ons programma aan te passen.
    Ons verblijf in Canton is niet helemaal bevredigend georganiseerd; men heeft ons ondergebracht in een super-de-luxe hotel waar we onze kleren niet kunnen laten wassen vanwege de miljonairsprijzen van de service, en waar we om de zelfde reden niet eens een drankje kunnen bestellen. Bovendien wordt ons verblijf maar betaald tot vierentwintig mei, terwijl we pas de vijfentwintigste uit Canton vertrekken. Aangezien de Shanghai televisie ons concert live wil gaan uitzenden en beweert een kijkdichtheid van tachtig miljoen te hebben, begin ik dus maar eens over royalties.
    Ik zeg dat ik een voorschot van $ 3000 wil hebben, vóór aanvang van ons concert en dat er anders niet mag worden gefilmd. Dat geeft weer ruimte om te onderhandelen over een extra dag in het hotel en de betaling van de servicekosten. Ze zijn allang blij dat ze mogen filmen en gaan overal mee akkoord zolang ze maar geen $ 3000 hoeven te betalen. Ik vermoed dat ik mijn auteursrechten sowieso nooit had kunnen innen omdat China het internationale verdrag daarover niet heeft ondertekend, maar zolang zij daar niet over beginnen, doe ik het ook niet.
    We zijn lang bezig met de geluidstest, maar ze hebben in elk geval professionele apparatuur in deze hal.
    ’s Avonds spelen er eerst een aantal Chinese gitaristen met een repertoire variërend van de Everly Brothers tot licht klassiek. Onze Edwin (inmiddels omgedoopt tot nurse jazz) doet in zijn eentje een zeer fraaie versie van Greensleaves waar de Chinezen om hadden gevraagd. Zelf houden ze het toch liever bij het arrangement van Francis Goya.
    Daarna doen wij ons concert - met z’n zessen omdat John met een flinke voedselvergiftiging in bed ligt - en spelen onze waarschijnlijk beste set tot nu toe. Het publiek is erg enthousiast, net als altijd, en staat helemaal niet massaal op om de zaal te verlaten; de organisatie heeft ons enorm onderschat. Ik begrijp niet waarom ze ons in zo’n grote zaal wilden laten spelen als ze dachten dat het een fiasco zou worden. Op 19 mei zal ons concert integraal worden uitgezonden.
    Hoewel de concertzaal tegenover ons hotel is, worden we met de taxi overgezet omdat er plotseling een enorme wolkbreuk boven de stad is. In het hotel is iedereen in een overwinningsroes. We krijgen nog een late maaltijd aangeboden en daarna ga ik naar bed, ik heb het wel gehad voor vandaag.