vrijdag 17 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

28 mei
Om elf uur komt  van der Berg ons halen voor een rondleiding door het oude Batavia en een lunch in een restaurant op een schop in de haven. Het hoofdkwartier van de voormalige V.O.C. staat er treurig bij, slecht onderhouden en de met de verf bladderend. Het is tegenwoordig een museum, maar meer dan wat stoffige Friese staartklokken, servieskasten, antiek meubilair en schilderijen krijgen we niet te zien. Het schijnt dat een nieuwe conservator een en ander wil gaan opknappen maar nu is het een armetierige vertoning.
    In de haven is een museum over de stoomvaart tussen Nederland en Indonesië, met veel prachtige foto’s van het leven aan boord van de luxe stoomschepen in de vorige eeuw en aan het begin van deze eeuw. De haven is zelf ook mooi, met grote houten vissersboten en overal winkeltjes en kraampjes.

                    Spot the Slowhand...

    Het restaurant op het schip is Chinees en we krijgen een variant van de Pekingeend. Goed eten. Dan brent van der Berg ons nog naar een pretpark waar we in vijf minuten op uitgekeken zijn.
    Terug in het hotel ga ik weer naar bed, slapen tot het avondeten.
    Vlakbij het hotel is een grote overdekte hal waar het vol zit met kleine restaurantjes die allemaal hun eigen muziek draaien en waar je dus niet in het midden moet gaan zitten. We bestellen saté ayam, gado gado, nasi rames en bier en we krijgen goed en veel te eten. We nemen ook nog maar een paar flessen bier mee naar het hotel, want het prijsverschil is schrijnend. Op weg terug naar het hotel worden we verrast door een wolkbreuk, en geheel doorweekt komen we binnen. Het lijkt wel of de regen ons achtervolgt. Op de kamer van Vincent en Dicky drinken we het bier op en spelen we een paar spelletjes kaart.
    Om een uur of twaalf lig ik in mijn bed, maar ik heb spierpijn aan mijn schouders en mijn heup en kan niet in slaap komen. Ik slik dus maar een valium en bedenk dat ik bijna weer thuis ben bij Riëtte van wie ik het allermeeste hou in de hele wereld. God wat mis ik haar. 


1 opmerking: