maandag 13 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

24 mei
Het is zwaar bewolkt en het regent. Op de televisie vertonen ze Butch Cassidy and the Sundance Kid. Om half elf nemen we afscheid van Jochum en Willem die ons niet naar Indonesië zullen vergezellen. Het is onze laatste dag in Canton en de laatste kans om nog iets van de stad te zien.
    Twee Chinese studentes die ik bij ons concert van 16 mei hier in Canton heb ontmoet, willen ons nog een keer ontmoeten en nemen ons ’s middags mee naar een museum op een berg in een parkje tegenover het hotel. Mooi museum met veel oude gebruiksvoorwerpen en sierraden, mar nergens een Engelstalige uitleg.
    De studentes giechelen alleen maar bij alles wat ik vraag of zeg. Later drinken we nog wat op onze hotelkamer en gaat het over hoe je hier aan een partner komt, en of er vaal gewisseld wordt van partner. Tegenwoordig kan een vrouw hier ook zelf het initiatief nemen als ze een man leuk vindt, maar veel mannen reageren toch nog met geschokt. Men wisselt tegenwoordig ook vaker en makkelijker van partner dan vroeger en er wordt ook minder getrouwd.
    Onze studentes hebben allebei nog geen vriendje omdat ze geen leuke jongen kunnen vinden. Óf ze zijn alleen leuk om mee te praten maar niet om mee te vrijen, of omgedraaid. Ze kunnen zich niet voorstellen dat ik al vijf jaar niet meer in een discotheek ben geweest. Ik zelf eigenlijk ook niet.
    ’s Avonds wordt ons een afscheidsbanket aangeboden door de vriendschapsvereniging in wat het beste restaurant van Canton heet te zijn. Ik bereid me al voor op slangen of apen die voor onze ogen wreed om zeep worden geholpen, maar het valt mee. Eigenlijk is het niet veel meer dan een soort veredelde borrel, en onze gastheer is er vooral op uit om uitgenodigd te worden voor een tegenbezoek aan Nederland. Op het laatst wordt zijn gemis een beetje gênant.
    Terug in het hotel krijg ik ruzie met Franky die zich bijzonder onredelijk opstelt, er valt niet met hem te praten; ook al bewijs je hem zijn ongelijk, hij zal nooit toegeven. Erg vermoeiend, maar ook wel grappig.
    Om drie uur is de Europacup finale op televisie en die wil iedereen natuurlijk zien. Ik haak af na de eerste helft; ik ben doodmoe en heb toch weer teveel gedronken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten