maandag 20 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

31 mei
Om vier uur op met de smaak van het bier nog in mijn mond. Mijn soms slecht gedisciplineerde ensemble doet overal veel te lang over en ik raak een beetje in paniek dat we de trein zullen missen. Gelukkig zijn we op tijd, en in het half donker vertrekken we met de tweede klas trein vanaf het station van Bandung naar Yogya.
    Vooral de eerste helft van de reis is onvergetelijk. Er hangen nog mistflarden rond de bergen en het land ligt half verscholen in de ochtendnevel. Wanneer de zon opkomt veranderen de kleuren en verdwijnt de mist. Wat een groen land is dit! Overal kokospalmen, bananenbomen, papaya’s en rijstvelden. De trein rijdt door de dalen en boort zich soms door een berg. Als de zon klimt wordt het warm in de trein waar je gelukkig van alles kunt bestellen, tot nasi goreng aan toe. Bij elk stationnetje wordt onze coupé overspoeld door kleine zelfstandigen die van alles te koop aanbieden of alleen maar bedelen.

    De deuren blijven de hele reis open en het is heerlijk om op de trap in de open deur te zitten met de koele wind in je gezicht terwijl het landschap aan je voorbij glijdt. vooral de vele hoge bruggen zijn op die manier spectaculair omdat je recht de diepte in kunt kijken. Tegenover me zit een meisje uit Singapore dat hier voor vakantie is. Ze is lerares Engels en ze heet Money. Ze kent de namen van alle planten en bomen die we passeren en vertelt over Singapore, een stadstaat waar alles om geld draait. Nice for shopping.
    Om drie uur komen we behoorlijk gaar aan in Yogya, waar we gelukkig van de trein gehaald worden en naar het Batik Palace hotel gereden. Dit keer niet zo luxueus, maar wel heel mooi en met het zwembad tegenover mijn kamerdeur. Er is een goed restaurant en alles is zeer betaalbaar.
    ’s Avonds maak ik een wandeling over Malioboro street, langs de duizenden winkeltjes en kraampjes. Hier zijn vuurspuwers, fietstaxi’s, hoertjes, eettentjes, alles voor de toerist. Ik koop alleen een wajangpop. Op de terugweg maak ik een praatje in de poolroom naast het hotel waar om geld wordt gespeeld. Om een uur of twaalf lig ik in bed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten