donderdag 16 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

27 mei
Om negen uur wakker, nog niet helemaal uitgerust, met een gevoel van naderend onheil. Samen met Hans ontbeten, de rest slaapt nog. Om een uur of elf komt dhr. van den Berg, cultureel attaché van de Nederlandse ambassade in Jakarta om een en ander over ons verblijf hier met ons door te spreken. We krijgen een zakgeld van ƒ 50,- per persoon per dag waarvan we onze maaltijd moeten betalen, en dat kan ook makkelijk, volgens hem. Alles is verder voor ons geregeld en betaald. Er valt een last van mijn schouders.
    Met Vincent en Dicky ga ik naar het Erasmushuis om de geluidsinstallatie te inspecteren, maar ook die ziet er behoorlijk uit. Het Erasmushuis is een instelling die de Nederlandse cultuur in Indonesië probeert uit te dragen.
    Terug in het hotel ga ik een uurtje zwemmen en in de brandende zon liggen die loodrecht aan de hemel staat. Daarna probeer ik nog wat te slapen tot de soundcheck in het hotel.
    Ik kan me nauwelijks voorstellen dat het leuk is om hier in de hotellobby te spelen, maar we zullen zien. Ik heb nog helemaal niet het gevoel dat ik in Indonesië ben.
    Om half zes doen we de geluidstest in de lobby waar wat licht geïrriteerde hotelgasten, voornamelijk Nederlanders van boven de vijftig, ons meewarig gadeslaan. Het hotel schijnt echter een traditie van live jazz te hebben en vanavond zal er zeker publiek voor ons zijn.
    Na de geluidstest eet ik een nasi rames speciaal in het restaurant van het hotel die ik in Nederland veel beter gegeten heb. Ik erger me door aan het onbeschofte gedrag van de bejaarde Hollanders die hier de superieure blanke uithangen en vinden dat iedereen Nederlands moet kunnen verstaan.
    Om tien uur moeten wij spelen. Eerst speelt er nog een ander ensemble - volgens de manager van het hotel brengen ze hier alleen top amusement - een derderangs coverbandje met twee zangeressen die duidelijk niet op hun stem zijn uitgezocht. Ze hebben nauwelijks succes, maar er zit dan ook bijna niemand in de lobby en hun repertoire is bedoeld als behang voor de conversatie van de hotelgasten. Als wij spelen is het iets drukker en er wordt in elk geval geapplaudisseerd, maar al na twee nummers grijpt de manager in. Onze muziek is veel te moeilijk, er is geklaagd, we moeten stoppen.
    Een gedeelte van het publiek is woedend en wil dat we verder spelen, maar dat weiger ik; ik vat het maar op als een compliment. Ik hoor hier niet en in Nederland zou ik voor een soortgelijk publiek ook niet willen spelen. We drinken nog maar wat op de hotelkamer. Ik maak het niet te laat. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten