vrijdag 10 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

21 mei (pinksteren)
Het regent nog steeds maar het waait niet. In gedeelten van Beijing schijnt de noodtoestand uitgeroepen te zijn en Hong Kong is één grote demonstratie van sympathisanten van de Chinese studenten. We rijden met de bus terug naar Zhou Quing waar we een benefietconcert zullen geven ten behoeve van de bestrijding van de jaarlijkse overstromingen in de regentijd. Mistflarden hangen om de bergtoppen, de hemel is grauwgrijs en hier en daar zelfs zwart en overal is water. Op het land wordt gewoon gewerkt en ook de brommertjes volgeladen met eenden rijden af en aan. Oude vrouwtjes duwen in de modder langs de kant van de weg een fiets overladen met vrachten oud papier, glasscherven of ander afval of lopen gebukt onder een juk met vrachten bamboestengels.
    In Zhou Quing krijgen we weer een lunch aangeboden in het zelfde luxe rothotel en probeer ik Chinese Airlines in Hong Kong te bellen om onze vlucht naar Jakarta te bevestigen. Als eindelijk de verbinding tot stand komt krijg ik een antwoordapparaat dat meedeelt dat ze de drukte niet aankunnen maar dat ik het moet blijven proberen.
    Dan brengt men ons naar een prachtige villa, midden in het gebied van de Seven Star Cracks waar we twee dagen zullen logeren. We maken een natte wandeling door het natuurgebied met kunstmatig aangelegde meren en grillige bergen en bamboebossen. De beroemde grotten zijn ondergelopen en onbegaanbaar en ook de bruggetjes over de meren zijn half onder het wateroppervlak verdwenen. Wij hebben echter geen bezwaar tegen natte voeten want we zijn toch al doorweekt. Terug in het hotel begint het echt hard te regenen, maar waaien doet het niet.


    Om zeven uur krijgen we een banket aangeboden door de viceburgemeester van Zhou Quing, een niet overmatig sympathieke Chinees die het steeds maar over joint ventures heeft. Een joint venture met een goed merk tandpasta zou voor hem geen overbodige luxe zijn. Hij brengt de ene toast na de andere uit en beweert een groot drinker te zijn. Hij laat zijn glas echter steeds uit een andere fles dan het mijne bijschenken en na de vijfde Chinese Brandy vertrouw ik het niet meer en wissel ik onze glazen om. Onze gastheer blijkt zijn fles met slappe thee te hebben laten vullen; nu is het ook meteen afgelopen met de toasts. Het eten is goed, al hebben we hier wel beter gegeten. Terug in het hotel drinken we nog wat op het balkon van Annelie. Morgen moet ik maar eens een dagje alcohol vrij nemen. Om half twaalf lig ik in bed en val meteen in slaap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten