Ik was op toernee met mijn eerste helemaal
eigen band The Seven Slowhands. In het Amsterdamse Paradiso had ik een concert
gehoord van gitarist Robert Fripp met zijn League of Crafty Guitarists en ik
was diep onder de indruk van het geluid van al die akoestische gitaren bij
elkaar. Ik weet nog dat ik naar buiten liep en bij mezelf dacht: daar moet ik
iets mee; wat een geweldig idee, maar wat een flauwe en eenvormige muziek. Dat
kan veel beter.
De maanden daarna schreef ik ruim een uur
repertoire voor zeven gitaren, verzamelde ik gitaristen, regelde ik cd opnamen,
concerten in Nederland en een grote toernee door Rusland, China, Mongolië en
Indonesië.
Na concerten in Moskou, Irkutsk en Ulan Bator
kwamen we met de trein aan in Peking. Voor mij was de cultuurshock iets minder
dan voor mijn ensemble omdat ik al eerder in China was geweest als toerist.
Naast onze concerten moesten wij opdraven voor
interviews, diners en excursies, maar ook bracht men ons naar diverse
fabrieken. Ik had aangegeven dat wij workshops wilden geven aan Chinese
gitaarstudenten. Dat leek mij leuk en ook voor ons interessant. Maar onze Chinese
gastorganisatie had het anders begrepen en dus kregen wij rondleidingen lang de
assemblagelijnen (de workshops) van sardientjes, limonade en accordionfabrieken.
Men zag het als een blijk van solidariteit van zeven Hollandse gitaristen met
de Chinese arbeiders. Op de dag dat de toenmalige Russische president Gorbachev
een bezoek aan China bracht, zouden wij de Chinese muur bezichtigen. Ik wist
dat er die dag een grote studentendemonstratie zou zijn die eindigde op het
Tiananmen plein, en besloot van de excursie af te zien. Ik had de muur al
eerder bezichtigd, en het leek me wel wat om een dagje alleen door Peking te
dwalen met als doel het slot van de demonstratie.
Ik was precies op tijd om het plein vol te
zien stromen met jonge Chinezen met spandoeken met voor mij onleesbare teksten.
Er waren nogal wat bezitters van bakfietsen en al snel stond ik tussen andere
toeschouwers bovenop zo’n bak.
‘you from the West, yes?’ merkte mijn buurman op.
‘Me from the West, yes!’ antwoordde ik vrolijk.
‘You know we not like people from the West in
China?’
Nee dat wist ik niet.
‘You not afraid?’
‘Me Afraid?’
‘Yes, because maybe we lynch you.’ Het klonk
nauwelijks dreigend, maar ze waren wel met veel.
Ik stond als enige westerling – voor zover ik
kon zien dan – tussen misschien wel een miljoen enthousiaste en optimistische
Chinese studenten die om meer democratie riepen. Het waren de eerste uren van
een verblijf op het plein dat zou eindigen met militair ingrijpen en
bloedvergieten.
Na een tijdje hield ik het voor gezien en
bracht ik een bezoek aan de Verboden Stad, de voormalige keizerlijke paleizen,
recht tegenover het plein. Vanwege de demonstratie was ik zo ongeveer de enige
bezoeker. Ik hoefde niet te betalen en kon ongestoord overal in en uit lopen
alsof ik figureerde in The Last Emperor van Bertolucci.
Op dat moment had ik nog geen idee van de
historische betekenis van wat ik zojuist had bijgewoond. Ik vond het vooral
spannend een dagje in mijn eentje door Peking te lopen.
Terug in Amsterdam schreef ik Robert Fripp een
brief waarin ik trots verslag deed van onze toernee. ‘It seems your music has
brought some changes into China, best wishes, Robert Fripp.’ was het antwoord.
Prachtig verhaal!
BeantwoordenVerwijderenjemig wat eng.......
BeantwoordenVerwijderenzo vlakbij op het moment
van die demonstraties
op het plein
van de hemelse vrede