maandag 23 maart 2015

Maandag

Het weekend is voorbij. Aan de ontbijttafel doet iedereen humeurig, maar ik wind me er niet over op. Straks breng ik L. naar school, en dan is het huis tot drie uur helemaal voor mij alleen.
    ‘O ja, papa, ik heb vandaag geen school,’ zegt S. als ik al met mijn jas aan sta. ‘Er is een vergadering of zo, dat was ik vergeten.’
    ‘En wat ga je dan de hele dag doen?’ vraag ik bezorgd. Sinds S.’ computer achter slot en grendel is, ligt hij thuis voornamelijk te slapen of in een Donald Duck te lezen. Tussendoor komt hij informeren wanneer hij zijn laptop eindelijk terugkrijgt; hij verveelt zich en dat zal ik weten ook.
    ’Moet je niet aan je huiswerk?’
    ‘Ik heb geen huiswerk, papa.’
    Omdat ik het niet meer controleer door op magister te kijken, neem ik het maar van hem aan: op het Hyperion Lyceum hebben ze nooit huiswerk.
    ‘Misschien kunnen we vandaag gaan schilderen, papa?’ S. moet nog altijd twee muurtjes witten. De therapeut zegt dat ik aan moet dringen en een termijn moet stellen, maar ik denk niet dat de therapeut komt helpen met alle schilderijen van de muur halen, de plantjes wegzetten, de kozijnen afplakken en daarna alles weer opruimen. Bovendien had ik me deze dag anders voorgesteld: zeeën van tijd, geen gezeur aan mijn kop, misschien zelfs even de stad in. Ik had S. in het weekend moeten laten schilderen, maar toen moest hij zonodig uit logeren.
    ‘Ja,’ zeg ik dus maar. ‘Misschien is dat wel een goed idee. Ik ga nu eerst L. naar school brengen, ga jij nog even slapen?’
    ‘Ik ben niet moe, papa.’
    ‘Je ziet anders best wit. Heb je wel goed geslapen vannacht?’
    ‘Ja hoor, papa.’
    Ik weet zeker dat hij tot diep in de nacht op V.’s iPod heeft zitten gamen: die was gisteravond ineens spoorloos toen ik hem vorderde; vóór het slapengaan moet iedereen officieel alles bij mij inleveren. L. was op de bank in de kamer gaan slapen omdat ze last van het geluid had.  
    ‘Tot straks, S., ik ga L. nu naar school brengen. Zet jij de vuilnis buiten?’
    ‘Ja hoor.’ Hij is op bed gaan liggen.
    Buiten is het koud en bewolkt, maar vanmiddag trekt het vast weer open. Wanneer ik thuiskom, zet ik eerst de vuilnis buiten. S.
ligt te slapen. Ik doe zachtjes de gordijnen dicht, doe het licht uit en sluit zijn kamerdeur. Op mijn tenen loop ik naar de woonkamer. Met een beetje geluk heb ik nu in elk geval de ochtend voor mezelf.
  
   

3 opmerkingen:

  1. T leven met pubers is zwaaaaaar maar echt er komt een einde aan en dan worden het hele leuke volwassenen! Dus nu maar gewoon doorgaan....
    Esther

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ach, die spaarzame momenten voor jezelf als puber-ouder. Koester ze!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik volg je blogs ook trouw en was of ben eigenlijk benieuwd hoe het tafelgesprek gister is afgelopen, over hoe de sfeer te verbeteren in huis. Is er iets zinnings uit gekomen?

    BeantwoordenVerwijderen