Bibian wilde thuis sterven, temidden van haar
gezin en vrienden. Niet in het ziekenhuis in elk geval. Vanuit de thuiszorg
werd geïnformeerd of we al eens aan een Hospice als mogelijkheid hadden
gedacht. Minder belastend voor mij en de kinderen en daar kreeg je de best
mogelijke verzorging en begeleiding. De ideale plaats om het loodje te leggen.
Mijn tante H. Was 72 toen ze te horen kreeg
dat ze ongeneselijke kanker had, en nog maar kort te leven. Ik was erbij toen
ze het nieuws kreeg; het leek haar niet erg te choqueren. Er kon eventueel nog
wel iets geprobeerd met chemo, maar dat wees ze resoluut van de hand.
Ze woonde in Alkmaar - nooit samengeleefd en
geen kinderen - waar ze dag in, dag uit, met niet aflatend enthousiasme werkte
aan het naar het Nederlands vertalen van de boeken van Ian McEwan, Susan
Sontag, Nadine Gordimer en anderen. Ik ging haar steeds vaker opzoeken, en
hielp met allerlei zaken zoals het aanvragen van een euthanasieverklaring, het
uitzoeken van een (simpele) kist in een catalogus, legaten, schenkingen, wie
zorgt er straks voor de poes, etc. Ondanks de ernst van haar ziekte hadden we
het vreselijk gezellig met elkaar en kreeg ik een heleboel voor mij nieuwe
familiegeschiedenissen te horen.
Toen ze zieker werd besloot ze naar een
Hospice in Amsterdam te verhuizen. Dat was voor mij veel gemakkelijker en voor
haar ook prettiger, dacht ze. Op de valreep nam ze nog een vertaalklus aan,
want ze ging er vanuit dat ze nog wel een maand of zes had.
Dat werden twee weken. Vanaf het moment dat ze
haar intrek had genomen in haar nieuwe kamer leek het wel of ze al haar levenslust
kwijt was.
De sfeer in het Hospice was uitstekend. Het
personeel was toegewijd en uiterst attent... overdag.
’s Avonds veranderde dat totaal. Dan kwam
de nachtploeg en werd het een stuk minder gezellig. Mijn tante voelde zich
geïntimideerd als ze soms iets wilde of nodig had, en ook anderen klaagden
hierover.
Toen het echt slecht met mijn tante ging ben
ik een paar keer blijven slapen. Zij wilde graag dat ik er bij zou zijn als ze
dood ging. De laatste nacht had ik me net op mijn stretchertje geïnstaleerd
toen ik door twee uit de kluiten gewassen, pikzwarte verpleegsters werd
gesommeerd de kamer te verlaten. Ze gingen haar wassen. Zo laat op de avond
nog? Kon dat niet de volgende dag?
Ik werd de kamer uitgewerkt en zat een tijdje
als een berispte kostschooljongen in mijn eentje aan een tafel in de
conversatieruimte van het Hospice.
Na een half uur werd het mij te gortig. Ik
ging terug naar mijn tante’s kamer waar één van de twee verpleegsters mijn
spiernaakte tante aan een arm en een been been in een soort houdgreep had
genomen, terwijl de andere haar hardhandig met een spons aan het schrobben was.
Dit alles met het raam aan de straatkant wijdopen ‘voor de frisse lucht’.
‘Ze is nog niet klaar’, riep de ene, terwijl
die met de spons me opnieuw de deur uitwerkte.
Ik stond me een paar minuten op de gang af te
vragen wat ik nu moest doen, toen de deur open ging en het tweetal verscheen.
‘Ze is klaar hoor, ga maar kijken’, zei de een. ‘En ze is dood trouwens,’ zei
de andere. Ze gingen niet voor me opzij, zodat ik me tegen de muur aan moest
drukken om ze te laten passeren.
Mijn tante H. was inderdaad gestorven. In
paniek belde ik eerst Bibian, daarna de politie en vervolgens de directrice van
het Hospice. Twee dienders noteerden mijn verhaal en onderhielden zich
daarna met de verontwaardigde nachtverpleegsters. Toen de directrice arriveerde
stuurde ze iedereen snel weg en schonk mij een kop koffie in. Ze condoleerde me
met het overlijden van mijn tante en bevestigde mijn verhaal. Die nachtdienst
was een groot probleem, maar helaas... zeer moeilijk op te lossen. Het Hospice
draaide op vrijwilligers en een paar betaalde krachten. Er was geen budget voor
de nacht, en dus waren ze aangewezen op externe verplegers. Iedereen klaagde
erover, maar ja... geld.
En of ik alsjeblieft géén aangifte wilde doen.
Dat zou rampzalig voor de reputatie van het Hospice zijn en daarbij een zeer
moeilijk bewijsbare zaak worden. Ze verzekerde mij dat de beide verpleegsters
niet meer welkom waren en streng berispt zouden worden.
Ik heb het er toen maar bij gelaten. Met zeer
gemengde gevoelens, dat wel.
Maar sterven in een Hospice is voor Bibian -
en mij - nooit een optie geweest.
tjie -klaas - wat een verhaal... goed dat ik geen journalist meer ben... anders was het breaking news geweest... ik hoop je joggend tegen te komen in het Vondelpark? suerte y fuerte
BeantwoordenVerwijderenhier noemen ze het
BeantwoordenVerwijdereneen bijna thuis huis
wat een gruwel
weer wat geleerd
dit wil ik dus niet
nooitttttttttttt
mensonwaardig
wat jammer dat je zo'n slechte ervaring met een hospice hebt gehad,
BeantwoordenVerwijderenik werk zelf als vrijwilliger in een hospice in het oosten van het land en kan je verzeren dat het daar heel anders gaat.
de nachtdiensten daar woorden ook door vrijwilligers gedaan .
Klaas mijn vader heeft zeven weken in een hospice gelegen. wij hebben daar wél goede herinneringen aan. dag en.nacht konden wij langskomen en er werd óók. door vrijwilligers 'nachts liefdevol met mijn vader omgesprongen.
BeantwoordenVerwijderenKlaas wat kun jij prachtig schrijven. Heeft de uitgever van Bibian ook geen interesse om jouw verhalen te bundelen? Ik denk dat je heel veel mensen die ook in de rouw zijn hier enorm mee kan helpen. Ik moet vaak aan jou en de kinderen denken en aan de stukjes van Bibian waarin ze situaties beschreef die dan nu echt van toepassing zijn. Sterkte en liefs van Annemarie
BeantwoordenVerwijderenJe had aangifte moeten doen Klaas, zulke mensen horen niet thuis in de zorg.
BeantwoordenVerwijderenDie twee zijn dan misschien door de directie wel berispt en in het meest gunstige geval ontslagen, maar zolang er geen aangifte is gedaan kunnen ze altijd ergens anders terecht want de schaarste in de zorg qua medewerkers is nu eenmaal een feit.
Ik ben zelf ziekenverzorgende en de haren in mijn nek gingen rechtop staan tijdens het lezen van jouw stukje.
Gelukkig zijn er ook nog heel veel goede verzorgenden die hun werk met veel liefde doen, je tante heeft het helaas heel slecht getroffen.
Wat een schokkend verhaal, vreselijk.
BeantwoordenVerwijderenVerder wil ik nog zeggen dat je inderdaad goed kunt schrijven Klaas. En ik wens jou, en de kinderen natuurlijk, heel veel kracht toe de komende tijd. Margriet