Ooit had ik een korte maar hevige relatie met
R. Zij redde mij van een vorige slepende relatie die ik maar niet wist te
beëindigen. Ik liep toch al met mijn ziel onder mijn arm en trok vrijwel
meteen bij haar in. Ik was welkom. Zij had een dochtertje van twee-en-een-half
waar ik ook meteen verliefd op werd.
Wij beleefden een grote liefde. Op papier
waren wij de perfecte combinatie. Zij hield van muziek, ik hield van muziek.
Zij was een enthousiaste lerares Nederlands met een passie voor
literatuur. Ik had zelf ook een goed gevulde boekenkast. Wij hielden allebei
van koken en deelden een voorkeur voor de Spaanse keuken. Ik voelde me volmaakt
gelukkig in haar ruime woning in de Pijp, en mijn eigen meubeltjes en andere
bezittingen pasten naadloos tussen de hare.
Op een dag kregen we ruzie. Ik weet niet meer
waarover, iets onbeduidends, maar eigenlijk wist ik het meteen: dit komt
niet meer goed. Het lag niet aan de ruzie, maar aan de communicatie. De
betovering was verbroken, een ‘grote liefde’ is geen basis voor een relatie. Ik
verdrong die gedachte en maakte het weer goed. Maar allerlei kleinigheden die
ik tot die tijd niet had willen zien, begonnen mij nu op te vallen.
In bed luisterden wij naar een jazz zender.
Die draaide veel ‘Ella’ waar R. dol op was. Ik niet. Ik vind Billy Holliday
eindeloos veel mooier, maar omdat ik verliefd was deed ik mijn best ook Ella in
mijn hart te sluiten. Een van haar favoriete schrijvers was Thomas Rosenboom.
Arnon Grünberg, die net gedebuteerd had met Blauwe Maandagen, vond zij een
eendagsvlieg. Het klinkt nu een beetje gratuit, maar daar dacht ik toch echt
heel anders over.
Haar moeder was haar beste vriendin, en omdat
ik zelf geen ouders had, vond ik dat bijzonder. Maar na een tijdje ging het me
toch wel opvallen dat ze elke dag eindeloze telefoongesprekken met haar moeder
voerde die haar soms hevig emotioneerden. Toen ik haar moeder ontmoette,
begreep ik waarom: ze was doodsbang voor diens dominante en dwingende
persoonlijkheid.
Het werd zomer. We gingen op vakantie;
kamperen in Frankrijk, en heel misschien haar broer opzoeken die ‘woonde’ op
een camping in Spanje. Dat klonk mij romantisch in de oren. Hoewel onze relatie
al scheurtjes begon te vertonen – ik gooide stiekem haar cassettebandjes van Steely
Dan uit het raam van de auto, en deed daarna net of ik ze niet kon vinden –
begon de reis optimistisch. Gaandeweg werd mij echter duidelijk dat het
kamperen in Frankrijk een dekmantel was voor het werkelijke doel van de reis:
een bezoek aan haar broer in Spanje, waar haar moeder ook naar toe zou komen.
Omdat ik ook wel nieuwsgierig was, stemde ik toe. We kwamen aan op een camping
net buiten Valencia met enige duizenden staanplaatsen vol middelbare scholieren
en vrolijke muziek de hele nacht door.
Broerlief leefde van de verkoop van zelf
geknutselde prullen aan toeristen. Een lieve jongen met een intens trieste en
verloren blik. Toen mijn schoonmoeder arriveerde begon hij te stotteren en
ontwikkelde hij een zenuwtrek. Ook R. maakte een metamorfose door. Ik was
plotseling in de minderheid. Ik was de vijand. Moeder suggereerde dat ik naar
deed tegen haar dochter en kleindochter. Kleindochter wilde ineens niet meer op
mijn schouders zitten als we langs de boulevard slenterden. Ik kon me niet
verdedigen.
Omdat ik bij haar was ingetrokken met de
bedoeling er te blijven, had ik mijn eigen appartement aan een vriendin beloofd
die de boel al flink aan het overschilderen was. Aan de telefoon in het
kantoortje van de camping probeerde ik wanhopig die vriendin aan de lijn te
krijgen om alles weer terug te draaien. De terugreis was een stuk minder
gezellig. Een grote liefde.
wees blij
BeantwoordenVerwijderenanders had je bibian
niet leren kennen
wat is dat toch
met die moeders
Heftig verhaal wel.. Hopelijk heb je je plekje gevonden en ben je erg gelukkig
BeantwoordenVerwijderen