Swip Huilt. Hij is ontroostbaar. Het is elke
nacht hetzelfde patroon: om een uur of acht gaat hij zoet slapen, maar wanneer
wij tegen elven zelf naar bed gaan wordt hij wakker. Het is duidelijk dat hem
iets dwars zit, maar wat? Hij heeft geen vieze luier, honger heeft hij ook
niet. Heeft hij het warm of juist koud? Het huilen is overgegaan in krijsen.
Moeilijk om daar kalm onder te blijven.
Om een uur of één gaat de bel. Twee
politieagenten vragen of ze binnen mogen komen. Dat mag. De bovenbuurvrouw
heeft ze gebeld, had kennelijk genoeg van het lawaai.
Ze willen ook in de kinderkamer kijken.
Valentijn is diep in slaap, maar Swip bekijkt nieuwsgierig het bezoek. Hij
vergeet even te huilen.
Ik vraag of ze Swip gaan arresteren, maar dat
is niet het geval. Ze wensen ons het beste met onze kinderen en vertrekken.
Swip begint weer te huilen.
Wij zijn radeloos.
‘Waarom moest jij ook zonodig nog een kind.’
roep ik constructief. ‘Een huilbaby. Net wat we nodig hebben.’
‘Hij is helemaal geen huilbaby. Die huilen dag
en nacht. Swip huilt alleen van elf tot vier.’
‘Het was een belachelijk idee om nog een kind
te nemen in dat kleine rothuis van ons.’
‘We vinden wel wat. Ik ga bij Swip liggen.
Maak je niet zo druk.’
Zo was het elke nacht. Eerst sliepen we met
z’n vieren in onze enige slaapkamer, maar toen het behang daar begon te
schimmelen van de condens kochten wij een bedbank en verhuisden naar de
woonkamer. Bibian had een baantje bij een computer tijdschrift en twee dagen
per week bleef ik ’s morgens achter met een ontroostbare Swip en een paar
flesjes gekolfde melk.
Componeren was onmogelijk. Alles was
onmogelijk. Het huis was overvol; boeken stonden dubbelgeparkeerd, cd’s ook, er
was nogal wat antiek dat ik van mijn vader had geërfd waar we de ruimte niet
voor hadden met onze drie kleine kamertjes. Het huis was zeer gehorig en onze
dove benedenbuurman had dag en nacht zijn televisie op topvolume. Wanhopig
zochten we naar een groter huis, maar met ons krappe budget en onze
onrealistische wooneisen was dat niet gemakkelijk.
Ik bracht nogal wat tijd depressief op de bank
door. Ik voelde me als componist miskend, met ons bandje wilde het maar niet
lukken en ik voelde me na zeven jaar gevangen in mijn gezin.
Bibian kreeg er genoeg van. Eindeloze
nachtelijke ruzies terwijl zij vroeg op moest. We moesten misschien maar een
tijdje uit elkaar. Kon ik niet ergens gaan logeren? Ik beloofde er werk van te
zullen maken, maar ondernam niets. De gedachte ook nog Bibian kwijt te raken
verlamde mij volkomen.
Zover kwam het gelukkig niet. Door bemiddeling
van mijn tante M. werd ons net op tijd een veel groter maar toch betaalbaar
huis in ruil aangeboden. Swip hield op met huilen en ging naar de
peuterspeelzaal, ik kreeg als componist mijn eerste speelfilm aangeboden, en
nog voor we verhuisden was Bibian opnieuw in verwachting. Einde crisis.
Lulu werd als enige van onze drie kinderen
thuis geboren. In de woonkamer van ons nieuwe huis. Een kadootje.
Wat kun je toch héérlijk vertellen Klaas, ik lees het allemaal erg graag. Bibian komt er niet mee terug, maar zo schrijf je het lekker van je af. Petje af voor jou Klaas!
BeantwoordenVerwijderenInderdaad, eerlijk en heerlijk geschreven! Zo waardevol, vooral voor je kinderen, voor later...
BeantwoordenVerwijderenHet is heel eerlijk om ook over de mindere periodes te schrijven. Het zou anders teveel op een sprookje lijken en ook Bibian en Jij zijn gewoon mensen, leuke mensen, lieve mensen,bijzondere mensen, getalenteerde mensen, maar wel in de eerste plaats mensen.
BeantwoordenVerwijderenSinds wanneer komt de politie kijken en luisteren naar huilende
BeantwoordenVerwijderenbabys,is er in dit land niet iets zinnigers te onderzoeken??
Ik lees heel graag je (h)eerlijke verhalen;hou je taai!