zaterdag 13 februari 2021


 

 

In oktober 1965 gingen mijn ouders, toen 29 en 30 jaar oud, Kees ten Holt (1935 - 1990) en Ursula Roth (1934 - 1981) uit elkaar. Mijn moeder nam mij (5 jaar oud) mee naar Israel, om zich met mij in de nieuwe heilstaat te vestigen in kibboets Lahav in de Negev. Mijn ouders schreven elkaar dagelijks, en al snel werd duidelijk dat ze moeilijk zonder elkaar konden. De volledige correspondentie (in ca. zeventig brieven) is bewaard gebleven.
(afl. 6)


 

Lahav, 25 oktober 1965, Ursula

Lieve Kees,

vind je niet dat ik trouw schrijf? Ik heb ook echt behoefte om je alles te vertellen, er gebeurt hier iedere dag zo ontzettend veel. Gisteravond ben ik pas om half twaalf gaan slapen omdat ik een brief aan jou schreef. Ik ben vanmorgen toch om zes uur opgestaan, heb mijn huis schoongemaakt, mijzelf in een (of liever: mét een) emmer gewassen; ik was mezelf toch liever privé. Tegen zevenen ben ik met Klaas naar het kinderhuis gegaan. Het ging helemaal niet, hij wilde voortdurend op mijn schoot en toen wilde hij weg. Ik ben met hem naar de eetzaal gegaan, want hij wilde ook niet met de kinderen eten.
    In de eetzaal at hij alleen een ei (hij wil ook nooit naast andere mensen zitten) en tot mijn wanhoop verder niets. Hij schopte en sloeg mij, ik stond zowat te janken. Ik ging maar met hem naar huis en barstte daar in tranen uit. Ik voelde me wanhopig en wilde weg. Het regende ook nog; alles hielp mee om de stemming tot nul te brengen. Maar Klaas begon me allerliefst te troosten, en toen las ik hem een boek voor (van een eekhoorn en een neushoorntje), wie het hem gegeven heeft, weet ik niet, maar het is een reuze succes. We lezen het helemaal door, we doen er een kwartier over. Hij wil het steeds opnieuw lezen, de titel leest hij zelf. Ik wil proberen met hem te blijven leren lezen, Hollands en ook Iwriet letters, héél voorzichtig, zodat hij het leuk blijft vinden. Ik kan het op mijn gemak doen, omdat de kinderen hier van zijn leeftijd nog niet lezen, maar alleen spelen, bv. thuis Hollands en op school Iwriet, want de kast met letters is in het kinderhuis. Misschien kan ik zelf letters knippen zodat hij er woordjes van kan leggen.
    Nadat wij een poosje thuis gezeten hadden, ben ik met hem door de kibboets gewandeld en toen weer naar het kinderhuis gegaan. Ik weet nu van wie wij Iwriet moeten leren: van de kinderen. Er stond een mandje met uitgeknipte prentjes, ik nam er telkens een plaatje uit en de kinderen zeiden wat het was. Vervolgens maakte Klaas een erg mooie tekening voor jou (morgen stuur ik hem), en at hij keurig met de andere kinderen mee. Hij wilde wel blijven spelen zodat ik alleen kon gaan eten. Dit was de eerste keer dat hij alleen, zonder mij, wilde blijven. Toen ik terugkwam had hij samen met een ander kind een prachtig groot huis gebouwd en wilde hij eerst niet eens mee. Maar de kinderen gingen slapen en dus nam ik hem mee en legde hem in bed. Ik ging zelf ook slapen. Later heeft hij nog in de speeltuin gespeeld en daarna hebben we tot zeven uur samen thuis gezeten. Klaas heeft allerliefst gespeeld, een auto gebouwd van kleden, kussens en krukjes en met zijn trein en autootjes en de stenen als rotsen gespeeld. Ik heb hem voorgelezen uit Winnie de Poeh en om zeven uur heeft hij eerst met de kinderen gegeten en toen samen met mij nog een boterham met ei en tomaat en thee in de eetzaal.
    ’s Avonds is hij echt bang omdat er een man met een zaklantaarn en een geweer rondloopt, een nachtwacht; ik leg het hem steeds uit. Ik hoop maar dat hij zijn angst gauw kwijtraakt. Nu is het ook zo, dat de andere kinderen om zeven uur binnen zijn, en als zij al in het donker naar het kinderhuis gaan, dit toch meer in het bewoonde deel van de kibboets is. Wij moeten echt naar een heel donker, afgelegen gedeelte toe. Ik doe het ’s avonds zo, dat ik ook niet meer naar de W.C. hoef als Klaas in bed ligt, want hij vindt het eng als ik weg ben. Ik heb een emmertje, het moet voorlopig maar zo.
    Er zijn hier veel muizen, één heel brutale komt gewoon de kamer in, heel vervelend, hij heeft ook een half pakje cigaretten uit elkaar geplukt. Hij komt binnen door een kier van de deur, en als ik dan ‘ksssst’ roep, gaat hij gauw weer weg.
    Ik heb nog niets geen brief van je gekregen, ik zou het wel prettig vinden om iets te horen, je moet airmail schrijven, dat gaat vrij vlug. Het N.I.W. (Nieuw Israëlitisch Weekblad, KtH) heb ik ook niet gekregen, ik kijk iedere dag of er post is. Ik ga nu slapen, morgen schrijf ik nog wat.

Ik weet niet welke dag het is, ik geloof dinsdag. Ik heb te kampen met heimwee. Vannacht droomde ik dat ik weer naar huis was gegaan, misschien doe ik het wel als Klaas zich niet bij de kinderen aansluit; het maakt me erg ongelukkig. Hij weet zelf niet wat hij wil, dan wél met ze eten, dan niet, dan wél met ze spelen, dan niet, enfin, misschien ben ik te voorbarig.
    Vandaag zijn we de weg buiten Lahav een heel eind afgelopen, het is nu weer heel mooi weer. We zagen de raarste beestjes, een grote zwarte tor (echt héél groot), rare vliegen, een enorme duizendpoot, hagedissen, nog een gekke tor. De omgeving is heel woest en kaal, overal witte rotsblokken (kleine), als je op een heuvel klimt, zie je de weg tussen de heuvels slingeren; niemand te zien.
    Hoe gaat het toch met jou, of ben je me al vergeten? Ik hoor niets, er is helemaal geen post voor mij, op het moment heb ik alleen maar zin om naar huis te gaan. Klaas zit gelukkig vrolijk te tekenen. Ik ben in de grootste verwarring, ik heb het gevoel dat ik “mijn tijd uitzit”. Ik kom tot niets overdag, ten eerste omdat ik steeds met Klaas ben, en ook omdat ik moet wennen aan alles. Er zijn een paar vaste punten, dat is om half zeven eten, tussenin koffiedrinken met Klaas, dat vindt hij ontzettend gezellig, hoewel hij geen koffie drinkt, maar alleen een koekje en wat snoep eet. Dan om half twaalf warm eten, dan slapen, dan rommelen tot zeven uur, dan met Klaas in het kinderhuis eten, dan met Klaas in de eetzaal eten, dan Klaas in bed leggen, dan opruimen, mezelf afkrabben en in bed lezen met koffie en een cigaret. Toch lees ik ongeveer niets; ik ben ’s avonds te moe, en overdag heb ik geen rust. Nou, ik zal wel wennen liefje, kusje van Klaas, hij heeft net weer een mooie tekening gemaakt. Ik schrijf je gauw weer.
Veel liefs van Ursula en Klaasje.

1 opmerking:

  1. Klaas. Het is zo mooi, die brieven. Jouw profielfoto op facebook, dat is precies hoe ik me jou herinner, van de schooltijd. En die ene foto van je moeder, ik heb een foto van mezelf waar ik heel erg op haar lijk. Nou ja. Wou je dat gewoon even zeggen.En ik heb je boek besteld.Groetjes Marijn

    BeantwoordenVerwijderen