maandag 22 februari 2021

 


 

In oktober 1965 gingen mijn ouders, toen 29 en 30 jaar oud, Kees ten Holt (1935 - 1990) en Ursula Roth (1934 - 1981) uit elkaar. Mijn moeder nam mij (5 jaar oud) mee naar Israel, om zich met mij in de nieuwe heilstaat te vestigen in kibboets Lahav in de Negev. Mijn ouders schreven elkaar dagelijks, en al snel werd duidelijk dat ze moeilijk zonder elkaar konden. De volledige correspondentie (in ca. zeventig brieven) is bewaard gebleven.
(afl. 14)

Amsterdam, zaterdag 6 november 1965, Kees

Ursula, er zijn een aantal essentiële punten in Klaas z’n opvoeding die in ieder geval doorgezet moeten worden, of jij of ik er nu bij zijn ja of nee. Hij moet naar school. Als wij samen een jaar naar een ander land waren gegaan, zomaar, omdat we dat leuk vonden, had hij daar ook naar school gemoeten. Of je nu van plan bent naar Holland terug te komen of niet, doet niet ter zake. Hij móet naar school. Misschien wil jij straks wel naar een andere kibboets, of weet ik wat, en dan zal hij weer moeten wennen en weer niet willen, en op die manier verliest hij tijd. Ik denk dat hij zijn angst voor Arabieren wel zal overwinnen als hij wat meer contact heeft met andere kinderen en ziet dat die zich daar niets van aantrekken. Het argument dat er altijd wel ergens oorlog is, vind ik onvoldoende, om als het werkelijk gevaarlijk is, er je kind aan bloot te stellen, als het niet hóeft, d.w.z. door omstandigheden of morele betrokkenheid of noodzaak. De mensen die tegen de Moffen of andere moordenaars gingen vechten, namen hun kinderen niet mee, oorlog is een zaak tussen ‘volwassenen’. Ik zal Klaas schrijven (vanavond nog) dat hij naar school moet en vriendjes moet maken.
    Waarom werk jij niet? Als je werkt zal je het zelf ook makkelijker hebben en Klaas zal daardoor begrijpen dat hij naar school moet. Als hij vraagt waarom hij in Israel moet wonen, zeg hem dat je daar werken wil of moet, zoals ik gezegd heb dat ik niet mee kon omdat ik hier m’n werk heb. Uit de brieven die ik tot nu toe ontvangen heb, krijg ik de indruk dat je de hele dag maar een beetje rondloopt met Klaas, en dan is het logisch dat je onrustig wordt en heimwee krijgt. Laten ze je niet werken, of wachten ze misschien op een initiatief van jou?             Je moet jezelf maar een termijn stellen wat je verblijf in Lahav of überhaupt in Israel betreft, maar die termijn moet niet te kort zijn. Het zou dwaasheid zijn als je nu al naar Holland terugkwam. Ik moet je eerlijk zeggen dat ik me je niet in Israel kan voorstellen. Je bent een geboren Amsterdamse en geen kibboetsnik, niet naar geboorte en niet naar mentaliteit. Het harde, gezonde bestaan heeft natuurlijk zijn bekoring, de discipline, de gemeenschapszin etc, maar voor iemand die dat niet van jongs af aan gewend is, alleen maar tíjdelijk, tenzij je een werkelijke inhoud aan dat bestaan kan geven door daar te wonen en te werken met iemand samen. Voor Klaas geloof ik er ook niet in. Hij is nog zo weerloos dat hij zich rustig mee laat nemen. Maar ook hij is een Amsterdammertje, een Hollander, omdat z’n vader en moeder dat zijn. Als een kind samen met zijn beide ouders emigreert is dat wat anders, maar nu moet hij een omschakeling maken en iets verwerken dat hij niet begrijpen kán. Ik hoop voor hem, voor mezelf en voor jou dat jullie naar Holland zullen terugkomen, hetzij naar mij of ergens anders.
    Lieve Ursula, in wat een moeilijke situatie zijn we verzeild geraakt. Zoals je schrijft, zullen we al ons inzicht en wijsheid nodig hebben om een oplossing te vinden. Klaas is inderdaad te intelligent om zich met een kluitje in het riet te laten sturen, maar zijn gevoeligheid en intelligentie maken hem ook kwetsbaarder. Als het je mogelijk is, laat hem dan zo min mogelijk merken van je eigen onzekerheid of wanhoop. Ik begrijp hoe moeilijk dat is als je de hele dag met hem moet optrekken. Ursula, ik denk ontzettend veel aan jullie, en hoe meer ik aan jullie denk, hoe meer ik geloof dat ik echt van jullie houd, niet op jouw manier, of zoals jij je voorstelt dat dat moet, gebaseerd op verliefdheid, maar veel rationeler. Klaas is mijn zoon, en een kind. Jij bent een volwassen vrouw. De factoren die in onze situatie een rol spelen zijn zo complex dat ik onmogelijk nu al iets zinnigs als conclusie naar voren kan brengen. Maar ik ben van goede wil en wanhoop niet. Ik wil ook niet wanhopen. Als ik aan jou denk zijn mijn gevoelens anders dan wanneer ik aan Klaas denk. Waar het om jou gaat en om jou alleen, heb je het recht om zelf te bepalen wat je wilt, en kan ik niet samen met jou gelukkig zijn als jij het niet bent.
    Met Klaas is dat anders. Hoe ik ook tekort mag schieten als vader, ben ik een betere vader voor hem dan welke andere man of kibboets of collectief opvoedingslichaam dan ook. Daarvan ben ik overtuigd! Mijn treurigheid concentreert zich dan ook meer op hem dan op jou, d.w.z. mijn gevoelens voor hem zijn blinder, emotioneler dan mijn gevoelens voor jou. Wij staan als volwassenen tegenover elkaar, en jij hebt een aantal besluiten genomen en stappen gedaan die mij pijn hebben gedaan en waar ik het niet mee eens ben. Ik spreek niet over schuld maar over feitelijkheden. Mijn houding ten opzichte van jou wordt hierdoor beïnvloed. Ik ben een gewoon mens met gewone ambities, en ik wil ook niets anders zijn. Ik ben niet in staat om boven onze situatie te staan, ik ben er teveel bij betrokken. Ik wil gewoon leven en gewoon gelukkig zijn. Ik geloof dat ik tot nu toe teveel gerationaliseerd heb en te weinig agressief ben geweest. Ik merk nu dat ik agressiever ben geworden en ik geloof niet dat het alleen maar een eerste reactie is en tijdelijk. Wij zijn goed door elkaar geschud. Als ik aan Klaas denk, onschuldig, hulpeloos, overgeleverd, in de war gebracht, dan voel ik een steek in mijn hart. En ook als ik aan jou denk, Ursula, met je nieuwe jas in de Negev, breekt mijn hart. Maar tegelijkertijd merk ik dat ik vrijer ademhaal, energieker ben dan dat in lange tijd het geval is geweest.
    Maar ik houd wel van je, ik heb je te lang gekend en met je geleefd om anders te kunnen. Je hebt me nooit moedwillig kwaad gedaan. Je bent de enige in m’n leven met wie ik voor zover dat mogelijk is, werkelijk contact heb, aan wie ik me ooit helemaal heb blootgegeven. Met andere mensen speel ik een rol. Bij andere mensen “houd je het mooi”, maar bij iemand met wie je dag in dag uit verkeert, kan het niet anders of het vuil komt naar buiten, en dat schept een band.
    Liefje, houd je sterk, denk goed na en kom niet, gedreven door heimwee tot conclusies die voortspruiten uit wishful thinking en niet uit werkelijke overtuiging. Ik ben erg blij dat je zoveel schrijft. Ik zal jou ook veel schrijven. Ik heb je een pakje gestuurd, maar het zal vierentwintig dagen duren voor je het krijgt: roze lange broek, jewish encyclopedia, jewish festivities (?), boek voor Klaas, twee schriften met dubbele lijntjes, twee korte broekjes, twee autootjes, chocolade letter K, twee rollen drop-pepermunt, twee Haagse Posten. Ik kan je nachtcrème en je mezoeza niet vinden, ik hoor wel wat je nog meer wil hebben. Liefje, omhels Klaasje van me. Trek geen verkeerde conclusies uit deze brief, ik ben verward en boos. Als ik iets win in de staatsloterij kom ik je met kerstmis opzoeken. Alle liefs en sterkte,
Kees


zaterdag 6 november,

Lieve, lieve Klaas. Jij hebt voor mij een echte luchtpostbrief gemaakt, en twee mooie tekeningen. Die hangen bij m’n bed. Lieve Klaas, pappie zou het heel fijn vinden als je in Lahav ook naar school wilde gaan. Ze kunnen je daar allerlei leuke dingen leren, net als hier, en bovendien Iwriet. Dan kan jij twee talen spreken en dan ben je nog knapper dan de andere kinderen hier.
    Als je met de andere kinderen op de kibboets gaat spelen, zal je het vlugste wat leren. Hoe meer je leert en hoe vlugger, hoe meer plezier je daarvan zult hebben. Het is hier wel mooi weer, maar erg koud. mammie schreef dat het bij jullie ook niet zo warm is, maar toch lekkerder denk ik dan hier. Ik denk erg veel aan jou en ik zal je veel brieven sturen, en ook een pakje, dat heb ik al gedaan. Dat is nu onderweg, met de boot naar Israel.
    Wat leuk dat jullie zulke lekkere dingen eten en snoepen. Mammie schreef dat jullie geen politieagenten hebben om op te passen dat alles goed gaat, maar soldaten. Dat is natuurlijk eigenlijk hetzelfde. Heb je al eens op een kameel gereden? Hoe heten de kamelen, Shira en Truus, zoals in onze verhaaltjes? Of anders? Schrijf je me dat? En ook hoe de andere kinderen heten, en de juf?
    Dag lieve Klaasje, geef mammie een kusje van me.
    Pappie.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten