maandag 22 februari 2021

 


 

In oktober 1965 gingen mijn ouders, toen 29 en 30 jaar oud, Kees ten Holt (1935 - 1990) en Ursula Roth (1934 - 1981) uit elkaar. Mijn moeder nam mij (5 jaar oud) mee naar Israel, om zich met mij in de nieuwe heilstaat te vestigen in kibboets Lahav in de Negev. Mijn ouders schreven elkaar dagelijks, en al snel werd duidelijk dat ze moeilijk zonder elkaar konden. De volledige correspondentie (in ca. zeventig brieven) is bewaard gebleven.
(afl. 15)

 

Amsterdam, zondagavond 7 november 1965, Kees

lieve Ursula,

gisteravond heb ik m’n vorige brief op de bus gedaan en toen ik thuiskwam had ik zin om je meteen weer te schrijven. Ik heb het expres niet gedaan en gewacht tot nu. Ik verstuur deze brief pas morgen, denk ik, ik zal je vanavond en morgen in de loop van de dag zo nu en dan wat schrijven. Op die manier praten we een beetje. Ik zal vertellen wat ik zo’n beetje doe op een dag.
    Gisteravond toen ik je brief gepost had, kwam Jan Fontijn naar beneden. Hij is voortdurend bezig met z’n Cocky, en wil aan een stuk door over haar praten. Ze houdt hem een beetje aan het lijntje en speelt met hem. Hij is daar erg ongelukkig over. Als hij uitgepraat is over haar, praat ik over mijn problemen. Zo zijn we elkaars praatpaal en klankbord.
    Hij probeert me wel mee te krijgen het café in, maar ik ben alleen bereid aan het eind van de avond zo nu en dan een buurtcafé te bezoeken. Ik wil voorlopig niet naar Hoppe, en überhaupt zo min mogelijk de deur uit. Ik heb op het ogenblik het meeste profijt van het alleen zijn.
    Vanmiddag ben ik met m’n studie begonnen, ik hoop dat het een beetje zal gaan. Ik denk van wel. Hoewel het vandaag een stralende ‘voorjaarsdag’ was, was ik niet erg opgewekt. Ook niet somber, maar wel een beetje ‘ernstig’.
    Aan het begin van de middag heb ik Moesje opgezocht. (moeder van Kees, dement en in een bejaardentehuis, KtH) Ze is niet erg veranderd, d.w.z. achteruit gegaan. Ze was heel blij dat ze me zag, maar het kon haar niets schelen toen ik wegging. Ik weet niet of ze me herkende. De zuster dacht van wel, omdat ze de indruk maakte erg blij te zijn.
    Vanmorgen heb ik m’n huis opgeruimd, de planten water gegeven en de vloeren in de was gezet. Ik denk dat ik de wasserij zal opzeggen. Ik ga a.s. donderdag met Hanneke Thio naar de wasserette om eens te zien hoe dat gaat. Ik voel me op het ogenblik niet erg goed. Ik heb de laatste tijd veel te veel gerookt. Vandaag heb ik drastisch geminderd, en terwijl ik je dit schrijf (m’n derde cigaret rokend) merk ik dat ik me eigenlijk al een stuk beter voel. Jan kwam net binnen om te vragen of ik mee wil naar de bioscoop. Misschien doe ik het. Ik ben nog niet naar de film geweest sinds je weg bent.
    Vanavond heb ik voor het eerst brood gegeten, staande aan de ijskast. Morgen zal ik weer iets koken. Gistermiddag ging ik boodschappen doen. Ik wilde wat lekkere dingen kopen, maar in de winkels kon ik me niets te binnen brengen dat ik lekker vond. Misschien had ik eigenlijk geen trek in lekkere dingen. Ik hoop dat er morgenochtend post van je komt. Vergeet niet op je brieven een datum te zetten, soms vergeet je dat. De post komt erg onregelmatig. De vorige brief was hier in twee dagen, andere doen er een week over. Ik ga nu nog wat werken voor we naar de bioscoop gaan, het is nu half acht. Morgen schrijf ik verder.

Lieve Ursula, het is nu twaalf uur. We zijn naar de film geweest “the girl with the green eyes”, met Rita Tushingham (uit Taste of Honey). Ik ben een beetje treurig. Waarom ging ik niet met jou naar de film. Is het mogelijk om ooit opnieuw gelukkig te worden, zonder cynisme, verbittering? Ik wil niet verbitterd zijn. Wie is er eigenlijk wél gelukkig? Ik maak thee voor Jan en mij en dan ga ik slapen. De hemel is onbewolkt en het is bijna volle maan. De maan werpt een kil neonachtig licht naar binnen. Morgen schrijf ik verder. Welterusten, jij en Klaas.

maandag 8 november
Het is nu half een, ik ben net terug van de buschauffeurs. (Kees gaf Engelse les aan de chauffeurs van Maarse en Kroon, KtH) Ik kom dan altijd langs Schiphol en vaak zie ik grote straalvliegtuigen met veel lawaai en zwarte rookpluimen uit hun motoren naar het zuiden verdwijnen. Sommige indrukken in je leven zijn bepalend. Ik zie deze grote monsters anders dan vroeger, ik heb er een soort persoonlijke relatie mee gekregen, een voortdurende associatie bij elk straalvliegtuig dat overkomt.
    Het lijkt hier wel voorjaar. Het is stralend weer. Het najaar manifesteert zich alleen in de kleuren. De bomen beginnen hun bladeren te verliezen. Zou het ze wat kunnen schelen? De natuur lijkt objectief gezien vaak zo hard en onverschillig. In het hele wereldgebeuren betekent wat ons gebeurt ook helemaal niets. Het interesseert in feite niemand en de gang van de historie zal er niet door veranderd worden. Maar op persoonlijk vlak is het een ramp.
    Op het Leidseplein maken de spreeuwen een hels lawaai, zij bespreken opgewonden hun reisplannen en ook zij hebben diarree van de zenuwen. De daken van de auto’s en de straat zijn wit van hun uitwerpselen. Als je over een week of wat een spreeuw ziet en hem piep hoort zeggen, zijn dat mijn groeten en m’n beste wensen.
    Er was vanmorgen geen post van je, misschien vanmiddag. Ik ga eerst naar de Universiteitsbibliotheek een boek terugbrengen. Ik denk dat ik er blijf om daar te werken. Ik heb vannacht slecht geslapen en als ik thuis blijf wil ik misschien gaan slapen. Vanavond schrijf ik je nog wat en dan zal ik ook deze brief versturen.

maandagavond 6 uur.
Ik ben vanmiddag op de U.B. geweest. Ik ben net thuis en vond je twee brieven van woensdag 3 en donderdag 4  november. Liefje, ik ben blij dat je eerlijk bent en precies schrijft hoe je je voelt. Ik zal het ook zijn, dit is de enige manier om ons probleem, en het is nog steeds óns probleem tot een werkelijke oplossing te brengen, wat die dan ook mag zijn.
    Ik ben volkomen serieus wat jouw gevoelens betreft, je heimwee en je behoefte om terug te komen, en ik zal je ook helpen waar ik kan, maar NU NOG NIET. Als je nu terug zou komen, zou dat misschien zijn uit louter negatieve overwegingen en is het gevaar groot dat de toestand weer net zo zal zijn als hij was. Ook als je naar Amsterdam zou terugkomen, maar niet naar mij, zou je misschien weer spijt krijgen. Er is geen reden om zo wanhopig te zijn. Zie alles als tijdelijk. Je bent geen gevangene en kan weg als je dat wilt. Houd het alleen wat langer vol. Ik weet dat dat voor mij een risico inhoudt, n.l. dat je je zult aanpassen en willen blijven, maar op het ogenblik zie ik toch geen betere oplossing. Als je werkelijk in nood bent en het echt niet langer uithoudt, zullen we natuurlijk zo snel mogelijk naar een oplossing zoeken om je terug te laten komen. Dat kan altijd. Je bent vrij, maar probeer toch flink te zijn en goed om je heen te kijken. Zoals ik je al zei, het enige dat jullie van Amsterdam en mij scheidt is afstand.
    Waarom nemen ze Klaas niet een beetje uit je handen, zodat je kunt werken? Liefje, het is niet zo dat jij geen rust zult kunnen vinden. Je concentreert je zo vreselijk op jezelf. Ik heb erg veel nagedacht over jou en mezelf en anderen. Waarom je bent zoals je bent. Ik ben tot de conclusie gekomen dat er een moment komt in je leven dat je niet meer je ouders en je opvoeding en je omgeving de schuld kunt geven. Iedereen heeft blootgestaan aan die, vaak funeste invloeden. Maar op een moment onderken je die en moet je er zelf iets van maken. Daarom geloof ik ook niet in psychiaters. Ik wil leven, nu, niet met m’n verleden, maar nu, in het heden en in de toekomst. Jij bent veel te lucide om dat niet te beseffen en dat ook niet te kunnen. Volgens mij ben je intelligenter en gevoeliger dan ik, met alle gevaren van dien, maar ook met alle voordelen. Ik heb ook geschokte zenuwen, maar ik wil leven, verdomme en redelijk opgewekt zijn, en hoe meer ik nadenk over m’n geschokte zenuwen, hoe minder me dat zal lukken. Jij hebt een behoorlijke dosis vitaliteit, en met je minder academische en meer directe manier van denken MOET je in staat zijn te geloven in je eigen vitaliteit. Ik heb van jou veel geleerd wat dit betreft, waarom pas je dit inzicht niet een beetje toe op jezelf? Je moet geloven in het leven, je hebt nog veertig jaar voor de boeg, verdomme liefje, pieker wat minder en leef wat meer. Doe de dingen die voor de hand liggen, eet, slaap, werk, vrij, lees, luister naar muziek etc. Het klinkt misschien wat kloterig uit mijn mond nu, maar voor een deel heb jij me dit geleerd, dat ons geluk uit ons zelf moet voortkomen en niet uit de omstandigheden alléén.
    Liefje, vergeef me. Ik zal tot aan m’n dood toe blijven twijfelen aan alles, maar ik vind op het ogenblik gewoon baat bij deze ‘vitaliteitstheorie’. Ik ben niet gelukkig, soms erg ongelukkig, maar niet too much so. Ik ben erg veel alleen, ik krijg vrij veel uitnodigingen, maar de meeste sla ik af. Ik ben het liefste alleen. Ik kan me voorstellen hoe irritant monsieur Charlie moet werken op je, als je alleen wilt zijn. Probeer in je afweer beleefd maar overtuigend te zijn, liefje, vind je het erg dat ik zo tegen je praat, ik wil geen schoolmeester zijn, maar ik meen wat ik zeg. Manifesteer jezelf, tegenover jezelf en anderen. En jij hebt wat om te manifesteren! Je bent jong, mooi, intelligent, je hebt talent en een zoon. Misdeeld ben je niet.
    Ik “geniet” erg van het alleen zijn. Niet van het alleen zijn zonder jou en Klaas, maar wel van het alleen zijn zonder anderen. Het is goed om je te beseffen dat je in werkelijkheid altijd alleen bent. Liefje, ik wou dat ik je kracht en rust kon geven. Al dit soort zaken ben ik me ook pas de laatste tijd bewust geworden. Er is wel iets in me veranderd. Ik ben nog niet klaar natuurlijk. Soms betrap ik mezelf op hardheid, en hard wil ik niet zijn, maar ik laat me minder ringeloren door anderen en door mezelf. Dit proces had toch wel plaatsgevonden, maar nu is alles wat versneld.
    Zaterdag a.s. komt Daniëlle thuis. Micha is inderdaad verdwenen. Ik ben bang dat Daniëlle erg op mij zal gaan hangen. Ik wil voorlopig vrij zijn en ze zal dit wel als inconsequent ervaren na alles wat er gebeurd is. Ik weet niet precies hoe ik die situatie aanmoet, maar ik ben niet van plan me er ernstige zorgen over te maken. Ze heeft veel voor me gedaan, en ik zal haar helpen als ik kan. Ik zal je eerlijk schrijven wat er gebeurt en niet gebeurt. Ik weet zeker dat niemand ooit jouw plaats bij mij zal kunnen innemen. Ik denk voortdurend aan jullie. Wees op het ogenblik liever te streng dan te lief voor Klaas. Hij zal begrijpen dat je van hem houdt. Ik houd onnoemelijk veel van jullie en als je denkt van mij te kunnen houden en me verder kunt nemen zoals ik ben, zullen we misschien alledrie de rust vinden waar we zo naar verlangen.
    Er werd nu net opgebeld door Nic, (Nic Brink, vriend van Kees, KtH) of ik mee ging volleyballen, which I will. Liefje, kus Klaas, ik schrijf je gauw weer, omhelsd, Kees.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten