woensdag 8 maart 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

20 mei
’s Morgens hebben we excursie naar de mijn, een weinig spectaculaire kuil die ze op pyriet aan het afgraven zijn; het is gewoon dagbouw. We worden uitgebreid gefilmd door een lokale tv-ploeg. De Seven Slowhands bezoeken de pyrietmijn van Yun Fu! Overal staan borden met Welcome you, the modern rock group from Holland. Na de mijn sla ik de vertoning van de video over het ontstaan van de mijn over, maar ga wel mee naar de druipsteengrot in een van de bergen; zeer de moeite waard, heel spectaculair, afgezien van de kerstverlichting die de Chinezen overal hebben opgehangen. Wanneer ze ons terug naar het hotel brengen begint het zachtjes te regenen.
    Tot de soundcheck om half zes doe ik helemaal niets; het is nu hard gaan regenen en het ziet ernaar uit dat dat voorlopig wel zo zal blijven; er schijnt een tyfoon aan te komen.
    We worden met de bus naar de concertzaal gebracht waar men onder leiding van onze geluidstechnicus Dicky Schuttel de hele middag snoertjes heeft gesoldeerd om de apparatuur voor ons bruikbaar te maken. Het geluid op het podium is slecht, we zullen ons er doorheen moeten slaan vanavond. Er is een voorprogramma van lokale ensembles van kinderen van mijnwerkers en om half tien begint ons concert. We spelen bijzonder slecht en volgens mij ook slechter dan nodig onder deze moeilijke omstandigheden, maar het publiek is gelukkig erg enthousiast. Na afloop vliegen in de kleedkamer de verwijten over en weer, maar ik laat me niet intimideren; ik weet precies waar het aan schort en ook dat daar in deze line-up niets aan te doen is.
    Later in het hotel wil John me even spreken en dwingt hij me om me uit te spreken waarom ik hém altijd moeten hebben. Hoewel ik me realiseer dat het volstrekt zinloos is, vertel ik hem precies hoe ik over zijn manier van spelen denk, maar al zou hij er iets aan willen doen, dan nog zou het hopeloos zijn. Hij zit zo totaal vast in het wereldje dat hij voor zichzelf heeft gecreëerd, daar komt hij nooit meer uit. Ik had dit al veel eerder moeten inzien en hem niet mee moeten vragen. Ik val hem nu alleen maar aan omdat ik kotsgenoeg heb van zijn gezeur over de omstandigheden waarin hij moet spelen; die zijn voor iedereen hetzelfde, alleen kan hij er niet mee omgaan omdat hij niets heeft om op terug te vallen. Het ligt voor hem altijd aan iemand anders. *)
    Uiteindelijk bind ik weer in, maar vooral voor mijn eigen gemoedsrust. Op de kamer van Annelie drinken we nog wat en om een uur of twee ligt ik in bed. Buiten regent het. 


*) disclaimer: John is natuurlijk een fantastische gitarist en een zeer aimabele man; klaarblijkelijk had mijn drie-en-dertig jaar jongere ik het die dag nodig om zijn frustraties op die arme John af te reageren; dus als John mij nu voor eeuwig haat, neem ik daar graag de volledige verantwoordelijkheid voor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten