maandag 13 april 2015

Spijt

L. zit tegenover me op de bank op een winegum te kauwen. Ze kijkt me ernstig aan. Ik zie dat haar gezicht is veranderd; ze wordt groot en begint steeds meer op haar moeder te lijken.
    ‘Weet je welke winegum ik het lekkerste vind, papa?’
    ‘Nou?’
    ‘Eerst de donkere, dan de rode, dan de oranje, dan de gele en dan de witte.’
    ‘Volgens mij smaken ze allemaal ongeveer hetzelfde.’
    ‘Echt niet, papa.’
    Ze belde om half twee om te vragen of ik haar eerder van school wilde halen omdat ze zich niet lekker voelde, maar toen we samen naar huis fietsten leek ze zich al weer een stuk beter te voelen. Ze is zo trots op haar nieuwe fiets die S. voor haar in elkaar heeft gezet en gespoten.
    ‘Heb je zin om naar cafe De Pels te gaan of ben je te ziek?’
    Ze moet een beetje lachen: spijbelen en dan de kroeg in. ‘Liever naar huis, papa.’ Dan voelt ze zich écht niet lekker.
    ‘Zal ik je helpen met het kettingslot?’
    ‘Nee, papa, ik doe het zelf.’ Het is míjn fiets.
    Thuis ligt Bibians basgitaar op tafel, die ik uit de kast had gehaald.
    ‘Van wie is die, papa?’
    ‘Dat is één van mama’s bassen. Ik ga hem verkopen.’ Ze kijkt me geschrokken aan.
    ‘Het was niet haar lievelingsbas, ze speelde er eigenlijk nooit op. Ik vind het onzin om hem hier nog jaren ongebruikt in de kast te laten staan.’
    ‘Je kan hem toch bewaren?’
    ‘Je kunt alles wel bewaren,’ zeg ik eigenlijk meer tegen mezelf dan tegen L., ‘maar we krijgen er mama niet mee terug.’ Ik heb vanmorgen, toen de kinderen naar school waren ook al twee dozen met een uitgave in eigen beheer van haar blogs naar de papierbak gebracht. Terwijl ik de boeken door de gleuf duwde, keek ik ondertussen schuldbewust om me heen of niemand me zou betrappen. Het is een prachtige uitgave, maar het zijn er gewoon veel te veel en het maakt me alleen maar verdrietig. Soms heb ik ineens de behoefte om dingen weg te gooien. Niet omdat ik van Bibian af wil, maar omdat het me vanwege de nutteloosheid irriteert. Ze had zelf trouwens ook een hekel aan het verzamelen en bewaren van materiële zaken.
    Als L. in bed gaat liggen, wacht ik even tot ze slaapt en breng ik vlug de basgitaar naar de winkel.
    Ik zou nog wel veel meer weg willen gooien, maar alles in één keer krijg ik niet voor elkaar. Dus hou ik het bij elke lente een paar zaken waarvan ik zeker weet, of althans vermoed, maar vooral heel erg hoop dat ik er geen spijt van zal krijgen.

4 opmerkingen:

  1. Moeilijk, dingen wegdoen van mensen waar je van hield. Maar beter nu, dan noodgedwongen wanneer je na jaren bewaren ontdekt dat ze net als de dierbare teloor zijn gegaan. Gewoon door de tijd, stof, vocht. Been there, done that. Els

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Klaas, je krijgt er geen spijt van als je je gevoel blijft volgen.
    Zelf had ik een flink aantal maanden nadat mijn vrouw was overleden het idee om haar kleding weg te doen (overigens wel naar een "goed doel"). Tijdens het sorteren en opstapelen dacht ik "wat ben ik in godsnaam aan het doen?" en heb het weer terug gelegd. Maanden later voelde het wel goed en heb er dus nooit spijt van gehad. Stukje voor stukje neem je zo verder afscheid, in je eigen tempo. Er is niemand die jou op kan leggen wanneer het tijd is om alles weg te doen en waarom zou je ook. Sommige dingen blijven een - tastbare - herinneringswaarde behouden. Die bewaar en koester je en geven je soms ook nog een houvast. De kunst is om ook je kinderen de tijd te gunnen voordat zij toe zijn aan het "weg doen", ook al loopt die tijd niet parallel met de jouwe.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. blij te lezen dat je er ook nog bent
      hoop dat je gelukkig bent met je vriendin
      groeent patty

      Verwijderen
    2. moet zijn groeten sorry nieuw toetsen bord hahahahah

      Verwijderen