St. Barbara
‘Dag lieverdje, ik loop een beetje met mijn ziel onder mijn arm en daarom kom ik even bij jou zitten. Het is hier op St. Barbara altijd zo heerlijk rustig, en het idee dat ik op een dag naast je zal liggen, hoewel ik eigenlijk vind dat mevrouw Janssen dat maar moet bepalen - al heb ik niet het gevoel dat zij er erg mee zou zitten - vind ik op een gekke manier hoopgevend. Het is niet dat ik er genoeg van heb, of dat ik niets meer heb om nog voor te leven, maar dat concept van de sterfelijkheid vind ik een groot goed, het idee dat het op een dag gewoon is afgelopen, voorbij is. Daar is over nagedacht.’
Ik kijk naar de roos die ik hier kortgeleden plantte en die nu al is uitgebloeid. Zou het slechte kwaliteit zijn, of was het gewoon te laat in het seizoen? Van planten heb ik geen verstand.
‘Maar wat ik je wilde vertellen is dat ik de laatste tijd veel nadenk over Israël, me een mening probeer te vormen en me niet gek te laten maken door de stortvloed van anti-Israël propaganda, vooral uit linkse hoek, mijn eigen bubbel, biotoop. Vrijwel iedereen is het er daar over eens dat Israël de Gazanen aan het uitmoorden is, maar ik ben daar zelf helemaal niet van overtuigd. Ik denk dat Israël voor eens en voor altijd korte metten wil maken met Hamas. Of dat realistisch is, kan ik natuurlijk niet beoordelen, maar na 7 oktober is er geen andere optie meer, Hamas moet verwijderd, definitief verslagen. Het heeft me al vrienden gekost, soit, daar zit ik niet mee. Vriendschap overstijgt politieke kleur, de waan van de dag, meningen over zaken waarvan we als we eerlijk zijn het fijne helemaal niet kunnen weten, vriendschap gaat over iets anders, dient een ander doel. Wie dat niet begrijpt, hoeft mijn vriend niet te zijn.
Maar het is lastig je een mening te vormen over wat er in Gaza nu werkelijk aan de hand is omdat het nieuws, de kranten en de televisie, duidelijk niet aan objectieve en gecontroleerde nieuwsgaring willen doen. Ze schrijven gewoon waarvan ze hopen dat ze hun lezers er een plezier mee doen, tegenstemmen worden niet op prijs gesteld. Zelfs Theodor Holman, een columnist zoals we er in Nederland maar weinig hebben - weet je nog dat hij een film over jou wilde maken? - hebben ze het zwijgen opgelegd.
Binnen achtenveertig uur zouden er veertigduizend kinderen sterven in Gaza, las je overal. Maar al een paar dagen later hoorde je er niets meer over, ook geen rectificatie, gewoon niets. Er zou een ziekenhuis zijn gebombardeerd, iedereen schreeuwde moord en brand; het bleek niet zo te zijn. Maar het had zo kunnen zijn, dat was kennelijk al genoeg. Foto’s van uitgemergelde baby’s moesten bewijzen dat Israël Gaza uithongert maar bleken heel ergens anders vandaan te komen of totaal uit de context te zijn gehaald. En nu waren er weer honderden genocide-experts allemaal overtuigd dat Israël genocide aan het plegen is. Alleen bleken die experts niet te achterhalen of zelfs helemaal geen genocide-experts te zijn. En zo is er steeds wel een nieuwe vermeende gruweldaad van het Israëlische leger om de jodenhaat - want dat is het natuurlijk gewoon, je hoeft niet heel erg slim te zijn om dat te begrijpen - smeulende te houden of liever nog aan te wakkeren. Want het gaat slecht met de wereld, en dan is het wel zo fijn om een zondebok te hebben. Misschien is dat wel wat onze lieve heer bedoelde toen hij ons het uitverkoren volk noemde, was dat wat hij voor ons in petto had.
Gelukkig is niet iedereen gek geworden en zijn er ook onder mijn vrienden nog genoeg die Israël steunen zonder meteen al hun socialistische idealen te laten varen. Wel hebben we straks met de verkiezingen een probleem: waar moeten we op stemmen?
Maar goed, lieveling, rust zacht, ik moet er weer vandoor, boodschappen doen voor het avondeten, koken voor onze kinderschaar, het leven raast genadeloos voort, ik meld me wel weer.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten