woensdag 17 september 2025

Al-Quds

‘Het regent of miezert al een paar dagen, lieve schat, maar toch had ik de behoefte om je even  te komen 
opzoeken, al was het maar om te zien of de roos er nog staat die ik voor je had geplant. 
    Aan het balkon aan de overkant van ons huis hangen tegenwoordig naast elkaar een regenboog- en een Palestijnse vlag, ik denk online besteld door de geëngageerde, liberal arts and sciences studerende meisjes die daar een door papa en mama voor ze aangeschaft appartementje bewonen. From the river to the sea, is het adagium en ik vind het een mooie slogan. Ik ben er geweest zoals je weet, ik heb die rivier gezien, in de dode zee gedreven, in die zee gezwommen, zowel de Middellandse als de Rode. Ook in Gaza ben ik geweest, waar toen nog niet zoveel te doen of te zien was, geen torenflats in elk geval die ze nu weer neerhalen op zoek naar Hamas strijders. Ik was met mijn ouders op weg naar Sharm el Sheikh, dat nog maar net op Egypte was veroverd, helemaal in het uiterste zuiden van de Sinaï, vanwaaruit het Egyptische leger met grote kanonnen - ik heb ze gezien, ze stonden er nog - Israël de scheepvaart op de Rode zee belette. Israël veranderde het in een toeristische attractie, die Egypte in 1982 dankbaar overnam. Tegenwoordig is het zelfs een resort, maar ik zal er nooit meer komen. 
    Massada heeft in Israël misschien het meeste indruk op me gemaakt; vanwege de verpletterende schoonheid van het landschap, maar meer nog vanwege de geschiedenis, het was het laatste joodse bolwerk tegen de Romeinen, niet eindigend in overgave, maar in een collectieve zelfmoord die zelfs de Romeinen shockeerde. En ik begin te vrezen dat de geschiedenis zich wel eens zou kunnen gaan herhalen. Langzaam maar zeker begint het net zich te sluiten: de wereld wil geen joodse staat, geen joden hier, geen joden daar. Met from the river to the sea wordt natuurlijk geen twee-statenoplossing bedoeld, het gaat om één Palestina met Al-Quds als Islamitische hoofdstad. Dat is waar al die bevoorrechte jongens en meisjes met hun blauw geverfde haar en hun Palestijnse vlaggen van dromen, als ze het niet te druk hebben met hun decaf frappucino’s en hun vegan bagels, dat is waar de wereld nu behoefte aan heeft, zo wordt ons dagelijks verteld. Het klimaat? Palestina. LGBTQ+ rechten? Palestina. Het grootkapitaal? Palestina. Het maakt niet uit waarvoor of waartegen er wordt gedemonstreerd, overal domineert diezelfde lelijke, agressieve vlag. 
    Er is natuurlijk meer kwaad in de wereld, hier of daar is er wel eens eerder een onfortuinlijke minderheid uitgemoord of verdreven, maar geen genocide die zo tot de verbeelding spreekt als die van Israël op de Palestijnen. In die zin zijn we niet zo heel veel opgeschoten in de afgelopen eeuwen, hebben we nog altijd behoefte aan grote, verbindende verhalen met een religieuze connotatie.
    En misschien staat het ondenkbare wel te gebeuren als niemand meer vindt dat het bestaansrecht heeft en bereid is het te verdedigen: de vernietiging van de staat Israël, een volgende diaspora, of misschien wel de totale en definitieve oplossing van het jodenprobleem. En dan daarvoor in de plaats een nieuwe, trotse, kleine Islamitische staat met een zelfverzonnen, eeuwenoude geschiedenis, geleid door Hamas. En daar houdt de droom natuurlijk niet op, de plannen voor de grote, beslissende intifadah liggen al klaar, want uiteindelijk moeten we er immers allemaal aan geloven: het wereldkalifaat muß sein. Een foto van de paus die de sleutels van het Vaticaan op een goudomrand, rood kussentje overhandigt aan Mohammed Ahmad Hussein, de grootmoefti van Al-Quds of een van zijn opvolgers siert straks de voorpagina van elke krant.
    En ook dat zal niet het einde van de geschiedenis zijn. Misschien is het maar goed dat jij dit allemaal niet meer mee hoeft te maken, lieveling. Ik ben er zelf trouwens ook niet leuker op geworden.
    Maar als het echt zover komt, en ik hoop natuurlijk van niet, dan weet ik wat me te doen staat. Dan huur ik een kamer in het Amstelhotel, tegenwoordig in Quatarese handen, met uitzicht op de rivier. Ik zal eerst nog iets lekkers bestellen in het restaurant, want wie op reis gaat moet goed eten, en dan in mijn kamer op bed gaan liggen en drie opgespaarde doosjes Zopiclon - negentig pillen zijn dat - innemen. Aan de Amstel zal het niet liggen, die stroomt wel door. De rekening is dan al voldaan.'  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten