woensdag 18 februari 2015

Bonje

Ik krijg een mailtje van een moeder van school dat mijn L. háár C. in de pauze heeft geschopt. Dit was twee jaar geleden (sic) ook al eens gebeurd, en nu was de maat vol. Als ik er niets aan deed, zou ze maatregelen nemen en contact opnemen met meester H.
    L. heeft al jaren bonje met C. Ooit waren ze BFF, maar ergens onderweg is er iets misgegaan. Ik vind dat jammer; ik vond C. leuk, en ook met C.’s ouders kon ik het goed vinden. Ik vraag aan L. wat er is gebeurd, maar die zegt van niets te weten. Ik herinner me nu dat L. een paar dagen eerder had verteld dat C. een briefje op haar rug had geplakt met ‘schop mij’. Ze had geklaagd bij de overblijf, maar die wilde er niets mee doen, ‘want anders zou het haar haar baantje kosten.’ Dat is een groot probleem voor de school, hoor ik wel vaker: overblijven grijpen liever niet in omdat ze bang zijn er zelf door in de problemen te komen, en vaak hebben ze die extra inkomsten hard nodig.
    Hoewel ik weinig sympathie voor de toon van het mailtje op kan brengen, schrijf ik vriendelijk terug dat ik het er met L. over heb gehad en vertel ik ook over het eerdere incident. Ik zeg dat ik L. niet herken in het verhaal, maar dat het me een goed idee lijkt met meester H. te gaan praten.
    Als ik meester H. er op aanspreek, zegt hij dat ik me geen zorgen hoef te maken. Hij heeft ‘de meiden’ samen aan een taakje gezet, en ze zijn inmiddels weer beste vrienden. Ik moet vooral geen contact zoeken met de moeder van C. ‘Die is ongetwijfeld overspannen, dat leidt alleen maar tot nog meer ellende.’ Hij mompelt nog iets over moeders uit Amsterdam Zuid.
    Wanneer ik L. de volgende dag uit school haal, zie ik meteen dat er iets mis is. ‘Gaat het wel, meisje?’
    ‘Nee, papa.’
    ‘Wat is er dan gebeurd?’
    ‘De moeder van C. is vanmorgen bij gymnastiek de kleedkamer ingekomen en heeft daar waar iedereen bij was tegen me staan schreeuwen. Ik mocht nooit meer met C. omgaan of zelfs maar tegen haar praten. Ik was een leugenaar en ik loog ook tegen jou, zei ze.’
    Ik kan het niet geloven. Het leken me zulke aardige mensen: beetje flirterige moeder, vader had ooit een heel interessant verhaal over het nemen van kinderen. Hij vermenigvuldigde het aantal kubieke meters van een gemiddelde kinderkamer met de huizenprijs per kubieke meter - hij doet iets in de makelaardij - en berekende zo of hij de financiering rond zou krijgen. Slim! Nooit bij nagedacht! Ik vraag me dan wel af hoe ze dat met die grote gezinnen in Afrika doen, al ligt de huizenprijs daar natuurlijk veel lager.
    Ik ga met L. een tosti eten in cafe de Pels en beloof haar dat dit nooit meer zal gebeuren, en dat ik op school mijn beklag zal doen.
    Misschien ben ik naïef, maar volgens mij heeft meester H. groot gelijk en is er helemaal niets aan de hand. Die meiden sluiten vriendschappen en maken ruzie. Dat moeten ze gewoon leren, en alleen als het serieus uit de hand loopt, kun je eventueel ingrijpen. Met die kinderen is niets mis, het zijn de ouders die het probleem vormen.  

2 opmerkingen:

  1. Die moeder is vast overspannen of heeft een burn out.Jammer dat je dochter en haar vriendinnetje de dupe zijn.Leuk dat je weer schrijft, trouwens.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik haaaaaaaat zulke hysterische moeders, goed aangepakt Klaas.

    BeantwoordenVerwijderen