zondag 4 november 2012

Een jaar


Vandaag is het precies één jaar geleden dat Bibian en ik laat in de middag, het spreekuur was eigenlijk al gesloten, op een uitgestorven afdeling van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, van een jonge en zichtbaar aangedane dokter de uitslag te horen kregen van een ct-scan die zojuist was gemaakt. Alvleesklierkanker met uitzaaiingen naar de lever. Tussen de twee maanden en een jaar zouden wij nog samen hier op aarde hebben, nu we er zelf zo onomwonden naar vroegen. 
Meende hij dat echt? Ja, dat meende hij echt, al mochten we een wonder natuurlijk nooit uitsluiten.
Dat wonder kwam. Een half jaar werd opgerekt, de tijd stilgezet, om ons precies genoeg rek te geven een aantal dingen te doen en af te maken die wij om onduidelijke redenen belangrijk vonden. Na een half jaar sprong de wig uit het oude mechaniek en kwam het knarsend en schurend weer in beweging. Twee maanden later was Bibian dood.
Nu lig je daar op Sint Barbara, zo dood als een pier in je eeuwige kist. Ik stel me voor dat je je vuisten hebt gebald. Dat je woedend bent, je vernederd voelt, in de steek gelaten.
Vanaf vandaag ga ik ons half jaar opnieuw beleven. Vermoedelijk in sneltreinvaart. Alle brieven die ik schreef uit naam van de goedheiligman, in een archaïsch schoolschrift, langgerekte letters als een alphabet van Giacometti, en keurig opgerold in een schoentje geschoven: hou vol lieve kinderen, het komt allemaal weer goed. Maar de Sint bleek een leugenaar.
Lulu gelooft sowieso niet meer. Ze weet dat de tandenfee niet bestaat, dat de kerstman een sprookje is, en daaruit heeft ze haar conclusies getrokken. Dat heeft ze sneller uitgedokterd dan haar oudere broers, die ik het allebei in een gesprek van man tot man heb onthuld. Valentijn wordt weer jarig, het wordt kerst, dan oud en nieuw. Alles dubbel, het nieuwe en het oude tegelijk.
Ik zag een soort ‘praatje met vragen na afloop’ waarin Mirjam Rotenstreich aan het woord was over haar verdriet om de dood van haar zoon, en hoe ze daar mee omging. Ik merkte dat ik er niets van begreep. Dat bedoel ik niet naar, ik heb heel veel symphatie voor haar, maar ik begreep het gewoon niet.
Dat ze haar zoon nog bij zich had, nog moeder was. Misschien is het ook niet te begrijpen, en is het dus ook zinloos het uit proberen te leggen. Ik denk dat het verlies van een kind veel ingrijpender is dan het verlies van je partner, zelfs als die partner je grote liefde is. Dat er dan in andere afdelingen, op andere verdiepingen kamers open gaan, je aan een andere emotionele bureaucratie ten prooi valt.
Ik hou me maar bij mijn eigen verdriet, dat ik ook al nauwelijks kan bevatten. Ik voel het, maar ik kan het niet doseren. Het komt en gaat wanneer het wil, het speelt met me, plaagt me, stuwt me voort, houdt me tegen. Een kille vriendschap heb ik ermee gesloten.
Vanmiddag ga ik je er over vertellen, als ik je kom opzoeken op Sint Barbara.

5 opmerkingen:

  1. soms wil ik reageren maar dan zou ik hier een blog neerplempen, dus via deze weg: http://www.met-k.com/2012/11/04/over-lijken/

    BeantwoordenVerwijderen
  2. " Na een half jaar sprong de wig uit het oude mechaniek en kwam het knarsend en schurend weer in beweging "

    Heel treffend verwoord, alsof de tijd echt even stil had gestaan en jullie tegelijkertijd in sneltreinvaart meenam.


    Veel liefs vandaag, en morgen.
    Ik zal aan je denken vanmiddag.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Die specialist heette helaas niet dr. Leonard Horatio McCoy. Op gebied van de fysiologie was hij licht(jaren) verder dan bovengenoemd digitaal aflezertje.
    Bibian is met de Enterprise reeds aangekomen op de plek van bestemming.
    Hier zal ze jullie opwachten en dat is qua tijdsduur voor haar maar een onnozele tik van de secondewijzer.
    Het ga jou en de kinderen goed voor de rest van deze avond en morgen.
    Paul.

    BeantwoordenVerwijderen