Vandaag is het precies één jaar geleden dat
Bibian en ik laat in de middag, het spreekuur was eigenlijk al gesloten, op een
uitgestorven afdeling van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, van een jonge en
zichtbaar aangedane dokter de uitslag te horen kregen van een ct-scan die
zojuist was gemaakt. Alvleesklierkanker met uitzaaiingen naar de lever. Tussen
de twee maanden en een jaar zouden wij nog samen hier op aarde hebben, nu we er
zelf zo onomwonden naar vroegen.
Meende hij dat echt? Ja, dat meende hij echt, al mochten we een wonder natuurlijk nooit uitsluiten.
Meende hij dat echt? Ja, dat meende hij echt, al mochten we een wonder natuurlijk nooit uitsluiten.
Dat wonder kwam. Een half jaar werd opgerekt,
de tijd stilgezet, om ons precies genoeg rek te geven een aantal dingen te doen
en af te maken die wij om onduidelijke redenen belangrijk vonden. Na een half
jaar sprong de wig uit het oude mechaniek en kwam het knarsend en schurend weer
in beweging. Twee maanden later was Bibian dood.
Nu lig je daar op Sint Barbara, zo dood als
een pier in je eeuwige kist. Ik stel me voor dat je je vuisten hebt gebald. Dat
je woedend bent, je vernederd voelt, in de steek gelaten.
Vanaf vandaag ga ik ons half jaar opnieuw
beleven. Vermoedelijk in sneltreinvaart. Alle brieven die ik schreef uit naam
van de goedheiligman, in een archaïsch schoolschrift, langgerekte letters als
een alphabet van Giacometti, en keurig opgerold in een schoentje geschoven: hou
vol lieve kinderen, het komt allemaal weer goed. Maar de Sint bleek een
leugenaar.
Lulu gelooft sowieso niet meer. Ze weet dat de
tandenfee niet bestaat, dat de kerstman een sprookje is, en daaruit heeft ze
haar conclusies getrokken. Dat heeft ze sneller uitgedokterd dan haar oudere
broers, die ik het allebei in een gesprek van man tot man heb onthuld.
Valentijn wordt weer jarig, het wordt kerst, dan oud en nieuw. Alles dubbel, het
nieuwe en het oude tegelijk.
Ik zag een soort ‘praatje met vragen na
afloop’ waarin Mirjam Rotenstreich aan het woord was over haar verdriet om de
dood van haar zoon, en hoe ze daar mee omging. Ik merkte dat ik er niets van
begreep. Dat bedoel ik niet naar, ik heb heel veel symphatie voor haar, maar ik
begreep het gewoon niet.
Dat ze haar zoon nog bij zich had, nog moeder
was. Misschien is het ook niet te begrijpen, en is het dus ook zinloos het uit
proberen te leggen. Ik denk dat het verlies van een kind veel ingrijpender is
dan het verlies van je partner, zelfs als die partner je grote liefde is. Dat er
dan in andere afdelingen, op andere verdiepingen kamers open gaan, je aan een
andere emotionele bureaucratie ten prooi valt.
Ik hou me maar bij mijn eigen verdriet, dat ik
ook al nauwelijks kan bevatten. Ik voel het, maar ik kan het niet doseren. Het
komt en gaat wanneer het wil, het speelt met me, plaagt me, stuwt me voort,
houdt me tegen. Een kille vriendschap heb ik ermee gesloten.
Vanmiddag ga ik je er over vertellen, als ik
je kom opzoeken op Sint Barbara.
soms wil ik reageren maar dan zou ik hier een blog neerplempen, dus via deze weg: http://www.met-k.com/2012/11/04/over-lijken/
BeantwoordenVerwijderenSlik....
BeantwoordenVerwijderen" Na een half jaar sprong de wig uit het oude mechaniek en kwam het knarsend en schurend weer in beweging "
BeantwoordenVerwijderenHeel treffend verwoord, alsof de tijd echt even stil had gestaan en jullie tegelijkertijd in sneltreinvaart meenam.
Veel liefs vandaag, en morgen.
Ik zal aan je denken vanmiddag.
:( Sterkte.
BeantwoordenVerwijderenDie specialist heette helaas niet dr. Leonard Horatio McCoy. Op gebied van de fysiologie was hij licht(jaren) verder dan bovengenoemd digitaal aflezertje.
BeantwoordenVerwijderenBibian is met de Enterprise reeds aangekomen op de plek van bestemming.
Hier zal ze jullie opwachten en dat is qua tijdsduur voor haar maar een onnozele tik van de secondewijzer.
Het ga jou en de kinderen goed voor de rest van deze avond en morgen.
Paul.