donderdag 8 november 2012

Ontrouw


Ooit bedroog ik mijn geliefde. Het was een eenmalig bedrog dat mij geen plezier verschafte. Niet de daad zelf, en zeker niet de gevolgen. Het is lang geleden, bijna in een ander leven. Ik voel nauwelijks een familieband met de persoon die ik toen was. Herken mezelf niet op de foto’s in die rusteloze, verdwaaIde jongeman met dat messcherpe profiel.
Ik trad bijna alle weekeinden op met de band waarin ik speelde. We waren succesvol, de concerten waren hectisch, de muziek onrustig; ego’s botsten, euforie en spanningen wisselden elkaar af. Om onduidelijke redenen hadden we een aantal keer hetzelfde voorprogramma. Met een van de zangeressen kon ik het erg goed vinden. Er gebeurde nooit wat, maar het was duidelijk dat wij elkaar leuk vonden.
Op een mooie zomerse dag zouden onze bands weer samen spelen, in het Vondelpark in Amsterdam. Ik vreesde met grote vreze dat het ditmaal uit de hand zou lopen. Mijn vriendin bleek uitgerekend dat weekeinde vanwege een familieaangelegenheid de stad uit te zijn. Ik zei niets, maar was bezorgd. Na het concert zouden we vermoedelijk met z’n allen uit eten gaan, daar zou flink bij gedronken worden, en dan zou het gebeuren. Ik wist het gewoon. Ik wilde het, en ik wilde het niet.
Van het concert herinner ik me niets meer. Van het etentje ook niet, behalve dat ‘ze’ er niet was. Ik was gered. Omdat ik nog stuiterde van de adrenaline, besloot ik voor ik naar huis ging één drankje te nemen in mijn stamkroeg. Wat kon me gebeuren.
Mijn vader zei altijd tegen mij, dat als ik ooit mijn geliefde zou bedriegen, ik daar mijn mond over moest houden. Daarmee zadelde ik haar namelijk met mijn schuldgevoel op. Ik was er dan vanaf, want ik was zogenaamd eerlijk geweest. Nu was het haar probleem geworden. Ik vond dat een verwerpelijk standpunt. Als je iets stoms doet, moet je daar ook voor uitkomen. Hoe  kan je elkaar anders nog recht in de ogen kijken?
Ik zag haar meteen zitten aan de bar. Het ging dus toch gebeuren. We dronken wat, en daarna ben ik met haar meegegaan. Ik herinner me dat het eenpersoons bed het begaf. Zal wel Ikea zijn geweest. Ik begrijp nog altijd niet wat me bezielde. Dit was helemaal niet wat ik wilde. Ik dacht de hele tijd: wat ben ik aan het doen, waarom doe ik dit. Ik bood mijn excuses aan, zei dat het allemaal een betreurenswaardige vergissing was, dat het niet aan haar lag, maar dat ik onmiddelijk naar huis ging.
Ik kleedde me weer aan, stapte op mijn fiets en ging thuis in bed liggen wachten tot mijn geliefde de volgende middag terug zou komen. Ik durfde niet te gaan slapen.
Toen ze thuiskwam was ze verbaasd mij zo laat nog in bed aan te treffen. Ik biechtte meteen alles op. Ze schoot eerst in de lach en werd toen woedend. Ik denk dat ze wel zag dat ik het echt heel erg vond, maar waarom had ik het dan gedaan?
Ik kan het niet bewijzen, maar ik denk dat ik daar wel degelijk de basis heb gelegd voor onze uiteindelijke breuk. Het vertrouwen was weg. Zoiets.
Afgezien van mijn verbazing over mijn wonderlijke zelfdestructieve daad, vraag ik mij nu af of mijn vader niet toch gelijk had.

1 opmerking:

  1. Klaas wat ben je eerlijk. En ook altijd al geweest. Bedankt dat je zoveel levensgebeurtenissen met ons deelt. Zo herkenbaar allemaal, maar zo knap en puur opgeschreven. Sterkte!

    BeantwoordenVerwijderen