maandag 5 november 2012

Verwondering


Ik zat te lezen toen de telefoon ging: of ik nog van plan was te komen. Ik verstond het eerst niet helemaal, maar het was de tandartsassistente. Ik had een afspraak en was al een kwartier te laat. Ik kreeg een implantaat; helemaal vergeten. Ik zei dat ik er in vijf minuten zou zijn. Ze geloofde me niet, maar ik was er al in vier minuten. Omdat ik het vergeten was zat ik nu totaal onvoorbereid in de tandartsstoel. Ik liet het dus maar ‘over me heen komen’.
Ik las over Hegel en Marx, de laatste hoofdstukken van Geschiedenis van de Westerse Filosofie van Bertrand Russel. Eigenlijk te moeilijk voor mij. Ik vind dat ik een beetje moet weten wat er te koop is in de wereld, en dus lees ik zo’n boek. Mijn eerste liefde R. studeerde filosofie, ik denk dat zij heel briljant was, al heeft ze er niets mee gedaan. Haar doctoraalscriptie had de prachtige en poëtische titel ‘Sporen van de schepping, of de schepper als de perfecte misdadiger’ Het ging over de Franse filosoof Levinas. Ik las de eerste bladzijde en bleef steken. Ik begreep gewoon niet wat er stond, waar het over ging. ‘Het zijn van de zijnde’ en ‘het daarzijn in de wereld’. Het bleef dus bij die ene bladzijde en dat vond R. niet leuk. Er viel mij van alles te verwijten, maar toch zeker niet dat ik haar scriptie niet kon lezen.
Op het schoolplein sprak ik Albrecht Kwast, de opa van Swip’s boezemvriend J. die bij ons wilde komen spelen. We raakten aan de praat, hij vroeg wat ik deed, ik wat hij deed. Hij was nu gepensioneerd, maar hij had filosofie gedoceerd aan de Universiteit van Amsterdam. Ik vertelde dat ik Russel aan het lezen was, maar er weinig van begreep. Dat vond hij heel normaal. Ik moest het zien als een inleiding, intuïtief had ik zeker toch wel een heleboel aangevoeld. Over de filosofen die mij aanspraken moest ik gewoon maar eens wat meer gaan lezen, de andere waren niet aan mij besteed. Zo ging dat met filosofie.
Ik vertelde hem over mijn ex R. die filosofie had gestudeerd. Hij wist meteen wie ik bedoelde. Klein meisje met rossig haar. Briljant, heel bijzonder. Doodzonde dat ze er niets mee heeft gedaan. Hij wist nog dat ze op Levinas was afgestudeerd. Ik zei maar niet dat ik haar scriptie niet gelezen had.
’s Avonds stuurde ik haar een berichtje via facebook. Dat vond ze wel leuk geloof ik. Kwast bleek een van haar favoriete docenten te zijn geweest.
Ik weet niet zo goed waarom ik Russel uit wil lezen als ik er toch niets van begrijp. Misschien uit zelfdiscipline. De angst dat als ik dit boek niet uitlees, ik nooit meer een boek uit zal lezen. Ik heb dat soort angsten.
Daar dacht ik aan toen de tandarts een gat in mijn kaak aan het boren was en er met een sleutel een titanium schroef in draaide, waar straks mijn implantaat op komt. Die schroeven bestelt hij in Zweden. Volgens hem waren dat de Duitsers van het Noorden. Ik knikte, voor zover dat ging in mijn meer dan horizontale positie, maar ik had eigenlijk geen idee wat hij bedoelde.

4 opmerkingen:

  1. Misschien eerst het handboek over filosofie van Jan Bor lezen. (2010. Een (nieuwe) geschiedenis van de filosofie. Amsterdam: Bakker)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. of,, de wereld van Sofie, een fantastisch jeugdboek !!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zo zie je maar weer, niet alleen filosofen zijn onbegrijpelijk, tandartsen kunnen er ook wat van ;-) De wereld van Sofie is sowieso leuk, ook de film/DVD

    BeantwoordenVerwijderen
  4. En hoe is het met de pijn? Te harden?
    Sterkte!

    BeantwoordenVerwijderen