maandag 10 mei 2021

 


 

In oktober 1965 gingen mijn ouders, toen 29 en 30 jaar oud, Kees ten Holt (1935 - 1990) en Ursula Roth (1934 - 1981) uit elkaar. Mijn moeder nam mij (5 jaar oud) mee naar Israel, om zich met mij in de nieuwe heilstaat te vestigen in kibboets Lahav in de Negev. Mijn ouders schreven elkaar dagelijks, en al snel werd duidelijk dat ze moeilijk zonder elkaar konden. De volledige correspondentie (in ca. zeventig brieven) is bewaard gebleven.
(afl. 70)


 

Lahav, 22 januari 1966, Ursula

lieve Kees,

ik zit hier in een brandend hete, of liever echt net lekker warme zon, voor Moshé’s kamer, want daar is zon. In het gras liggen lui, twee soldaten, Jet draait om me heen, ik ben blij dat ze dat nog kan, want gisteravond zag het er naar uit dat ze vergiftigd was, ze kotste en kotste en schreeuwde en rilde, niemand mocht haar aanraken, maar ze spinde wel allerliefst als je naar haar keek. Vandaag is ze weer kiplekker, ze eet alleen niets. Ik dacht eventjes, als ze nou erg ziek wordt, dan stop ik haar in een tas en neem haar mee, als ze niet eet, poept ze ook niet en dan ga ik in Holland wel naar een dokter, maar ze is gelukkig weer springlevend. Als je eens wist hoe ik op haar gesteld ben, met haar stoute, gekke, zwarte maskertje, haar gespring en gerol over de grond, en haar zwarte staart, een echt klein scharminkel is het.
    Klaas ligt met zijn kont zowat boven op dit papier te tekenen, Peter Pan, dat boek hebben we net gelezen, het was erg moeilijk te vertalen, het is voor oudere kinderen vind ik ook, maar alle kinderen spelen het hier gehele dag onder leiding van Tal, de dochter van Schlomiet.
    Vannacht heb ik zowat niet geslapen, eerst kon Klaas niet slapen, toen heb ik hem uiteindelijk in mijn bed gelegd, later wilde hij er niet meer uit, dus ik legde me in zijn bed, vervolgens begonnen Moshé en z’n vriendin ruzie te maken, vrij hardop, maar nog zo beschaafd dat ik pas merkte dat ze ruzie maakten toen hij de deur uitliep en zij begon te wenen, zij huilde ongeveer de hele nacht door, ondertussen praatten ze met elkaar, vanmorgen (ze hielden ongeveer om vier uur op) waren ze om zes uur alweer op, onbegrijpelijk. Vanmiddag kwamen ze opgewekt weer thuis. Moshé zei zonder aanleiding tegen mij dat hij vannacht ziek was geweest en nu een uur wilde slapen en of wij stil wilden zijn, heel vreemd, want ten eerste vraagt hij zoiets nooit, en ten tweede heeft hij vannacht en trouwens zo vaak als zij er is, ontzettend lawaai gemaakt. Gek en lastig. Ik gaf er niet veel antwoord op.
    Het is zulk heerlijk weer, er is wel veel wind, maar die is heerlijk lauw. Ik kan me gewoon niet voorstellen dat het in Holland zo koud is. Liefje, iets belangrijks, koop vast een paar wanten voor Klaas en een warme trui en een das, als je het betalen kunt, eigenlijk zou hij nog een heel, heel warme bivakmuts moeten hebben, voor zijn oren, maar wanten enzo moet hij meteen hebben, anders is hij meteen ziek. Hij heeft wel een muts, maar het is een snertmuts.            
    
Liefje, nog iets, ik had gedacht als we vrijdag samen eens gordijnen gingen kopen (of zaterdag) voor onze kamer, voor Klaas en voor de keuken, dan neem ik de heleboel mee naar Janneke in Haarlem (Janneke van Wensveen, vriendin van Ursula, KtH) en naai ze in elkaar. En als het kan ook een beddensprei voor ons en voor Klaas, want nu is er net een klein beetje geld en het is dringend nodig. Dan blijf ik b.v. twee dagen in Haarlem en jij hebt Klaas even alleen. Je vraagt Daniëlle hem van school te halen tot jij uit school komt. Oké?
    Ik wou dat ik de kaartjes vast had, gisteren wilde ik mijn brief aan jou expresse versturen, maar Bracha hield vol dat het geen verschil maakte en ik kreeg het niet gedaan. Gisteren is Michals zoon besneden, hij kreeg wel een Berith mila, (rituele besnijdenis van jongens bij de joden, KtH) dus zo onreligieus zijn ze nu ook weer niet. Michal zei ‘so now he is a real Jew,’ heel tevreden.

Het is nu donker, 6.30 uur.
Klaas en ik hebben heerlijk gewandeld, eerst naar de beesten, toen hebben we wat eten gehaald bij het Chader Ochel, vervolgens thee gedronken en toen was de lucht zo mooi, dat we de berg op zijn gegaan. Overal bloemen, we hebben een hele bos geplukt, de lucht was vuur! Het spatte omhoog als goud licht, achter een heuveltop, flarden van vuur hingen in de lucht. Er waren stukken helblauwe lucht, licht en donker, en paars en bruin en roze, en de bergen waren van goudbruin tot donkerroodbruin en groen. Onbeschrijfelijk. Later werd het vuur meer donkeroranje tot rood, tot donkerbruin paars.
    De kinderen zijn aan het spelen, de ouderen aan de bosrand tussen de dennenbomen, zij spelen een soort spookspel, met lange witte jurken. Mijn huis staat hoger, het is een onbeschrijfelijk, toverachtig gezicht. Klaas speelt met anderen in een grote koffer die op een grasveldje tussen twee huisjes staat. Jet springt de stoep op en af, een rust, een sfeer van buitenleven. Jij moet dit ook gauw eens meemaken. Toch zou ik dit niet altijd kunnen appreciëren geloof ik. Gezond is het wel. Vanmiddag zagen we drie paarden die in een soort stal van ijzeren palen stonden, gedeeltelijk bedekt door golfplaat, middenin het kale zonnige landschap, ook al zo’n vreemd onwezenlijk beeld, het heeft toch iets erg zuidelijks, iets van een begin-van-een-nederzetting-achtig iets.

Avond.
Klaas ligt in bed en slaapt weer eens niet. Ik heb hem onder de douche gedaan, daar heeft hij wel een half uur onder gestaan, flirtend met de damessoldaten die binnenkwamen. Hij is erg lief, hij heeft misschien wel al veel meegemaakt, maar hij is nu toch heus heel lief aan het worden, aan liefde heeft het hem ook nooit ontbroken, en dat is toch het voornaamste, dacht ik. Hij is nu vrij onrustig omdat hij aan de ene kant weg wil en aan de andere kant vindt hij het hier fijn. Maar we hebben het wel gezellig, ’s middags zitten we heel gezellig bij elkaar en ’s morgens voordat hij naar school gaat drinken we thee of chocolade met toast en dat is ook erg gezellig. Ik haast hem nooit, het is niet goed, dat zie ik duidelijk, hij heeft een langzaam tempo met dingen als aankleden, eten, lopen. Soms benijd ik hem dat rustige gemak, maar ik begin het al te leren. Het zal goed voor hem zijn weer alleen, rustig in zijn eigen kamertje te slapen, hier wordt het ’s avonds zo benauwd, ik rook en ik heb het kacheltje aan, en ik kan haast niets doen, er is haast geen licht, alleen een lampje met een doek erover. Nu vanavond is er ook teveel lawaai van Moshé en vriendin en vrienden. Die mensen slapen ’s middags zo lang dat ze ’s avonds geen slaap hebben, maar ik wel. Vannacht deed de deur dicht, zijn ze gek geworden? Klaas wil weer niet slapen, dat is erg vervelend, ik moet echt wel eens rust hebben, hij zeurt de hele tijd, verstopte neus, keelpijn, akelige dromen, te veel lawaai, vervelend dat hij slapen moet enz. Ik wilde nog iets lezen. Liefje, ik houd maar op met schrijven, ik kan me niet concentreren. Veel zullen we elkaar niet meer schrijven, denk ik, ik zal de laatste dagen nog wel een brief versturen, want dan krijg je nog bijna iedere dag post tot we thuis zijn.
    Kijk je wel goed of alles voor Klaas in orde is? Dekens, lakens, handdoeken enz. Schoenpoets. Kun je misschien Halitran druppels (levertraan, KtH) kopen en fluor, mijn fluor is bijna op. Ik ben benieuwd hoe hij het zal vinden weer thuis, hij verheugt zich er onnoemelijk op. Hij zegt steeds dat hij van jou het allermeeste houdt, hij heeft je brief over de plaat gekregen, die hangt boven zijn bed. Je moet het maar niet erg vinden dat hij geen brieven schrijft, hij heeft allerlei andere dingen in zijn hoofd en nu we toch terugkomen dring ik maar niet aan.
    Frankje (buurjongen uit de Heinzestraat, KtH) heeft hem een brief geschreven, ik had een briefkaart willen sturen, maar ik heb er geen, en ik heb Motke gevraagd om er wat mee te brengen maar hij is het zeker vergeten, ik zal nog eens vragen. Liefje, houd moed, veel liefs en goeds en omhelsd door mij,
Ursula.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten