dinsdag 2 oktober 2012

grote liefde



Ooit had ik een korte maar hevige relatie met R. Zij redde mij van een vorige slepende relatie die ik maar niet wist te beëindigen. Ik liep toch al met mijn ziel onder mijn arm en trok vrijwel meteen bij haar in. Ik was welkom. Zij had een dochtertje van twee-en-een-half waar ik ook meteen verliefd op werd.
Wij beleefden een grote liefde. Op papier waren wij de perfecte combinatie. Zij hield van muziek, ik hield van muziek. Zij was een enthousiaste lerares Nederlands met een passie voor literatuur. Ik had zelf ook een goed gevulde boekenkast. Wij hielden allebei van koken en deelden een voorkeur voor de Spaanse keuken. Ik voelde me volmaakt gelukkig in haar ruime woning in de Pijp, en mijn eigen meubeltjes en andere bezittingen pasten naadloos tussen de hare.
Op een dag kregen we ruzie. Ik weet niet meer waarover, iets onbeduidends, maar eigenlijk wist ik het meteen: dit komt niet meer goed. Het lag niet aan de ruzie, maar aan de communicatie. De betovering was verbroken, een ‘grote liefde’ is geen basis voor een relatie. Ik verdrong die gedachte en maakte het weer goed. Maar allerlei kleinigheden die ik tot die tijd niet had willen zien, begonnen mij nu op te vallen.
In bed luisterden wij naar een jazz zender. Die draaide veel ‘Ella’ waar R. dol op was. Ik niet. Ik vind Billy Holliday eindeloos veel mooier, maar omdat ik verliefd was deed ik mijn best ook Ella in mijn hart te sluiten. Een van haar favoriete schrijvers was Thomas Rosenboom. Arnon Grünberg, die net gedebuteerd had met Blauwe Maandagen, vond zij een eendagsvlieg. Het klinkt nu een beetje gratuit, maar daar dacht ik toch echt heel anders over.
Haar moeder was haar beste vriendin, en omdat ik zelf geen ouders had, vond ik dat bijzonder. Maar na een tijdje ging het me toch wel opvallen dat ze elke dag eindeloze telefoongesprekken met haar moeder voerde die haar soms hevig emotioneerden. Toen ik haar moeder ontmoette, begreep ik waarom: ze was doodsbang voor diens dominante en dwingende persoonlijkheid.   
Het werd zomer. We gingen op vakantie; kamperen in Frankrijk, en heel misschien haar broer opzoeken die ‘woonde’ op een camping in Spanje. Dat klonk mij romantisch in de oren. Hoewel onze relatie al scheurtjes begon te vertonen – ik gooide stiekem haar cassettebandjes van Steely Dan uit het raam van de auto, en deed daarna net of ik ze niet kon vinden – begon de reis optimistisch. Gaandeweg werd mij echter duidelijk dat het kamperen in Frankrijk een dekmantel was voor het werkelijke doel van de reis: een bezoek aan haar broer in Spanje, waar haar moeder ook naar toe zou komen. Omdat ik ook wel nieuwsgierig was, stemde ik toe. We kwamen aan op een camping net buiten Valencia met enige duizenden staanplaatsen vol middelbare scholieren en vrolijke muziek de hele nacht door.
Broerlief leefde van de verkoop van zelf geknutselde prullen aan toeristen. Een lieve jongen met een intens trieste en verloren blik. Toen mijn schoonmoeder arriveerde begon hij te stotteren en ontwikkelde hij een zenuwtrek. Ook R. maakte een metamorfose door. Ik was plotseling in de minderheid. Ik was de vijand. Moeder suggereerde dat ik naar deed tegen haar dochter en kleindochter. Kleindochter wilde ineens niet meer op mijn schouders zitten als we langs de boulevard slenterden. Ik kon me niet verdedigen.
Omdat ik bij haar was ingetrokken met de bedoeling er te blijven, had ik mijn eigen appartement aan een vriendin beloofd die de boel al flink aan het overschilderen was. Aan de telefoon in het kantoortje van de camping probeerde ik wanhopig die vriendin aan de lijn te krijgen om alles weer terug te draaien. De terugreis was een stuk minder gezellig. Een grote liefde.



2 opmerkingen:

  1. wees blij
    anders had je bibian
    niet leren kennen
    wat is dat toch
    met die moeders

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heftig verhaal wel.. Hopelijk heb je je plekje gevonden en ben je erg gelukkig

    BeantwoordenVerwijderen