zaterdag 15 december 2012

Taal


Taal. Ik probeer mijn verdriet vorm te geven in de taal, het onder woorden te brengen. Dat begint meestal met de woorden met mijn stem klank te geven. Ik vertel – als ernaar gevraagd word – over mijn verdriet. Al snel krijgt mijn verhaal een min of meer vaste formulering. Een frase die me kennelijk goed bevalt gebruik ik steeds opnieuw. Alsof deze verankerd ligt in mijn motorisch geheugen. En misschien is dat ook wel zo. Daarmee neemt de emotionaliteit van de woorden echter af; door de herhaling ‘raken’ mijn eigen woorden me minder. Het zijn voor mij cliche’s geworden. Ik kan ‘er’ makkelijker over praten.
Ik merk dat ik me ook bewust ben van de ‘soort’ taal die ik gebruik om mijn verdriet over te brengen. De woorden die ik ervoor kies. Informeel, plechtig of plat (vandaag gaat het ontzettend kut met me), of combinaties om een bepaald effect zoals afstand of ironie te bewerkstelligen.
Ook de melodie van het gesproken woord is van invloed op de betekenis. En natuurlijk de begeleidende lichaamstaal. Een uitgebreid pallet staat tot mijn beschikking om uitdrukking te geven aan mijn woorden.
Dit bewustzijn werkt een zekere kunstmatigheid in de hand. Gekunsteldheid. Hoe eerlijk is het eindresultaat nog als er zoveel beslissingen aan vooraf zijn gegaan, zoveel redactieronden zijn geweest.
Ik vraag me, al sprekende, af hoe ik wil dat mijn woorden overkomen. En ondertussen werken mijn hersenen op volle toeren om mijn lichaam de juiste commando’s te geven. Tijdens het spreken reflecteren ze op het gesprokene om eventueel nog bij te kunnen sturen als het effect niet het gewenste is. Daartoe moet dus ook de toehoorder geobserveerd en geĆ«valueerd. Verschillende toehoorders vragen nu eenmaal om een andere taal.
Sommige van deze – vaak op het schoolplein uitgesproken – frases vinden hun weg naar mijn pen om daar, nu van de klank ontdaan, opnieuw betekenis te krijgen.
Ook op papier – een woord dat tegenwoordig in dit verband haast ironisch klinkt, in de digitale wereld bestaat immers helemaal geen papier – heb ik verschillende mogelijkheden om mijn woorden betekenis te geven. Ik heb de tijd om er over na te denken. Het nog eens over te lezen.
Maar er is nu geen door mij geobserveerde luisteraar ‘tegenover mij’. Er zijn wel mensen die ik ken, waarvan ik weet of vermoed dat ze mijn woorden zullen lezen, maar die zie ik niet voor me als ik schrijf. Ook mijn abstracte lezers met namen als ‘Anoniempje’, Vlasje’, ‘Patty’ of ‘Theo H.’, die vaak reageren, en soms ook op elkaar reageren, ervaar ik niet als publiek terwijl ik schrijf. Bij het schrijven lijk ik me minder bewust van het mogelijke effect van mijn woorden op de ander, ben ik vooral in gesprek met mezelf.
Ik wil mijn verdriet in de taal duiden, misschien wel om het te bezweren, of om het te koesteren, er mee bezig te zijn. Maar daarmee maak ik het ook abstracter; haal ik de rauwheid van de emotionaliteit er vanaf, die het verdriet nou juist zo aantrekkelijk maakt. 



                                                                                                       

9 opmerkingen:

  1. Wat knap beschreven, ik vind het zo'n herkenbare observatie van het proces in de eerste maanden na het sterven. Ik ging me op een gegeven moment na het zoveelste verhaal over de dood van mijn moeder afgelopen voorjaar bijna nep voelen. Het wordt een soort vaste riedel die je afdraait en ik vond het vreemd te merken dat hoe vaker ik het vertelde, hoe verder de ervaring zelf van mijn gevoel af kwam te staan. Naast dat dat ook wel prettig was (om niet steeds in die heftige gevoelens te zitten) had het echter ook iets vervreemdends.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het lijkt me dat je geen therapie nodig hebt, zo knap weet jij jezelf en je gevoelens te observeren. Ga door Klaas, niet voor ons, lezers, maar voor jezelf, wij hebben er ook wat aan.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. ja ik vind het ook zo herkenbaar

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zo scherpzinnig en analytisch, maar ook zo herkenbaar ...
    Dankjewel

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Gelezen en opnieuw gelezen
    Maar zulke abstracte lezers zijn we niet
    We leven met je mee
    Wij zijn concreet, voyeurs eigenlijk
    En we hebben een gezicht
    Ook al ken je dat gezicht niet

    Scherpzinnig en analytisch
    En o zo eerlijk
    Beschrijf je alles
    Zo herkenbaar
    Een hele fijne dag patty

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Woorden zeggen soms alles, soms niets!

    BeantwoordenVerwijderen
  7. In gesprek met jezelf en wij luisteren stiekum mee

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Heel mooi geschreven, respect. Schrijven en spreken is vaak ook: je eigen gedachten en gevoelens kanaliseren. Prachtig blog.

    BeantwoordenVerwijderen