donderdag 22 augustus 2019


Nachoem M. Wijnberg - DE JODEN

Roman, staat er op het bloedrode omslag, dat met zijn gouden letters wel wat aan het rode boekje van Mao Tse Tung doet denken, een bonte verzameling uitspraken van de grote roerbakker waarin qua spanwijdte van aangesneden onderwerpen naar volledigheid lijkt te zijn gestreefd, waarmee er ook inhoudelijk een overeenkomst met DE JODEN is, ik kom daar op terug.
    DE JODEN is allesbehalve een roman, althans zeker geen roman in haar traditionele verschijningsvorm. Het is eerder een soort kluchtig toneelstuk met de lay-out van een roman in de vorm van een talmoedische picaresque. Hoofdpersonen zijn de Russische jood Maimon en de Duitse filosoof en cultuurcriticus Walter Benjamin. Plaats van handeling is eerst Moskou, dan Berlijn en daarna een vlakte nabij Jeruzalem.
    Stalin - die vrijwel uitsluitend in zinnen van één woord spreekt -, maakt zich volgens zijn woordvoerder Beria zorgen over berichten dat Hitler, met wie hij in oorlog is, zou zijn afgetreden ten gunste van Martin Heidegger op advies van de joden. Hij is bang dat hém misschien hetzelfde zou kunnen overkomen. De studenten van de Moskouse theaterschool Salomon Maimon en Natalia Gontsjarova worden uitgezonden om in Berlijn te gaan uitzoeken hoe het zit. Daar ontmoeten ze Heidegger, die (behalve wanneer hij zijn moeder voorleest uit het dodenboek) helemáál niet spreekt, Heideggers moeder en Walter Benjamin. Dan zijn er commissieleden, leden van het publiek van een toneelstuk dat opgevoerd wordt, de oude joden 1 & 2, een voorzitter en een rabijn. Er is dus sprake van een toneelstuk in een roman die eigenlijk een toneelstuk is, met ex-toneelspelers die de voor en nadelen van hun toneelopleiding aan de Moskouse theaterschool van Meyerhold bespreken.
    De sfeer is surrealistisch en hilarisch. De vorm waarin Wijnberg zijn roman heeft gegoten, is zeker origineel te noemen, in die zin dat hij put uit bronnen en gebruik maakt van vormen die je normaal niet in een roman zou verwachten. Hitler - en in iets mindere mate Stalin - die binnen het jodendom wel als reïncarnaties van de archetypische jodenhater Haman uit het oudtestamentische Estherverhaal wordt gezien, worden bij Wijnberg tot zwakke, bijna sneue persoonlijkheden die nauwelijks een bedreiging vormen.
    Een groot gedeelte van de roman beslaat een vraaggesprek tussen Benjamin en Maimon, waarbij voornamelijk Benjamin het woord voert. Dit gesprek is te lezen als een karikatuur van de Talmoed en de Mishna, de eeuwenoude commentaren op het oude testament die nog altijd de basis van de praktijk van het jodendom vormen. Waar het oude testament, de Tora, naar volledigheid streeft, in die zin dat de schepping van het heelal, de aarde en de mens, de geschiedenis van het ontstaan van het verbond tussen God en de joden en alle wetten en regels die daarbij horen uitputtend beschreven worden, vaak in een vraag-en-antwoord vorm, zijn de gesprekken tussen Maimon en Benjamin hier een afspiegeling van, waarbij schijnbaar - maar dan hilarisch en karikaturaal - eveneens naar volledigheid lijkt te worden gestreefd.
    In het laatste deel van de in drie delen uiteenvallende roman wordt op een vlakte in de buurt van Jeruzalem vrij associërend gesproken over de schepping, het uit klei maken van de eerste man, ontstaan en dood van engelen, Kaïn en Abel, de aartsvaders, de zondvloed, maar ook over de concentratiekampen (zonder ze letterlijk te noemen), de treinen die de joden naar de kampen vervoerden en worden thema’s als rein en onrein en het verbond tussen man en vrouw uitputtend van alle kanten tegen het licht gehouden. Daarnaast is er op meerdere niveaus sprake van een nieuwe wereld die aanstaande is of zou zijn. Zo is er sprake van oude en nieuwe joden, oude en nieuwe godinnen. Toneelregisseur Meyerhold wilde overigens ook al met zijn theater een nieuwe mens laten ontstaan om de (communistische) heilstaat op te bouwen. In DE JODEN heeft alles met alles te maken.
    DE JODEN werd bij verschijnen door Jacq Vogelaar in De Groene Amsterdammer (nogal flauwe scènes en veel gezeur) en Tom van Deel in Trouw (een merkwaardig, niet geslaagd boek) weinig positief besproken, men vond onduidelijk wat Wijnberg met DE JODEN beoogde. Wijnberg is overduidelijk in taal en de mogelijkheden en onmogelijkheden van de taal als uitdrukkingsmiddel en het beschrijven van onze wereld door middel van taal geïnteresseerd en is daarin beïnvloed door de talmoedische traditie waarin het woord en het gesprek normatief is. Niet de uitkomst van het gesprek (denk aan de plot van een roman), maar het gesprek zélf is waar het om gaat. De schepping gebeurde immers ook door middel van het woord, en is in die zin dan ook nooit voltooid. (opvallend in DE JODEN is trouwens het veelvuldig voorkomen van zinnen in de verleden tijd, waarbij alleen het eerste werkwoord in de verleden tijd staat en de rest in de tegenwoordige tijd, en de veel voorkomende aantonende zinnen met een vraagteken op het eind) Los van zijn opvatting over taal denk ik dat dichter en schrijver Nachoem M. Wijnberg met DE JODEN een abstracte, literaire (en karikaturale) geschiedenis van het joodse volk heeft willen schrijven.
   
Klaas ten Holt 2019

    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten