zaterdag 2 mei 2015

Jellybeans

We vliegen boven de Atlantische Oceaan. L. kijkt een film. Ik heb het ook geprobeerd, maar ik ben te opgewonden om me op het scherm te kunnen concentreren. Ik kan niet geloven dat ik deze reis met mijn dochter maak, dat we echt samen naar New York gaan. Ik vond het dagelijkse aftellen al zo onwerkelijk.
    L. maakt korte filmpjes op haar iPad die straks een vlog moeten worden. Er wordt veel geknipoogd en met duimen in de lucht gestoken zoals haar grote voorbeelden dat ook doen.
    L. zorgt goed voor me, ik krijg regelmatig mierzoete jellybeans uit de grote zak van de Etos die ik gedachteloos in mijn mond stop. ‘Als je je verveelt, moet je het zeggen, papa.’
    ‘Ik verveel me helemaal niet.’
    ‘Waarom kijk je dan zo ernstig?’
    ‘Kijk ik ernstig? Ik was me er niet van bewust.’ Ik geloof dat ik me vreselijk opgelucht zal voelen als we onze B&B hebben gevonden. Mensen als ik moeten niet zonder reisleider op pad.
    ‘Als ik straks in slaap val, maak je dan een filmpje van me, papa?’
    ‘Zal ik doen.’
    L. heeft al vaker gevlogen, maar ze zegt dat ze het zich niet kan herinneren. Het inchecken vindt ze het engste, het gedoe bij de douane en het fouilleren. ‘Ik heb claustrofobie,’ zegt ze tegen een mevrouw van het luchthaven personeel die haar vriendelijk toeknikt. ‘Toch papa?’
    Het is waar: L. laat altijd de WC deur op een kier, en wil dan dat ik buiten blijf wachten.
    ‘Ik hoop dat ik er in het vliegtuig geen last van krijg.’
    ‘Vast niet,’ zeg ik. Omdat ik denk dat ik mijn eigen angstzweet ruik, heb ik de stoel aan het gangpad genomen. L., die naast een vriendelijke zwarte mevrouw zit, overhandigt me discreet haar deospray.
    ‘Heb jij vliegangst, papa?’
    ‘Een beetje,’ lieg ik. ‘De kunst is om niet te denken aan alle vreselijke dingen die er zouden kunnen gebeuren.’
    ‘Wat voor dingen dan?’
    ‘O, van alles. Zullen we het daar nu niet over hebben?’
    ‘En je hebt toch ook hoogtevrees, papa?’
    ‘Dat heb je goed onthouden.’
    ‘Waarom ben jij eigenlijk altijd zo bang?’
    Omdat ik weet wat er in de wereld te koop is, wat voor vreselijks mensen elkaar kunnen aandoen, hoe het plotseling zomaar afgelopen kan zijn, boem, pats, klaar. ‘Dat valt toch wel mee?’
    ‘Je kijkt vaak zo angstig.’
    ‘Dat komt door mijn wenkbrauwen. Maar met jou erbij, durf ik alles hoor!’
    ‘Ik ook papa. Wil je nog een jellybean?’
    

2 opmerkingen:

  1. HELD !!!! Jullie doen het fantastisch.....

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dappere. Ik durf nog steeds geen vliegtuig in, dus ik begrijp je hélemaal. Els.

    BeantwoordenVerwijderen