Sibelius
Op het conservatorium moesten wij de vijfde symfonie van Sibelius analyseren. Onze analysedocent, Eugene Sigaloff een vriendelijke maar nogal gefrustreerde Amerikaan met een ongelofelijke haat tegen alles waar zijn land voor stond, ook al sprak hij Nederlands met een onmiskenbaar accent en leek hij uiterlijk enorm op George Bush senior, was een groot bewonderaar van Sibelius, volgens hem de belangrijkste en vernieuwendste componist van de twintigste eeuw. Zelf schreef hij ook symfonieën, hij had er al een aantal voltooid, maar die werden nooit uitgevoerd. Hij had van alles ondernomen, maar niemand wilde er aan. Op mijn verzoek speelde hij in de les een keer een stuk uit een pianoreductie van een van zijn symfonieën, ik herinner me richtingloze muziek met lelijke akkoorden zoals je die ook wel in de arrangementen van jazz standards van moderne big bands hoort.
Ik hoorde de muziek van Sibelius voor het eerst en probeerde er enthousiasme voor op te brengen, ik denk vooral omdat ik zo met onze sympathieke, miskende analysedocent te doen had. Ik kwam er achter dat Simon Vestdijk van Sibelius hield en een behoorlijk grondige analyse van zijn symfonieën had gemaakt. Sigaloff was onder de indruk van mijn ontdekking en van mijn eigen analyse - ik vond het best leuk om te doen - en gaf me een hoog cijfer. Misschien hielp het ook dat ik er altijd was en ook altijd mijn huiswerk deed.
Maar hoewel ik moet toegeven dat die vijfde symfonie goed in elkaar zit - er is ergens een gedeelte waar het heel subtiel van een driekwarts maat in een vierkwarts maat overgaat (of omgedraaid, dat weet ik niet meer) dat echt indrukwekkend is, en het heeft zeker ook een eigen signatuur, het lijkt niet op Mahler of Brahms, je hoort meteen dat het Sibelius is - vind ik het uiteindelijk toch vreselijke muziek. Überkitsch met een hoog Onedin line gehalte. Er is geen thema dat beklijft of meer is dan een simpel deuntje, de harmonieën zijn topzwaar en de instrumentatie is als een Caran d’Ache doos waarvan alle kleurtjes zijn opgebruikt. Ik geloof dat Bernstein, die ook de dirigent is van de uitvoering die ik heb, het geweldige muziek vond. Dat snap ik wel, zelf schreef hij ook - op een paar leuke liedjes uit West Side Story na - lelijke sentimentele muziek die direct aan het gevoel appelleert. Hij wist zijn handel overtuigend te verkopen, altijd leuk om hem te horen vertellen.
Veel later had ik kort verkering met een meisje dat ook van Sibelius hield, en dan vooral het vioolconcert. Zij vond dat de mooiste muziek ooit. Omdat we lekker vreeën, probeerde ik dat ook te vinden, en lukte me dat zelfs een tijdje. Maar toen de liefde was verdampt - ik had inmiddels zelfs de partituur aangeschaft - en mijn blik niet langer werd vertroebeld, keerde ik terug naar mijn oorspronkelijke oordeel over de belangrijke Finse componist: lelijke, gemakzuchtige, sentimentele kitsch.
Ik hoef maar een willekeurige sonate of partita van Bach op te zetten, en al na een paar seconden heb ik genoeg fraaie noten gehoord om de rest van mijn leven over na te kunnen denken. Nuchtere, maar bedrieglijke Duitse eenvoud tegenover holle Finse overdaad. Dirigentenmuziek.
zondag 28 september 2025
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten