Moe
‘O lieveling, soms kan ik er zo naar verlangen dat het voorbij is, dat ik eindelijk voorgoed bij je kan komen liggen. De koude winters in de bevroren grond neem ik graag op de koop toe, als jij het kan, kan ik het ook. Moe. Ik ben zo godallejezus moe de laatste dagen. Ik raak ervan in paniek. Het is niet echt een fysieke moeheid, hoewel ik soms ook nauwelijks de trap op kom, meer een soort overweldigende, allesomvattende uitputting. Mijn ex en eerste grote liefde R. zei toen we koffie dronken in park Frankendael nadat ik haar had geadviseerd bij het uitzoeken van een nieuwe bril dat ik er uitzag alsof ik elk moment in huilen kon uitbarsten. Dat was precies hoe ik me voelde, besefte ik op dat moment.
Volgens haar was mijn emotionele reservoir vol en veroorzaakte dat de oververmoeidheid. Dat klonk redelijk. Ik kan me alleen niet herinneren of ze ook tips had om mijn reservoir weer te legen. Hoe pak je dat aan? En over wat voor emoties hebben we het dan eigenlijk?
Het eerste dat me te binnenschiet is onze middelste zoon en het eeuwige schuldgevoel waar hij mij mee opzadelt. Hoe vaak ik mezelf ook voorhoud: het is zíjn depressie, zíjn ketamine verslaving, hij is vierentwintig, hij kan niet alles bij jou neerleggen, hij kan best zelf iets ondernemen, met zijn broer en zijn zus gaat het wél goed, zo goed als het kan gaan op hun leeftijd die niet de gemakkelijkste is; het voelt als ouderlijk falen, als iets waar ik persoonlijk verantwoordelijk voor ben, of in elk geval verantwoordelijkheid voor zou moeten nemen. En daarbij komt dan de angst voor een nieuwe zelfmoordpoging wanneer ik me niet meteen over hem ontferm als hij weer eens totaal in de put zit na overmatig drugsgebruik. Dit jaar was het de derde keer dat mevrouw Janssen en ik voortijdig onze vakantie moesten afbreken vanwege een nieuwe depressie en onze zorgen daarover. Ik had me voorgenomen hem nu maar eens zijn eigen boontjes te laten doppen, voet bij stuk te houden, maar voor ik het wist hadden we onze koffers gepakt en waren we op weg naar huis. Ik heb niet de indruk dat het veel verschil heeft gemaakt, hij heeft gewoon opnieuw zijn zin gekregen zonder daar zelf iets constructiefs tegenover te stellen.
Verder leek het er even op dat de kanker van mevrouw Janssen was teruggekeerd, een week waarin wij hierover in grote onzekerheid verkeerden en ik in mijn dromen opnieuw een begrafenisspeech moest houden met die voor jou nog vers in mijn geheugen. Ik probeerde de moed niet te verliezen, maar vreesde het ergste. En toen alles in orde bleek te zijn, was er eigenlijk nauwelijks tijd om er nog bij stil te staan omdat S. geroutineerd alle aandacht naar zich toetrok.
Zou dit mijn vermoeidheid verklaren? Misschien. Ik drink geen alcohol, slik vitamine supplementen en draai mijn rondjes in het Vondelpark zonder veel problemen, steeds een kilometer erbij, dus met mijn conditie lijkt niet heel veel mis, maar ondertussen zie ik overal tegen op, is eigenlijk alles me teveel. Emotioneel reservoir overvol? Wie zal het zeggen. En het (school)jaar moet nog beginnen.
Soms denk ik wel eens dat het iets in de lucht is. Dat er ergens illegaal giftige rotzooi in de lucht wordt gespoten die mijn gezondheid aantast. Maar misschien is dat vergezocht, ben ik gewoon moe, heel erg ontzettend moe, for no particular reason.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten