Hoe gaat het met je? is een vraag die mij veel
gesteld wordt. Moeilijk te zeggen.
Op een soort van elementair menselijk niveau
geloof ik dat het wel goed gaat. Ik sta op, kleed me aan, ontbijt met de
kinderen, geef antwoord als me iets gevraagd wordt en sla geen wartaal uit. Ik
was me, scheer me, drink niet te veel, doe een beetje aan lichaamsbeweging. Ik
geniet van de kinderen en vind het heerlijk om hier in Meerle, waar wij nu al
twee weken verblijven, in de zon te zitten. Beetje dromen, beetje lezen. Soms
komt er iemand langs.
Maar hoe het wezenlijk met me gaat zou ik
eigenlijk niet weten. Ik denk wel redelijk, maar ben tegelijk bang dat ik
misschien iets over het hoofd zie.
Bibian ontbreekt heel erg in alles wat ik doe,
merk ik; of ik laat haar niet toe, ik weet het niet zo goed.
Vriendin K. zegt dat dit heel normaal is. Je
lichaam weet precies wat jij aan kunt, en de rest verstopt het voor je tot je
er wel aan toe bent.
Toch weet ik best wat het voor me verbergt.
Het is voordurend aanwezig in de periferie van mijn gedachten, en als ik er
voor ga zitten overspoelt het me. Het is een groot donker meer van onpijlbare
diepte.
Ik zit aan de rand op een redelijk aangenaam
kiezelstrandje waar ik best nog wel even mag blijven zitten. De overkant is
duister en onbestemd. Het water troebel.
Ik weet dat ik er doorheen moet. Er is geen
weg terug en ik vertrouw er ook wel op dat ik – als het zover is - de overkant
zal bereiken en dat er daar nog van alles voor me in het verschiet ligt. Maar
ik wacht nog. Ik kan het nog niet, ben er nog niet aan toe.
Verdriet komt in golven en het kondigt zich
niet altijd even netjes aan. Als het komt probeer ik me niet te verzetten en me
er aan over te geven. Als een grote beker laxeermiddel: binnen is binnen.
Ik weet dat als het nog iets worden moet met
mij, dat ik dan geen keus heb. Ik moet het aangaan, erdoorheen. Ik moet het tot
de laatste druppel leegdrinken.
Hier in Meerle is Bibian’s afwezigheid op een
vreemde manier nog wel te accepteren. Ze is er gewoon ‘even’ niet. Ze is namelijk
thuis of ergens anders. Voor ons eigen bestwil heeft ze ons op een korte
vakantie gestuurd.
Maar ik merk dat ik wel erg opzie tegen
thuiskomen. Hoe het zal zijn om straks zonder Bibian te leven in een huis dat
nog natrilt van haar verpletterende aanwezigheid.
Nu heb ik nog vakantie. Een zonvakantie in het
Koninkrijk der Belgen.
Ik zou je graag een hart sturen om onder de riem te steken maar weet niet hoe. Wens je een behouden vaart op de golven van verdriet.
BeantwoordenVerwijderenKlaas, als je zo kunt verwoorden wat je voelt en het voelen met stukken toelaat, kom je er wel. Het is een rottijd, daar kan geen mens wat aan veranderen. Maar je komt elke dag een stapje verder. Met de kinderen, met vrienden, met het dagelijkse gebeuren, met de muziek. Regelmatig een stapje terug, of op de plaats rust, het is jouw weg die je gaat. En natuurlijk leidt dat ergens naar toe, naar het leven, Een ander leven , maar wel leven.
BeantwoordenVerwijderenhet is makkelijk oordelen
BeantwoordenVerwijderenzo voor een ander
het is meer
een stap vooruit
20 achteruit
op golven van verdriet
maar hoe dan ook
je komt er wel
en bibian
waar je ooit ook bent
is altijd bij jullie
ook al denk je van niet
iedereen leeft met je mee
sluit me bij karin aan
een hart
een gouden hart
onder de riem steken
maar weet ook niet hoe
want je moet het zelf klaren
maar je kan het
stukje bij beetje
en het doet zo'n pijn
idd het doet pijn
BeantwoordenVerwijderenDat meer waar je doorheen moet, zo herkenbaar. Het wordt een lange weg zonder echt eindpunt. En toch heelt de tijd de wonden. Dan blijven de littekens over. Sterkte!
BeantwoordenVerwijderenJe weet nooit hoe sterk je bent, totdat sterk-zijn de enige keuze is die je hebt
BeantwoordenVerwijderen