dinsdag 9 juni 2020





De prins en de zegelring - Afl. 83
Klaas ten Holt

Hoofdstuk 28  (slot)


Die avond is het feest in La Roche. In de centrale hal worden de tafels in een grote kring gezet. Prins Ivar houdt zijn belofte dat hij die dag voor het laatst zijn rol als Nicolò de keukenhulp nog zal vervullen, en helpt Lambert met alle voorbereidingen voor het diner. Vooraf zijn er toastjes met wilde eendenpaté met een truffel-limoenmayonaise, dan is er pompoensoep à l’Ardenne, een spoon van gefrituurde forellenwangetjes met kervel en een salade van gegratineerde geitenkaas met een dressing van knoflook en fijngehakte krulpeterselie, vervolgens zijn er alle soorten wild en gevogelte, een bukkenade van kalfsvlees, saffraan, krenten en rijstebloem, kalkoen in roomsaus op Catalaanse wijze, baklava à l’Ottoman, diverse vruchtensorbets en vers fruit toe. Hoewel Lambert tussendoor enige malen nerveus van tafel opstaat om er in de keuken op toe te zien dat alles goed gaat, zit hij ditmaal zelf ook aan bij het diner. Vanwege de door hem betoonde heldenmoed en zijn onvoorwaardelijke trouw aan het huis La Roche heeft ridder Thom hem aan zijn rechterzijde uitgenodigd.
    Na de zevende gang komt iemand hem waarschuwen dat er in de bijkeuken een geknevelde man hevig ligt te spartelen. ‘Günther! Helemaal vergeten,’ mompelt de kok geschrokken. ‘Maak hem maar los, hij is vrij om te gaan waar hij wil.’
    Het sombere slot heeft inmiddels een gedaantewisseling ondergaan. Het schavot is afgebroken, de donkere stoffige wandkleden zijn vervangen door nieuwe met vrolijker motieven, in alle vertrekken staan vazen met fleurige boeketten, door het hele kasteel is flink de bezem gehaald en alle ramen staan wijd open.
    ‘Voortreffelijk!’ drinkt Luitenant-Generaal van Blitz zijn gastheer toe. ‘Werkelijk waar, mijn complimenten voor de chef!’ Lambert zit erbij te glunderen.
    Ondanks zijn protesten vanwege de slechte ervaringen bij zijn vorige optreden in La Roche, ontkomt prins Ivar er niet aan opnieuw de viool ter hand te nemen. Onder luid bijval speelt hij het lied van de twee ridders.
Prinses Hendrikje luistert beleefd naar een lange uiteenzetting van de generaal over de tactische en strategische bijzonderheden van de inname van het kasteel. ‘Diverse uitgevers hebben mij reeds benaderd om mijn herinneringen aan de slag om La Roche te mogen publiceren,’ vertelt hij trots. ‘En als ik u iets verklappen mag: het geheim zit hem in de uniformen,’ zegt hij vertrouwelijk. ‘Gelooft u mij, ik heb ze namelijk zelf ontworpen.’
    ‘Schenkt u mij liever nog een glaasje van die overheerlijke port in, Van Blitz,’ zegt de prinses die inmiddels een beetje tipsy is geworden.
    ‘Menno, prinses, noemt u mij alstublieft Menno,’ zegt de generaal terwijl hij hun glazen nog eens volschenkt.
    Ridder Thom moet erg wennen aan zijn hernieuwde rol als kasteelheer. De lange jaren van eenzame opsluiting hebben hem ietwat mensenschuw gemaakt. Eigenlijk was hij van plan geweest zich zo snel mogelijk terug te trekken in het klooster van Orval, maar broeder Lorenzo, zijn oude leermeester die hem na de machtsovername meteen is komen opzoeken, heeft hem daarvan weerhouden.
    ‘U bent de naamdrager van een oud geslacht,’ weet hij de ridder te overtuigen, ‘en zoiets brengt nu eenmaal verantwoordelijkheden met zich mee.’ Ondanks zijn volledige rehabilitatie, nu is aangetoond dat de beschuldiging dat hij de zegelring had gestolen vals was, keert Lorenzo niet terug naar het klooster. Ridder Thom biedt hem een functie aan als zijn persoonlijk secretaris die hij maar al te graag aanneemt. Van Matthis, die kennelijk zijn meester trouw wilde blijven, is op La Roche nooit meer iets vernomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten