dinsdag 22 januari 2013

Cluj


Ik speelde in Cluj, een stad in Roemeniƫ waar ik daarvoor nog nooit van had gehoord, als gitarist met het B-Movie Orchestra op het Transilvania International Film Festival.
Met een klein propellorvliegtuigje vlogen we van Boekarest naar Cluj, laag over eindeloze bruin-groene heuvels met af en toe een tent of een hut. Soms zag je een vrachtauto of een motorfiets. Op het vliegveld waren we het enige toestel. Ik voelde me slap en dacht dat het van de zenuwen was. Het was een van mijn eerste concerten met het orkest, en ik wilde het graag goed doen.
Het verbaasde me een beetje omdat ik over het algemeen redelijk stressbestendig ben. Weinig last van plankenkoorts. Ik wist nog niet dat het kwam door een vitamine D tekort; een oudemannenkwaal waar ik kennelijk de leeftijd inmiddels voor had bereikt. Dat bleek pas later toen ik me, eenmaal weer thuis, nog altijd slap voelde en me maar eens bij de huisarts meldde.
Bibian was boos. Zij voelde zich al langer moe en uitgeblust, maar volgens de doktoren mankeerde ze niets. Ze werkte gewoon te hard. En dan ook nog drie kinderen erbij. Het maakte haar wanhopig; niemand nam haar klachten serieus en nou ging toch weer alle aandacht naar mij, en bleek ik ook nog iets ‘simpels’ te hebben, dat gewoon met pilletjes op te lossen was. Het werden de laatste maanden van ons ‘gewone’ leven.
Cluj bleek een redelijk hippe studentenstad met mooie kroegen, restaurantjes en ontzettend veel cultuur. In de entree van de opera hingen foto’s van vermaarde lokale sopranen en tenoren, in het theater portretten van Roemeense Hamlets, Ophelias, Lears en MacBeths.
De keuken was een soort tweedehands Italiaans, een beetje zoals bij ons in Turkse pizzeria's. Het was het allemaal net niet, maar dat maakte het voor mij juist heel aantrekkelijk.
Na het concert bleven we nog een volle dag. Ik slenterde wat door de stad, maar was te moe voor de diverse ‘wilde’ feesten die in het kader van het festival werden gegeven. Ik voelde me zo ellendig dat ik er ’s nachts niet van kon slapen. De volgende dag vlogen we terug naar Boekarest, waar we uren op onze aansluiting naar Amsterdam moesten wachten. Samen met saxofonist A. die er ook doorheen zat, besloten we in de omgeving van het vliegveld een rustig plekje te zoeken om nog wat te slapen. Met onze instrumenten sjokten we naar buiten, waar we ons installeerden achter een bosje op een klein veldje langs de grote weg naar de hoofdstad. Het was frisjes en het miezerde, maar dat maakte ons niet uit. Toen we eindelijk zo’n beetje ingedommeld waren klonk een snerpend fluitsignaal. Een soldaat maande ons met zijn geweer het bosschage onmiddelijk te verlaten. Als twee betrapte oude sodomisten lieten we ons terugjagen naar het vliegveld, waar we nog zeker zes uur de tijd moesten zien te doden.
Aanstaande vrijdag maak ik mijn comeback bij het inmiddels vermaarde B-Movie Orchestra. Ditmaal in de Amsterdamse Westergasfabriek. Zie ik A. ook weer eens.


2 opmerkingen:

  1. Klaas, ik wens jou veel succes en plezier ! Thea.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Tja was alles maar zo ¨simpel¨ op te lossen met een pilletje, zou heel wat ellende besparen. Veel plezier vrijdag, geniet er van.

    Rose.

    BeantwoordenVerwijderen