dinsdag 20 april 2021


 

 

In oktober 1965 gingen mijn ouders, toen 29 en 30 jaar oud, Kees ten Holt (1935 - 1990) en Ursula Roth (1934 - 1981) uit elkaar. Mijn moeder nam mij (5 jaar oud) mee naar Israel, om zich met mij in de nieuwe heilstaat te vestigen in kibboets Lahav in de Negev. Mijn ouders schreven elkaar dagelijks, en al snel werd duidelijk dat ze moeilijk zonder elkaar konden. De volledige correspondentie (in ca. zeventig brieven) is bewaard gebleven.
(afl. 56)


 

Lahav, zondag 26 december 1965, Ursula

lieve Kees,

Terwijl ik dit schrijf, lieve Kees, ben jij op een feestje of je zit nog te eten met Jan en Daniëlle. Dat we hier niets van de kerstdagen merken? Dat denk je maar, we hebben in de kibboets een kerstboom, die is van Odie en Marscha. Marsha is een Amerikaans meisje dat met een Israëli van de kibboets getrouwd is, ze is niet joods, en ze is hier pas. Ze hebben slingers en ballen en cadeautjes gekocht en een dennenboom uit de heuvels gehaald. De hele kibboets is naar hun huisje gegaan om hem te bekijken, ik heb hem zelf niet gezien, ik weet niet waar ze wonen, en bovendien ken ik ze niet. Ik hoop dat jij prettige dagen gehad hebt. O ja, ik kreeg trouwens nog een kerstkaartje van mijn vader en Rucki.
    Liefje, vandaag kreeg ik je brief van 23 december. Allereerst ga ik nu even dus wat bespreken met je. Ik zal denk ik met de Moledet op 28 januari gaan, dat lijkt me een geschikte datum, dan arriveren we 3 februari in Amsterdam. Ik heb nog niet met Michal en Eri gesproken, maar ik zal het morgen of overmorgen doen, en dan stuur ik m’n boeken vast weg, dan heb ik niet veel meer te dragen, want aan gesjouw heb ik een reuzehekel. Ik hoop nu alleen maar niet dat ze het erg vinden en dat ze me ook niet zullen pressen dan maar zo gauw mogelijk op te krassen, regel jij dan ondertussen als het kan alles. Zo gauw ik met ze gesproken heb schrijf ik je en ik zal vragen of het nu eens expresse kan. Ik zeg trouwens wel dat het niet eerder kan omdat jij het huis hebt verhuurd en de mensen er niet eerder uit zijn. Kun jij me nog schrijven wat de vertrekdatum uit Israël van de Moledet is? Moledet betekent geboorte, thuis, geboorteland, dat lijkt me voor mij toepasselijker dan Bilu, dat betekent Huis van Jacob, komst en laat ons gaan. De Bilu was een groep van jonge pioniers in Israël, en ik ga juist weg. Hoewel ik blij ben dat ik naar huis ga, vind ik het heel erg Israël te moeten verlaten. Ik beschouw het nog steeds als een groot geluk en geschenk dat ik hier ben. Ik hoop dat we er samen nog eens zullen komen, en misschien, wie weet, nog eens kunnen wonen. Op het moment ben ik er kennelijk nog niet aan toe, ik heb een beetje het gevoel van een gladde wand af te glijden. Dit was ook geen Alyah, (term voor de Joods-Zionistische emigratie naar Palestina en later Israel, KtH) dit was een sprong en een genezing, een gunst.
    Ik hoop dat je me nu geen kwezel vindt, maar dit is zo’n mooi en wonderlijk land. Er gaat een sfeer van eeuwen vanuit, en heus niet alleen van de oude steden, maar juist van de heuvels. Het lijkt zo bekend, dat komt omdat ik ze ook ken uit de bijbel, uit verlangen ernaar. Kun je hier iets van begrijpen? Ik begrijp er zelf niets van, maar het heet niet voor niets het heilige land.
    Deze brief wordt niet zo lang, ik heb niet erg veel te schrijven, ik denk steeds aan jou, vannacht droomde ik dat ik thuis was en ik droomde ook dat ik met jou in bed lag en dat dat heel prettig was. Klaas spreekt voortdurend over je, hij wil je dolgraag weer zien, en toch zegt hij ook dat hij in Israël wil blijven, maar met jou erbij. Enfin, het is toch echt kindergepraat. Hij is ontzettend mooi en lief, het aanminnigste kindje dat ik ooit gezien heb. Ik heb vandaag zijn haar weer uit de greep van de kapper gered, het is behoorlijk lang, ik knip het zelf wel en dan kan hij in Amsterdam naar een goeie kapper. Is er eigenlijk nog iets van speelgoed voor hem, wil jij het dan uitzoeken? Liefje, ik ga nog even lezen, ik heb een spannend boek “War of the worlds” van H. G. Wells. Daaag, ik schrijf morgenochtend nog wat.

Maandag 27 december
Liefje, jammergenoeg heb ik niet veel tijd meer om te schrijven. We moeten weg, ik wil deze brief nu posten, dus hij blijft vrij kort. Ik heb het boek van Wells gister helemaal uitgelezen, het hele boek in één dag. Ik heb me een ongeluk gelezen. Ik begin nu aan een boek met Russische verhalen. Als ik weer thuis ben ga ik ook ontzettend veel lezen, ik heb op het ogenblik een echte leesrage, ’s morgens kan ik niet opstaan.
    Liefje, nu moet ik ophouden, heel, heel veel liefs. Omhelsd en sterkte en schrijf me gauw en gauw. Ursula.

LIEVE PAPPIE WEET JIJ DAT IK AL KAN SRIJVEN
LIEVE LIEVE PAPPIE
VAN KLAAS





Geen opmerkingen:

Een reactie posten