zondag 11 april 2021


 

 

In oktober 1965 gingen mijn ouders, toen 29 en 30 jaar oud, Kees ten Holt (1935 - 1990) en Ursula Roth (1934 - 1981) uit elkaar. Mijn moeder nam mij (5 jaar oud) mee naar Israel, om zich met mij in de nieuwe heilstaat te vestigen in kibboets Lahav in de Negev. Mijn ouders schreven elkaar dagelijks, en al snel werd duidelijk dat ze moeilijk zonder elkaar konden. De volledige correspondentie (in ca. zeventig brieven) is bewaard gebleven.
(afl. 50)


 

Amsterdam, vrijdag 17 december 1965, Kees

lieve Ursula,

eergisteren kreeg ik je brief van zondag 12 december. Ik heb je brief een heleboel keer gelezen, ik heb tot nu toe geen tijd gehad om terug te schrijven. Ieder moment dat ik achter m’n tafel ging zitten, werd er gebeld of opgebeld, er was voortdurend wat, en ik wil je het liefst in rust schrijven. Het is nu een uur of vijf ’s middags. Ik zit in het bad en ben voorlopig voor de buitenwereld onbereikbaar. Ik ben blij dat je begrepen hebt dat mijn brieven niet cynisch waren. Ik wil alleen mijn verstand gebruiken nu het gaat om een zo belangrijke beslissing. Mijn gevoel heeft al ja gezegd, maar nu moeten we wel zo nuchter mogelijk (ook weer niet al te nuchter) naar de oplossing zoeken.
    Ik geloof dat we allebei erg veel geleerd hebben, dat we nu waarschijnlijk allebei beter in staat zijn de zaken wat relatiever te bekijken. Ik bedoel hiermee niet gemakkelijker, in de ongunstige betekenis van het woord, maar wat minder absoluut. Wij hebben allebei onze klap gehad. Ik vind dat jouw brieven steeds rustiger worden en meer weloverwogen. Ik vind het erg verstandig dat je niet op stel en sprong wilt terugkomen. Als dat zo geweest was, was ik waarschijnlijk argwanender geweest ten opzichte van je werkelijke motieven. Ik krijg de indruk dat je het werkelijk wilt proberen en dat je op alle mogelijke manieren hieraan werkt.
    Zoals ik je al meer geschreven heb, ben ik zelf wat harder geworden. Ik heb gemerkt dat ik het leven alleen goed aankan. Technisch heb ik nog wel moeilijkheden, ik bedoel huishoudelijk. Dit soort zaken kost me teveel tijd. Als ik aandacht geef aan m’n huis, lees ik niet, en als ik lees gaat dat ten koste van de orde in huis, en ga ik brood eten in plaats van koken. (ik kan trouwens de lekkerste dingen bereiden zolangzamerhand)
    Maar hoewel ik dus goed in staat ben me te redden, is het geen toestand die ik prettig vind. Ook ik zie echtparen met kindertjes om me heen, en dan heb ik dezelfde gevoelens die jij ook hebt. Ik dacht ook dat we elkaar nu werkelijk op een nieuwe, wijzere manier tegemoet konden treden. Er blijven voor mij wel problemen wat jouw ideeën betreft. Hoe komt het dat je als je met mij was altijd aan andere mannen moest denken, en waarom denk je dat dit nu niet meer zo zal zijn? Kwam dat door een a priori verkeerde instelling van jou, of, zoals je me zo vaak gezegd hebt, omdat je niet verliefd op me was, zodat ik juist op die momenten niet meer aantrekkelijk voor je was? Je moet wel een klein beetje van iemand houden om op den duur een bevredigende seksuele relatie met hem (of haar) te hebben. Je weet wat ik denk over verliefdheid, dat gevoel van opwinding en hartversnellingen verdwijnt (en dat is maar goed ook, want dit soort emoties worden op den duur ondragelijk) maar maakt, in het beste geval plaats voor affectie, aandacht en liefde, en de wens om de ander te behagen.
    Ik geloof zeker dat een zekere mate van rust hiervoor onontbeerlijk is. Ik zal mijn uiterste best doen (en ik geloof ook dat ik het kan) om jou die affectie, aandacht en liefde te geven, maar jij moet wel behaagd willen worden door mij. Je bent m’n allerdierbaarste vriendje en bovendien de mooiste en bovendien de moeder van mijn zoon. In je laatste brieven is er een punt waarop je jezelf zo nu en dan tegenspreekt en dat is het tijdstip van je terugkeer. Soms zeg je dat het maar beter is dat je zo snel mogelijk terugkomt, en dan weer schrijf je dat je beter nog wat kunt blijven. Wat heeft Musaph je eigenlijk geschreven? Ik wil hem eigenlijk niet meer opzoeken. Ik ben er tot nog toe nooit veel wijzer van geworden en dan vind ik het zonde van het geld.
    Maar met jou is dat natuurlijk anders, omdat je een heel ander contact met hem hebt. Ik word alleen een beetje benauwd als hij zegt dat je eerst daar maar eens naar een psychiater moet om erachter te komen wat je werkelijke motieven zijn om terug te komen, en vervolgens hier dan ook nog maar eens naar een andere. Deze mensen geloven waarschijnlijk door hun beroep een beetje te veel in de ziekte van hun patiënten en in hun eigen kunnen. Het blijven mensen.
    Liefje, wat zou je er van denken als we eind januari of begin februari eens aanhielden als streefdatum voor je terugkomst? (als je wilt kan je natuurlijk ook eerder komen) Je bent dan ongeveer drie à vier maanden weggeweest. We hebben rustig de tijd om alles voor te bereiden en in rust naar onze hereniging toe te leven. Ik was al naar Klaas z’n school geweest en juffrouw Acohen zei dat Klaasje in ieder geval terug kan komen. Als het kan wou ze alleen wel graag een beetje een datum weten.
    Liefje, een beetje zal je hier wel moeten werken, anders gaat het financieel niet. Wat Klaas betreft lijkt het me ook veel beter als hij zo snel mogelijk weer in de oude regelmaat komt. Met z’n tweeën moeten we in staat zijn hem tot rust te brengen. We zullen nu veel minder gespannen zijn en veel aandachtiger, omdat we naar iets toe gaan werken, en niet zoals eerst, van iets af.
    Schrijf toch maar zoveel mogelijk over je gevoelens, en hoe die zich ontwikkelen. Ik heb je nog helemaal vergeten te vertellen dat ik de foto’s van Klaas gekregen heb. Die met de konijntjes is erg leuk. Ze hangen alledrie boven mijn bed. Het badwater wordt koud, Marietje alias Lisette, gaat op m’n brief liggen, ik heb een wind gelaten, kortom ik moet uit het bad. In het weekend schrijf ik je verder. Deze brief gaat nu per expres naar mijn hondje in het beloofde land. Kus Klaas en wees omhelsd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten