‘Tegen zijn ouders zegt hij dat het hem om de mooie flessen gaat, maar hij drinkt gewoon wodka en stro-rum,’ vertelt S. over een klasgenootje, dezelfde die onlangs met een shisha sigaret is betrapt.
‘En heb jij daar ook van gedronken?’
‘Nee papa, ik heb er alleen van geproefd.’ Ik kijk naar S. die naast me zit in de bus. Ik ben hem gaan ophalen bij zijn vriend J. omdat het zo stormt en regent. Kan ik hem vertrouwen? Ik denk van wel. S. schakelt snel over op de trailer van de nieuwe Bond film.
‘Heb je nog iets over van de vijfentwintig euro die je hebt verdiend?’ Hij heeft opslag gekregen bij de fietsenmaker; ze betalen hem nu vijf euro per uur; dat is meer dan zijn oudere broer V. straks bij de Albert Heijn gaat verdienen.
‘Ik heb J. op een Big Mac menu getrakteerd.’
‘Dus alles is op?’
‘Ja papa.’
‘En hoe zit het dan met die telefoon waar je voor spaart?’
‘J.’s moeder gaat een cafe beginnen en wij mogen er allebei komen werken. Ze zegt dat ze ons acht euro per uur wil gaan betalen.’
‘Dat klinkt goed.’ Er volgen nu enige berekeningen hoeveel hij gaat verdienen als hij wekelijks zowel enige uren bij de fietsenmaker als in het cafe gaat werken, nog vermeerderd met zijn zakgeld en mogelijke verdiensten vanwege zijn komende verjaardag. Het levert een astronomisch bedrag op.
‘Dan moet je misschien niet alles meteen bij de McDonald’s uitgeven.’
‘Dat ga ik ook niet doen, papa.’
‘En je school?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Ga je daar ook nog iets voor doen?’
‘De moeder van J. zegt dat ik het niet meer kan halen.’
‘En zij is expert?’
‘Ik had toch al gezegd dat ik ging proberen nog over te gaan?’
De door hem gebruikte verleden tijd verontrust me enigszins. ‘Heb je nog huiswerk voor morgen?’
‘Ik geloof van niet.’
‘Iets voor Beeldende Vorming, meen ik…’
‘O ja, een proefwerk over de Barok.’
‘Kun je daar nog iets voor doen?’
‘Nee, het is in de les behandeld. We hebben geen boeken.’
‘Weet je iets over de Barok?’
‘Ja, dat is toch een of andere stroming in de renaissance, of zo?’
‘Zoiets ja. Weet je er nog meer van?’
‘Nee eigenlijk niet papa, maar maak je geen zorgen, het komt wel goed. Ik heb toch net twee achten gehaald? En wiskunde ging ook goed.’
Ik parkeer de bus in de straat en samen lopen we het laatste stukje. Hij ziet er moe uit, ze zullen wel weinig geslapen hebben bij J.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten