vrijdag 5 juni 2020
De prins en de zegelring - Afl. 78
Klaas ten Holt
Hoofdstuk 27 (vervolg)
‘Gisteravond,’ begint Robbe, ‘heb ik een tijdje met de timmerman en zijn knecht zitten praten, gewoon een beetje nieuwtjes uitgewisseld, en ze hebben me uitgebreid het schavot laten zien. Een mooi stukje werk, dat moet ik toegeven.’
‘Ja, en?’
‘Aan de timmerman hebben we niets, die is doodsbang voor ridder Willem. Maar die knecht van hem, daar valt misschien wel mee te praten.’
‘Je hebt toch niet...’
‘Nee, nee, ik heb niets verteld, maakt u geen zorgen. Ik denk alleen dat het een goed idee is om hem straks eens voorzichtig te polsen. Zonder hulp krijgen we die deur nooit open.’
‘En ridder Willems vertrekken?’
‘Daar komen we wel in. De ridder sluit bijna nooit af omdat Matthis in en uit moet kunnen en omdat daar toch niemand zonder toestemming binnen durft te gaan.’
Op dat moment komt Lambert terug met het nieuws dat Willem is vertrokken. ‘Ik ben ze gevolgd tot in de kerkers. Met twee soldaten van de wacht heeft hij de geheime uitgang genomen,’ vertelt de kok opgewonden. ‘Ik moet echt even een slokje...’ Ondanks het vroege uur schenkt hij zichzelf een stevige borrel in.
‘Dan is het nu tijd om te handelen,’ zegt Ivar resoluut. ‘Robbe, ik denk dat je gelijk hebt. Ga die timmermansknecht maar halen.’
‘Nu is er dus echt geen weg terug meer,’ zegt Lambert terwijl hij zijn glas terug op tafel zet.
‘Heb je spijt?’ vraagt de prins.
‘Helemaal niet, het is alleen... dat schavot op de binnenplaats... elke keer als ik daar langs loop...’
‘Geen prettig gezicht hè?’
‘Nee.’
‘Ben je bang dat...’
‘Nou ja, Als die aanslag op Willem tóch zou mislukken...’
‘Maar je zei toch...’
‘Jawel, maar...’
‘Nou?’
‘Ik zie mezelf daar steeds hangen,’ zegt Lambert dan. ‘Met een breed grijnzende ridder Willem onder me.’
‘Welnee,’ lacht Ivar. ‘Die houdt veel te veel van lekker eten. Zo’n kok als jij vindt hij nooit meer, dat snapt hij zelf ook wel.’
‘Z-zou je denken?’
‘Ik weet het zeker.’
Zwijgend zitten ze een tijdje tegenover elkaar tot de keukendeur weer opengaat en Robbe en de timmermansknecht binnenkomen.
‘Ik begrijp dat jullie een klusje voor me hebben?’ begint de laatste zakelijk.
‘Inderdaad,’ zegt Ivar, ‘maar het is een delicate zaak...’
‘Geen probleem,’ antwoordt de knecht. ‘Overal is een tarief voor. Waar gaat het precies om?’
‘Het gaat om het openmaken van een deur.’
‘Een kluisdeur?’
‘Nee. Eerder een kerkerdeur.’
‘Uitstekend. Dat komt op één zilveren Louis, als het een standaard kerkerslot is tenminste. Gewoon forceren neem ik aan? Of moet het slot intact blijven?’
‘Het gaat er vooral om dat het geen lawaai maakt.’
‘Ah! Een stille klus. Daar moet ik speciaal gereedschap voor gebruiken. Dan komt er een halve Louis bij.’
‘A-anderhalve Louis om een slot open te breken?’ sputtert Lambert.
‘Ik bereken gewoon wat het gilde voorschrijft. En de rekening kan naar ridder Willem?’
‘Nee, nee, die mag er niets van weten! Dat wil zeggen...’ Ivar, Robbe en Lambert kijken elkaar aan.
‘Het moet stiekem gebeuren.’ zegt de prins dan.
‘Ik begrijp het al,’ zegt de timmermansknecht, ‘Een risicoklus. In dat geval moet ik een toeslag van twee Louis berekenen. Vooruit te voldoen. Eens even kijken... zullen we zeggen... volgende week donderdag tussen één en vijf?’
‘Nee, nee, dat kan helemaal niet!’ roept Lambert geschrokken. ‘Het moet nu meteen gebeuren!’
‘Een spoedklus? Dan is er wel een bonus van twintig procent.’
‘Hoor eens, het is voor een goed doel,’ zegt Ivar kribbig.
‘Neemt u mij niet kwalijk?’ zegt de knecht verbaasd.
‘Een goed doel,’ herhaalt Ivar. ‘Of doet u daar niet aan?’
‘Ik weet niet of het gilde daar... dacht u aan sponsoring of zo?’
‘Zoiets ja.’
‘Hm. En wat sponsor ik dan precies?’
‘Nou, een coup. Het gaat om een coup. De oude kasteelheer wordt vervangen door een nieuwe.’
‘En dan sponsor ik dus de nieuwe eigenaar?’
‘Precies.’
‘En... waarom zou ik dat doen?’
‘Nou, de nieuwe kasteelheer zal straks zeker alle sloten willen vervangen, dus dat gaat een hoop werk opleveren... dat dan natuurlijk naar jullie gaat. En we zouden aan reclame kunnen denken.’
‘Reclame?’
‘Ja natuurlijk! Een groot bord op de kasteelmuur met ‘Van Benthem & LeClerc voor al uw timmerwerk’. In het geval van een belegering levert zoiets enorm veel publiciteit op.’
De timmermansknecht trekt een bedenkelijk gezicht. ‘Ik weet het niet. Ik denk dat ik toch liever gewoon...’
Met een zucht legt Ivar een gouden muntstuk op tafel. ‘Ik neem aan dat dit alle kosten ruimschoots dekt?’
‘Ik dank u beleefd.’ Snel grist hij het muntstuk van tafel. ‘Een haastklus. Zullen we dan maar?’
Ho ho! Niet zo vlug,’ zegt Robbe. ‘Zolang Willem er niet is heeft Matthis het bevel over het kasteel. Niemand kan zonder zijn uitdrukkelijke toestemming Willems vertrekken binnen gaan.’
‘Dat is waar,’ beaamt Lambert. ‘Daar zullen we iets op moeten verzinnen.’ Iedereen gaat weer zitten.
‘Dan moeten we hem afleiden,’ zegt Ivar bedachtzaam. Hij wendt zich tot Robbe. ‘Jij kent hem het beste,’ zegt hij dan, ‘Kun jij hem niet onder een of ander voorwendsel een uurtje het kasteel uitlokken?’
‘Onmogelijk,’ zegt Robbe beslist. ‘Matthis heeft de verantwoordelijkheid voor alle voorbereidingen voor het huwelijk en het feest, die zit overal bovenop. Als er iets misgaat, heeft híj het gedaan.’ Lambert wil zichzelf opnieuw een borrel inschenken maar Ivar schuift de fles buiten zijn bereik. ‘Wat ik wél zou kunnen doen...’ gaat Robbe verder, ‘als er nou eens ergens een klein ongelukje zou gebeuren... iets dat zijn directe aanwezigheid vereist...’
‘Dan kunnen wij mooi van de gelegenheid gebruik maken...’
‘Ik denk dat ik wel iets weet. Zorg dat jullie over een half uur klaar staan op de binnenplaats.’
‘Jij blijft hier, Lambert,’ zegt Ivar tegen de kok. ‘Jij zorgt ervoor dat Günther rustig blijft. Ik ga met de timmerman mee.’
‘Maar...’
‘Ik waag het erop. Ik heb niet die hele reis gemaakt om nu in de keuken te gaan zitten afwachten.’
‘Als iemand je ziet... met dat rooie haar van je...’
‘Ik knoop wel een doek om mijn hoofd. Maak je maar geen zorgen.’
‘Over een half uur dus,’ zegt de timmermansknecht. ‘Dan ga ik alvast maar even mijn gereedschap bij elkaar zoeken.’
‘Ik kom wel naar de binnenplaats,’ zegt Ivar. ‘Zorg dat je klaarstaat.’
De kok en zijn knecht zitten een tijdje zwijgend aan de grote keukentafel. ‘Ik had echt nooit gedacht dat ik nog eens...’ zucht Lambert dan.
‘Ik ook niet Lambert.’
‘Ik vind mezelf namelijk helemaal geen avontuurlijk type.’
‘Ach,’ zegt Ivar, ‘het is maar net wat er op je weg komt.’
‘Ik heb het eigenlijk vooral voor jou gedaan.’
‘Dat weet ik toch, chef.’
‘Ik zal je missen Nicolò... wanneer je straks... als dit allemaal voorbij is...’
‘Zover is het nog niet Lambert.’
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten