‘Mag ik mijn iPhone terug?’
‘Ik wil dat je eerst je huiswerk doet.’
‘Het is míjn iPhone.’
‘Natuurlijk, maar je krijgt hem niet.’
‘Ik wil mijn iPhone.’
‘Ga nou gewoon aan je huiswerk.’
‘Maar ik heb hem nodig.’
‘Hoezo?’
‘Ik wil iets vragen over het huiswerk via whatsapp.’
‘Wat dan?’
‘Geef hem nou, papa.’
‘Wat wil je dan vragen?’
‘Iets over het proefwerk.’
‘Vraag het maar aan mij.’
‘Doe niet zo vervelend, papa.’
‘Ik doe niet vervelend, ik wil alleen dat je aan je huiswerk gaat.’
‘Ik heb al twee uur geleerd.’
‘Ken je het dan?’
‘Redelijk.’
‘Redelijk is niet goed genoeg. Zal ik je overhoren?’
‘Dat hoeft niet, papa.’
‘Hoe lang heb je nog nodig, denk je?’
‘Nog een uur, denk ik.’
‘Dan geef ik je daarna je iPhone. Afgesproken?’
‘Ik wil hem nu.’
‘Sorry, maar: nee.’
‘Waarom niet?’
‘Dat hebben we al besproken volgens mij.’
‘Ik wil gewoon even muziek luisteren.’
‘Niet als je moet leren.’
‘Maar dan leer ik beter.’
‘Je weet heel goed dat dat onzin is.’
‘Kom op, papa, geef mijn iPhone terug.’
‘Ga verdomme aan je huiswerk.’
‘Niet als je mij mijn iPhone niet geeft.’
‘Daar heb je alleen jezelf mee.’
‘Ik wil even op Magister kijken.’
‘Doe maar op mijn computer.’
‘Ik kijk liever even op mijn iPhone.’
‘Dat snap ik, maar dat kan dus niet.’
‘Maar ik heb hem nodig.’
‘Niet voor je huiswerk.’
‘Hoe weet jij dat nou?’
‘Wat moet je precies leren dan?’
‘Franse werkwoorden.’
‘Ken je ze al?’
‘De meeste wel.’
‘Zal ik je overhoren?’
‘Straks, ik wil er liever eerst nog even naar kijken.’
‘Ok, zeg maar als ik je moet overhoren.’
‘Mag ik dan nu mijn iPhone?’
‘Nee, pas als je ze kent.’
‘Maar ik ken ze al.’
‘Zal ik je dan even overhoren?’
‘Dat hoeft niet, papa.’
‘Weet je het zeker?’
‘Ja.’
‘Dus je bent klaar met leren?’
‘Ik ben te moe nu. Ik kijk er morgenochtend nog wel even naar.’
‘Is dat verstandig? Kun je niet beter nog even volhouden?’
‘Ik ben moe, papa. Ik ga slapen.’
‘Ok, ga maar slapen dan.’
‘Mag ik dan nu mijn iPhone?’
‘Maar je ging toch slapen?’
‘Ik wil nog een beetje muziek luisteren.’
‘Kun je dan niet beter nog wat aan je Frans doen?’
‘Ik ben moe, papa. Ik ken mijn Frans. Geef me mijn iPhone.’
‘Ik vind het onverstandig.’
‘Geef me mijn iPhone.’
‘Hij ligt in het bakje op de ijskast. Ga je niet te laat slapen dan?’
‘Nee, papa.’
heeft hij toch zijn zin
BeantwoordenVerwijderenZou de discussie niet eens aangaan...
BeantwoordenVerwijderenHeel herkenbaar.......soms ben je als ouder gewoon te moe om die eeuwige strijd aan te gaan.
BeantwoordenVerwijderenZeker als je er alleen voor staat.