Ik zit met S. in de wachtkamer van de therapeut, een iets te kleine kamer die we moeten delen met een gezin met twee kinderen waarvan de ouders zover mogelijk van elkaar zijn gaan zitten.
‘Waarom zijn we hier, mama?’
‘Zodat mama en papa jullie nóg beter kunnen opvoeden, lieverd.’
Ik had S. gevraagd voor de gelegenheid een schone spijkerbroek aan te trekken, ik zie nu dat ik hem er nog even aan had moeten helpen herinneren; ik maak graag een goede indruk op de therapeut, als vader alleen voel je je toch al snel verdacht.
‘Gaat het lukken, S.?’
‘Ja hoor, papa.’
S. krijgt een intelligentietest. Om hem te kunnen motiveren heb ik er op aangedrongen dat het onder schooltijd zou gebeuren. Vier jaar geleden is hij ook al eens getest en bleek hij hoogbegaafd. Ik vraag me af hoe zo’n test tegenwoordig gaat en wat voor vragen ze hem zullen stellen.
Ik was zelf als kind ook hoogbegaafd. Halverwege groep vier - toen heette dat nog de derde klas - werd ik op school uit de les gehaald en naar het lokaal aan de overkant van het binnenplein gebracht. Ik dacht dat het voor straf was, maar ik bleek een klas te hebben overgeslagen. Een triomf voor het Montessori onderwijs en het genetisch materiaal van mijn ouders om zulke slimme kinderen voort te brengen.
De jaren daarop was ik jonger dan de jongste uit de klas. Omdat ik zo grappig en brutaal (en slim!) was, werd ik niet gepest, maar het was toch wel duidelijk dat ik er niet helemaal bij hoorde. Ik deed de Cito toets, die toen net was ingevoerd, redelijk goed, maar zeker niet briljant en ging naar de middelbare school met een achterstand in rekenen en zonder behoorlijk te kunnen zinsontleden.
Toen mijn schoolresultaten dramatisch kelderden, liet mijn vader me in zijn wanhoop opnieuw testen. Van de test herinner ik me alleen dat mij gevraagd werd of ik al masturbeerde. Ik weet niet meer wat ik heb geantwoord, maar het zal het verkeerde antwoord zijn geweest: ik bleek een stuk minder slim te zijn geworden. Het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs was op grond van de uitslag vermoedelijk voor mij niet weggelegd. Mijn vader was woedend en voelde zich bekocht.
Nu zit S. in een kamertje plaatjes in te kleuren en vragen te beantwoorden. Hij is ongetwijfeld veel slimmer dan zijn vader, en wat de uitkomst ook is: het is maar een test; S. en ik weten wel beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten