dinsdag 28 april 2015

Doodstraf

Zeven mensen geëxecuteerd in Indonesië, ik weet niet waarom me dat zo aangrijpt. Heroïnesmokkelaars, geen frisse jongens. Ik probeer mijn gedachten over het onderwerp te ordenen. Ik ben tegen de doodstraf, geloof ik. Ik denk onder vrijwel - daar gaan we al! - alle omstandigheden.
    Ik herinner me een artikel van de schrijver Gerrit Krol die ik als middelbaar scholier erg bewonderde - ik heb hem in geen jaren meer gelezen - over het onderwerp. Hij pleitte daarin vóór de doodstraf. Ik weet nog dat ik bij publicatie geshockeerd was, maar zijn argumenten kon ik mij niet meer herinneren.
    Toen ik vanavond over die executies las, heb ik zijn artikel maar eens herlezen. Daarnaast vond ik op het net een oud radiointerview. Ik vond hem verbaal een stuk minder briljant dan op papier, maar ook zijn argumenten vóór vond ik nu weinig opzienbarend. Krol zegt in vrijwel alle omstandigheden tegen de doodstraf te zijn, tenzij het een verstokte moordenaar betreft en er geen enkele kans op verbetering is. Hij vindt dat als zo iemand tot levenslang is veroordeeld, zonder kans op gratie, hem de mogelijkheid geboden moet worden van ‘een spuitje’. Hij vergelijkt het met vrijwillige euthanasie.
    Ik vind dat Krol een punt heeft als je levenslang (werkelijk en onherroepelijk levenslang) als een onmenselijke straf beschouwt. Je zou kunnen argumenteren dat het een soort levenslange geestelijke marteling is, en dat het dan wellicht menselijker is iemand dat te besparen. Dat denk ik zelf ook wel eens.
    Bekende argumenten tegen de doodstraf zijn de altijd aanwezige mogelijkheid dat je de verkeerde ter dood brengt, de onmenselijke wreedheid van de straf die ook wel als de ultieme vernedering wordt gezien, het feit dat een staat die de doodstraf toekent in feite moord legitimeert door een staatsbeul aan te stellen de straf te voltrekken. Het schijnt ook bewezen te zijn dat de doodstraf potentiële daders niet afschrikt. ‘Dat is úw mening’, ik hoor het Wilders al zeggen.
    Het argument vóór is vooral de Bijbelse wraak, het oog om oog, de genoegdoening. Dan zou je als belastingbetaler nog kunnen denken aan de kosten voor de samenleving van levenslange opsluiting; een argument dat ik nauwelijks serieus kan nemen als ik zie waar we wél geld voor over hebben. Tenslotte is er nog het gevaar voor herhaling, dat me vrij complex lijkt. Lang niet alle misdadigers plegen misdaden die voor herhaling vatbaar zijn.
    Ik geloof dat ik het toch vooral een stuitende en mensonwaardige straf vind. Door misdadigers te doden, verlagen we ons tot hun niveau, worden we zelf ook moordenaars, ondergraven we onze vermeende beschaving en hebben we daarmee eigenlijk ook geen recht van spreken meer. Ik realiseer me natuurlijk hoe moeilijk het is over dit onderwerp nog zuiver te denken als je zélf of een van je dierbaren slachtoffer is geworden van een gruwelijke misdaad, dan wordt het Bijbelse oog om oog wel heel aantrekkelijk.
    Ik denk aan die zeven mannen voor het vuurpeloton ver weg aan de andere kant van de wereld. Ik ken ze niet, maar mijn hart gaat naar ze uit, wat ze ook gedaan hebben. Ik ben tegen.   
    

1 opmerking:

  1. Het is al heel lang aangetoond dat strafverzwaring en doodstraf en whatever je maar verzint aan gruwelijke of zware straffen, geen effect heeft op (potentiële) daders. Het enige dat helpt, is vergroting van de pakkans. Los daarvan is het aantal gerechtelijke dwalingen zo groot, dat alleen dát al voldoende is om tegen te zijn. Maar uiteindelijk is het gewoon barbaars, een staat die mensen doodt. Brrrr. Els

    BeantwoordenVerwijderen